56

“En ik hoorde het geluid van citerspelers die op hun citers spelen. En zij zongen als een nieuw lied vóór de troon, vóór de vier dieren en de ouderlingen. En niemand kon dat lied leren behalve de honderdvierenveertigduizend, die van de aarde gekocht (Gr. agorazo) waren” (Openb.14:2-3) “Dezen zijn het die het Lam volgen waar het ook naartoe gaat. Dezen zijn gekocht (Gr. agorazo) uit de mensen, als eerstelingen voor God en het Lam” (Openb.14:4) “Christus heeft ons vrijgekocht (Gr. exagorazo) van de vloek van de wet door voor ons een vloek te worden, want er staat geschreven: Vervloekt is ieder die aan een hout hangt, opdat de zegen van Abraham in Christus Jezus tot de heidenen zou komen, en opdat wij de belofte van de Geest zouden ontvangen door het geloof” (Galaten 3:13-14) “Maar toen de volheid van de tijd gekomen was, zond God zijn Zoon uit, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet, om hen die onder de wet waren, vrij te kopen (Gr. exagorazo), opdat wij de aanneming tot kinderen zouden ontvangen” (Gal.4:4-5) De gedachtengang in deze teksten is de volgende: 1. Koper was Christus (Gal.3:13), “de Heere” (2 Pet.2:1), “het Lam” (Openb. 5:9). Wie Hij heeft gekocht, werden zijn slaven (1 Kor.7:22). God heeft, door Jezus Christus, allen gekocht, zodat alle mensen zijn eigendom zijn geworden. Maar een heer kan verschillende groepen slaven hebben, voor verschillende functies. De 144.000 zijn Israëlieten (volgens Openb.7) en vormen de “heilige rest” van Israël waarover door de profeet Zefanja is gesproken (Zef.3:13, vgl. Openb.14:5). 2. De prijs die Hij betaalde was zijn dood aan het kruis. Hij werd gehangen aan een hout (Gal.3:13). Hij betaalde met zijn eigen bloed (Openb.5:9). Hij werd “geslacht” (Openb.5:9). 62

57 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication