76

Weer is het: u hebt Jezus overgeleverd en verloochend, u hebt hem verworpen en gedood. Maar God heeft hem opgewekt uit de doden. Toen Petrus vanwege de genezing en de daarop volgende toespraak voor de Joodse raad werd gebracht, herhaalde hij wat hij tegen het volk had gezegd: “Leiders van het volk en oudsten van Israël! Wanneer wij vandaag ondervraagd worden over de weldaad aan een zieke man bewezen, waardoor hij gezond geworden is, laat het dan bij u allen en bij heel het volk Israël bekend zijn dat door de naam van Jezus Christus, de Nazarener, die u gekruisigd hebt maar die God uit de doden opgewekt heeft, dat door Hem deze man hier gezond voor u staat” (Handelingen 4:8-10) Opnieuw lezen we: u hebt Jezus gekruisigd, maar God heeft hem uit de doden opgewekt. Later in het boek Handelingen Hetzelfde geluid klinkt in de rest van het boek Handelingen. Tegen de Joodse raad zei Petrus: “De God van onze vaderen heeft Jezus opgewekt, die u omgebracht hebt door hem aan een hout te hangen; deze Jezus heeft God door zijn rechterhand verhoogd tot een Vorst en Zaligmaker; om Israël bekering te geven en vergeving van zonden” (Handelingen 5:30-31) In het huis van de Romein Cornelius sprak de apostel: “En wij zijn getuigen van alles wat Hij [d.i. Jezus] gedaan heeft, zowel in het Joodse land als in Jeruzalem. Zij hebben Hem gedood door Hem aan een hout te hangen. Deze heeft God opgewekt op de derde dag en Hij heeft gegeven dat Hij zou verschijnen, niet 84

77 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication