169

Als Paulus met ”rechtvaardiging ten leven” (vs.18) een tijdelijke voortzetting van ons stoffelijk bestaan had bedoeld, zou Romeinen 5 het volgende sprookje vertellen: “Aan het hof van een oosters vorst pleegde een ambtenaar een ernstig misdrijf. Zó ernstig was dat misdrijf, dat de doodstraf erop stond. De betrokkene had onmiddellijk terechtgesteld moeten worden. Maar er trad een middelaar tussenbeide. De zoon van de koning betaalde een borgsom. Omdat dit een hoog bedrag was, werd de misdadiger voorlopig in vrijheid gesteld, al mocht hij zich niet meer aan het hof vertonen. Pas tien jaar later werd hij buiten het paleis onthoofd”. Denkt u, dat Paulus in Romeinen 5 zoiets bedoelde? Zou de apostel dan hebben kunnen schrijven, dat de genadegave ”véél overvloediger” was dan de veroordeling? (vs.15). Ik meen van niet. Samenvatting 1. “Alle mensen” tot wie zonde en dood is doorgegaan (Rom.5:12) zijn dezelfde ”allen” voor wie het door de overtreding van Adam tot veroordeling is gekomen (Rom.5:18) en ook dezelfde ”allen” voor wie het door de ene daad van gerechtigheid tot rechtvaardiging ten leven komt (Rom.5:18). 2. Paulus gebruikt de uitdrukkingen ”de velen” en ”alle mensen” als synoniemen (vergelijk bijvoorbeeld de verzen 12 en 15, of 18 en 19). De oorspronkelijke Griekse tekst van het NT zegt niet: ”zeer velen”, maar: ”de velen”. Met ”de velen” worden de vele nakomelingen van de ene stamvader bedoeld. ”Zeer velen” zou ondanks het feit dat het een groot aantal betreft, een kleinere groep kunnen zijn dan ”alle mensen”. Maar in Romeinen 5 is “velen” geen beperking ten opzichte van “allen”. 182

170 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication