113

de Rechtvaardige” (1 Johannes 2:1). De vertaling van het Griekse woord parakletos met “voorspraak” is omstreden. Zoals we al opmerkten, is een “voorspraak bij de Vader” iets anders dan een “advocaat bij de Rechter”. Het werkwoord parakaleo, waarvan het zelfstandig naamwoord parakletos is afgeleid, wordt in de meeste bijbelteksten weergegeven met “aansporen”, “aanmoedigen”, “vertroosten” of “vermanen”. Christus spoort niet de Vader aan om ons vergeving te schenken, maar Hij spoort ons aan om zelfs indien we hebben gezondigd met vrijmoedigheid tot God te naderen, vanuit de wetenschap dat Hij het “zoenoffer” is voor al onze zonden, en niet alleen voor de onze, maar voor die van de hele wereld. Omdat wij een hemelse Hogepriester hebben, roept de Hebreeënschrijver ons op om “met vrijmoedigheid te naderen tot de troon van de genade” (Hebreeën 4:16). Wij “hebben vrijmoedigheid om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, langs de nieuwe en levende weg die Hij ons heeft ingewijd door het voorhangsel heen, dat is zijn vlees” (Hebreeën 10:19-20). Het hogepriesterlijk werk van Christus is er op gericht om ons tot God te brengen. “Naderen” (Gr. proserchomai) is in de brief aan de Hebreeën een zeven maal terugkerend sleutelwoord: “Laten wij dus met vrijmoedigheid naderen…” (4:16) “Daarom kan Hij ook volledig behouden wie door Hem tot God naderen…” (7:25) “… daar de wet een schaduw heeft… kan zij… hen die naderen nooit volmaken” (10:1) “Laten wij naderen met een waarachtig hart, in volle zekerheid van het geloof…” (10:22) “Wie tot God nadert, moet geloven dat Hij is en dat Hij een beloner is van hen die Hem zoeken” (11:6) 124

114 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication