Je moet soms wel ‘kauwen’, maar de schrijver waarschuwt ons ook: het is ‘vaste spijs’. Maar het is geweldig wat de schrijver naar voren brengt. Een hogepriester mocht één keer per jaar naar binnen gaan, in het Heilige der Heiligen, achter het voorhangsel. Dat was met Grote Verzoendag en dan werd het bloed gesprenkeld. Als die hogepriester het heiligdom was binnengegaan, achter dat voorhangsel, dan zag niemand hem: het volk zag hem niet. Waar was hij? Daar in het heiligdom, maar dat werd niet gezien … en dat is karakteristiek voor de tijd waarin wij leven. De Messias, en alles wat bij Hem hoort, is onzichtbaar. Hij bevindt zich achter het voorhangsel, Hij is verborgen. Paulus zegt: “ons leven is met Christus verborgen in God”. Kol.3:3 Wij verbazen ons daar niet over, we weten dat dat zo is. Wij weten: die aeon, dat tijdperk, die vrede en die gerechtigheid gaat aanvangen. Dat zal gebeuren, maar is niet ons werk. Het feit dat wij nu in ‘de boze aeon’3 leven, waarin juist de ongerechtigheid, de oorlog en de onvrede heersen in alle opzichten, brengt ons niet van ons stuk. Waarom niet? Wij hebben een anker en wij weten van Hém, die daar achter het voorhangsel is. Verborgen, dat is waar, “thans zien wij Hem niet”, zegt dezelfde schrijver in Hebreeën 2. Maar wij zien Hem tóch met ‘het oog van het geloof’. 33
28 Online Touch Home