14

En zij stonden in die richting; zij leefden waardig en dienden als slaaf4 en ze hadden een verwachting. Maar hoe zat dat precies? Zij wisten het niet. “Paulus uitte de wens om naar hen terug te keren om de gebreken van hun geloof recht te leggen. Zij waren nog onwetend inzake het de ontslapenen.” … “Nacht en dag smeken wij boven alle mate om jullie aangezicht te zien en het ontbrekende van jullie geloof aan te passen.” 1Thess.3:10 [NCV] ‘Nacht en dag smeken wij …’, ik vraag me wel eens af hoeveel Paulus dan sliep?! Dat was niet veel, je hebt wel van die weken dat je ook niet zoveel slaapt. ‘Het ontbrekende’ staat hier taalkundig in het meervoud, dus meerdere punten. Als je deze brief van Paulus leest, dan zie je dat hij verschillende dingen graag aan de Thessalonicenzen wil meedelen. Eén van de hoofdpunten lezen wij in 1 Thessalonicenzen 4:13-18. Paulus spreekt over geloof, liefde en verwachting. Dat is bijzonder als je bedenkt dat dit de eerste brief is die hij schreef. Want hij spreekt over dingen die deze hele periode van beheer van genade5 zouden blijven, tot de bazuin klinkt. Want als die bazuin klinkt, gaat geloof over in zien en gaat verwachting ingelost worden. Wat blíjft is de liefde, en dat is precies wat hij zegt in 1 Corinthiërs 13. Wat is bijzonder? Dat is dat Paulus in de eerste brief dingen schrijft die te maken hebben met het einde van het beheer van genade. En dat is door God zo geleid, 18

15 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication