8

gekomen, harten waren geopend voor die machtige Boodschap en daaraan wordt gerefereerd in deze brief. Daar was een enorme vreugde en vrede, en Gods Geest werkte daar. Zij stonden in dát Evangelie. Maar toen kwamen er predikers, uit Jeruzalem wellicht, maar in ieder geval Judaïsten (zo worden ze ook genoemd in Galaten 2:14). U moet weten: het was in Galatië, in het huidige Turkije. Voor het grootste gedeelte waren dat heidense gelovigen, dat wil zeggen: niet-joods. Nu waren zij gelovig geworden en kwamen daar predikers die hen wilden judaïseren. Judaïseren betekent ‘verjoodsen’; men moest zich als Joden gaan gedragen. Dat is niet nieuw. Sterker nog, het is een heel oud idee, een dwaling waar we in het Nieuwe Testament dikwijls op stuiten. Paulus kwam daar telkens weer mee in aanraking, in allerlei varianten. En, tot op de dag van vandaag, is dat altijd in de christenheid een hot item geweest. Het Evangelie was gepredikt, het Evangelie van vrijheid: Hij is Degene, Die ons roept … Hij is Degene, Die ons rechtvaardigt, puur om niet … Hij is Degene, Die ons vormt … Hij is het, Die ons leven leidt … en daar staan we op, dat is leven uit genade. We danken Hem voor wat Hij geeft, voor wat Hij doet en wat Hij zal doen. Wat is daar van een mens bij …? Niets! Nu waren daar dus, zoals aangegeven, predikers gekomen, en ze wilden hen feitelijk joods laten leven. Het idee was: als je écht rechtvaardig wilt leven, dan zou je je, als man zijnde, laten besnijden. En ze konden zich daarbij beroepen op het gegeven dat 10

9 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication