5. Koning van de gerechtigheid en vrede Als je dan, 1000 jaar verder, een stap doet in de tijd, kom je aan in de tijd van de eerste eeuw van onze jaartelling: de tijd dat het Nieuwe Testament geboekstaafd is. De Hebreeën-brief is voor een groot gedeelte niets anders dan een groot commentaar op de figuur van Melchisedek. De schrijver heeft een heel lange aanloop nodig en in Hebreeën 5:10 staat dan geschreven dat de Zoon door God wordt aangesproken als “hogepriester naar de ordening van Melchisedek”. En dan zegt de schrijver erbij: “Hierover hebben wij veel te zeggen, maar het is moeilijk uit te leggen, omdat gij” – hij heeft het over de Hebreeën – “traag zijt geworden in het horen.” Heb.5:11 De schrijver wilde veel over Melchisedek gaan vertellen, maar hij geeft aan dat het geen ‘melk’ maar ‘vaste spijs’ is, waar je ‘op moet kauwen’. Heb.5:12 Het is verborgen en er zit enorm veel in, dat blijkt wel uit het vervolg. In Hebreeën 7:1 lees je dan: “Want deze Melchisedek, koning van Salem, priester van de allerhoogste God …”. Zo wordt dat ook gezegd in Genesis 14:18: priester van de Allerhoogste. Wanneer in de Bijbel de uitdrukking ‘de Allerhoogste’ wordt gebruikt, moet je opletten. Als God ‘de Allerhoogste’ wordt genoemd, dan betekent dat (de uitdrukking geeft het al aan): ‘Hij is hoger dán …’. Dan gaat het altijd over de God die triomfeert over vijanden. 19
16 Online Touch Home