106

Tenslotte lezen we in de brief nog: “… Christus is niet ingegaan in het met handen gemaakte heiligdom, een tegenbeeld van het ware, maar in de hemel zelf, om nu te verschijnen voor het aangezicht van God voor ons” (Hebreeën 9:24) Het werk van de hemelse hogepriester wordt ook genoemd in de brief aan de Romeinen en de eerste brief van Johannes: “Christus is het die gestorven is, ja nog meer, die opgewekt is, die ook aan Gods rechterhand is, die ook voor ons bidt 14. Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus?” (Romeinen 8:34-35) “Mijn kinderen, ik schrijf u deze dingen opdat u niet zondigt. En als iemand zondigt, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige; en Hij is het zoenoffer voor onze zonden; en niet voor onze zonden alleen, maar ook voor de hele wereld” (1 Johannes 2:1-2) Werkwoorden De bijbelschrijvers gebruiken verschillende woorden om het werk van de opgestane Messias aan te duiden. 1. “Te hulp komen” (letterlijk: “helpen”, boetheoo, Heb.2:17). Hiervan is het zelfstandig naamwoord “hulp” (boetheia, Heb.4:15) afgeleid. 2. “Tussenbeide treden” (entugchano, Heb.7:25). Hetzelfde Griekse woord is in Rom.8:34 met “bidden” vertaald. 3. “Verschijnen” (emphanizo, Heb.9:24). Het gaat om een verschijnen bij God, in de hemel. 14 Toen Hij nog op aarde was, bad de Heere Jezus al voor Zijn discipel Petrus, dat zijn “geloof niet zou ophouden” (Luk. 22:32). 117

107 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication