eed zweert. En aangezien men bij een eedzwering de Allerhoogste aanroept, zweert God dus bij Zichzelf. Vandaar een dubbele zekerheid. Als God belooft, is het vast. Maar als Hij iets zweert, is dat juist om te doen blijken dat het absoluut vast is. Zo wordt het in de Hebreeën-brief (6:16-18) uitgelegd en benadrukt. Wat Paulus hier in Filippi 2 aangeeft, is dat de redding absoluut zeker is en ‘wee je gebeente’ dat je van die zekerheid ook maar iets afhaalt. Dus dat je voor Die GOD zo’n ontzag hebt dat je bang bent om afbreuk te doen aan Zijn belofte, aan hetgeen Hij zelfs zweert bij Zichzelf. En dat je beeft voor de geweldige kracht van wat Híj vermag. God heeft alles in Zijn hand: Hij staat aan het begin, Hij werkt alles uit en Hij staat aan het eind. “Van den beginne verkondigde Hij reeds de afloop” (Jes.46:10). Met Die GOD hebben we te maken. En als Hij dat belooft, zelfs zwéért … denk erom dat je er niks vanaf doet! Door foutief vertalen (zoals de NBV-vertaling in deze) wordt een van God gegeven zékerheid ‘op losse schroeven gezet’. De redding is gegarandeerd en voor ons zelfs een gerealiseerd feit. Wat geweldig dat je zo’n God hebt, dat je inderdaad bibbert! Zoals je dat soms kunt hebben bij natuurverschijnselen; dat je bijvoorbeeld de donder hoort en de bliksem ziet en beeft. En dat is nog maar íets van Zijn scheppingswerken. Hoe groot moet God Zelf dan wel niet zijn? 12
14 Online Touch Home