22

uitgeplozen touw (meestal hennep) en pek of teer, gewonnen uit bomen. De afdichting berust op de eigenschap van plantaardige vezels dat ze zwellen wanneer ze vocht opnemen. God gaf Noach opdracht om de romp van de ark zorgvuldig af te dichten. Het pek moest niet alleen aan de buitenkant, maar ook aan de binnenkant van het schip worden aangebracht. Zo zou de ark een veilig vervoermiddel worden, dat acht mensen en een groot aantal dieren voor de verdrinkingsdood kon behoeden. Zonder beschermende peklaag zou het schip water maken en uiteindelijk zinken. Zonder pek zou de ark falen. Om in bijbelse termen te spreken: de boot zou “zondigen” (het Griekse woord hamartia betekent immers “doelmissing”). Maar pek kon de zonde van het bouwsel bedekken, dat wil zeggen: de romp waterdicht maken, en nadat de dubbele peklaag was aangebracht zou de ark aan haar doel beantwoorden en veilig op haar bestemming aankomen. Indien Genesis 6:14 “concordant” was vertaald, zou er in het Nederlands hebben gestaan: “met vakken zult gij de ark maken en haar van binnen en buiten met een beschutting bedekken”. De grondbetekenis van kaphar is “bedekken”. Vandaar dat het woord kapporeth (NT hilasterion) met “verzoendeksel” wordt vertaald. Zoengeld Het zelfstandig naamwoord kopher vinden we behalve in Genesis 6:14 (waar het met “pek” is vertaald) nog in de volgende teksten. De vertalers hebben het daar met “zoengeld” of “losgeld” weergegeven: 26

23 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication