161

veroordeling heeft gebracht, maar Christus alleen voor de gelovigen redding, kan niet verklaren waarom Paulus schrijft dat ”de genade van God veel meer overvloedig is geweest” (vs.15). Bovendien zou Paulus dan, zoals we al eerder opmerkten, de uitdrukking ”alle mensen” binnen één zin in verschillende betekenissen gebruiken. In vs.18a zou het ”de hele mensheid” betekenen, maar in vs.18b ”alle gelovigen”, dus een beperkte groep. De apostel zegt niet, dat door de ene daad van gerechtigheid alle mensen behouden kunnen worden, maar dat het ”voor alle mensen tot rechtvaardiging ten leven komt” en dat ”de velen rechtvaardigen worden”. Paulus spreekt niet over een mogelijkheid, maar over een werkelijkheid - al zien we die werkelijkheid nog niet. We mogen niet aan zijn woorden tornen. Want de eer van onze Verlosser is daarmee gemoeid. De schrijver van het evangelische commentaar merkt op: “Weliswaar ziet het er zo uit, alsof Paulus hier... de redding van allen... zou onderwijzen. In werkelijkheid spreekt hij op zulke plaatsen als in vers 18 ‘ongedekt’“ 46. In feite zegt de schrijver: “Paulus drukt zich in vers 18 een beetje slordig uit. Elders noemt hij de beperkende voorwaarden van geloof en gehoorzaamheid. Eigenlijk had hij dat in vers 18 ook moeten doen. Maar ja, hij ging ervan uit dat zijn lezers die beperkende voorwaarden nog wel in hun hoofd zouden hebben”. Door zich zo uit te drukken verheft de schrijver zich boven een apostel van Christus die werd geïnspireerd door Gods Geest. Paulus’ brieven behoren tot de heilige Schriften. Er mag niets aan worden toegevoegd of van worden afgedaan. Van Schriftkritiek horen Gods kinderen zich te onthouden. De opvatting, dat Paulus ”ongedekt” schreef, moet met klem worden afgewezen. 46 A.w., pag.10. 174

162 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication