14

niet vrezen: wat kan een mens met mij doen?” (zie ook Hebreeën 13:6). 6 Voorzeker, goedheid en goedgunstigheid zullen mij volgen, al de dagen van mijn leven, en in het huis van Jahweh zal ik wonen, tot in de lengte van mijn dagen. Hij zal in het huis van Jahweh verblijven, huisgenoot van Jahweh zijn, niet voor bepaalde tijd, maar voor altijd. David zag dat huis, door Gods geest, als realiteit. David was immers een man van geloof (Hebreeën 11:32). Waar ter wereld zou hij meer geborgenheid, goedheid en goedgunstigheid kunnen genieten? David verlangde vurig voor Jahweh zo'n huis te verwerkelijken. Dat blijkt wel uit de omvangrijke en kostbare voorbereidingen die hij getroffen had, tot aan de bouwplannen toe. Hij mocht ze echter van Jahweh niet uitvoeren, omdat hij vooral een man van oorlogen was en bloed vergoten had. Zijn verlangen naar Jahweh's huis klinkt niet alleen duidelijk in zijn psalmen door, maar ook in zijn toespraak tot Israëls vorsten, waarbij hij de tempelbouw aan zijn zoon Salomo opdroeg (1 Kronieken 28). Daarin typeerde David de Tempel als "huis van rust" voor de ark en in gelijke zin als Gods "voetbank". Maar als profeet mocht hij het huis van Jahweh reeds als gerealiseerd voor zich zien! TOT SLOT Wat betekent Psalm 23 voor ons? Op een paar werkwoorden na staan ze alle in een tijdsvorm, die zowel op het heden als op de toekomst betrekking kan hebben. Dat betekent dat David hier niet alleen zijn ervaringen weergeeft, maar ook toekomstige feiten profeteert. Voor hem zal de psalm wederom en ten volle waarheid worden in het aan Israël 15

15 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication