132

om bij te staan wie heeft gefaald, om “de goddeloze te rechtvaardigen” (Romeinen 4:5). Gods gerechtigheid staat in rechtstreeks verband met zijn “goedertierenheid”, zijn barmhartigheid en onverdiende goedheid (Psalm 51:3). Vanwege die gerechtigheid is er redding! Een ander voorbeeld vinden we in Psalm 31. De dichter van dit lied bevindt zich in een benarde situatie vanwege de dreiging van machtige vijanden. Hij schrijft: “Voor allen die mij benauwen, ben ik tot een smaad geworden, voor mijn buren allermeest, en voor mijn bekenden tot een schrik... Vergeten ben ik, uit het hart, als een dode; ik ben geworden als gebroken vaatwerk” (Psalm 31:12,13). In zijn omgeving is er niemand die hem helpt, hij staat volstrekt alleen en is de dood nabij. In die situatie smeekt hij: “Doe mij ontkomen door Uw gerechtigheid” (Psalm 31:2). Gerechtigheid is hier: “bevrijding van de hulpeloze, van de bedreigde, van de vereenzaamde” 26. Een derde voorbeeld ontlenen we aan het boek Jesaja. De schrijver merkt op dat de volken afgoden vereren en beschaamd zullen staan omdat die hen niet kunnen helpen (Jesaja 45:16,20). Maar Israël zal worden verlost (Jesaja 45:17). De HERE zegt over zichzelf: “Er is geen God behalve Ik, een rechtvaardige, verlossende God is er buiten Mij niet” (Jesaja 45:21) 26 Klaas D. Goverts, Gerechtigheid [serie: Woord voor Woord] Kracht van Omhoog, 49e jaargang, nummer 6, juni 1985 145

133 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication