De tekst boven dit hoofdstuk is opnieuw inspringend afgedrukt. Zo zien we in één oogopslag, dat “dood” staat tegenover “opstanding der doden”, “sterven” tegenover “levend gemaakt worden” en dat “één mens, Adam” staat tegenover “één mens, Christus”. Net als in Romeinen 5 maakt Paulus geen enkel onderscheid tussen de reikwijdte van de gevolgen van Adams val, en de reikwijdte van de gevolgen van Christus’ gehoorzaamheid. Vanwege Adams val zijn alle mensen stervelingen geworden. Vanwege Christus’ gehoorzaamheid zullen diezelfde “allen” eens worden levend gemaakt. Kerkleraars hebben gedurende de afgelopen vijftienhonderd jaar beweerd, dat alleen de gelovigen maar worden levend gemaakt; de rest van de mensheid wordt volgens hen aan de “Godverlatenheid” prijsgegeven. Maar Paulus lijkt in 1 Kor.15:22 iets anders te zeggen: volgens hem verlost Christus uiteindelijk álle mensen uit de banden van de dood. In kerkelijke kring heeft men altijd moeite gehad met de ruimhartigheid van de apostel en geprobeerd om zijn woorden in engere zin te interpreteren. Een Duitse visie Een Duits predikant heeft over 1 Kor.15:22 het volgende opgemerkt: “In de eerste plaats rijst de vraag, of hier eigenlijk wel sprake is van alle mensen en niet veeleer slechts van alle christenen. Reeds in het daaraan voorafgaande deel wendt Paulus zich tot de gelovigen, en dat geldt des te meer voor het vervolg. Niet dat hij de algemene opstanding der doden zou loochenen; maar hier is hij kennelijk slechts bezig met het onderwerp: ‘...die in Christus zijn ontslapen’ (1 Kor.15:18). Reeds in de verzen 12 tot en met 34 wordt het allengs duidelijk, dat opwekking meer 186
174 Online Touch Home