48

“Ongetwijfeld zijn er heiligen – denk maar aan Paulus, Timotheüs en Titus – die aan de vermaning niet te dommelen gevolg geven. Maar hoe zit het met ons en de rest? Wanneer dit af zou hangen van onze waakzaamheid en nuchterheid, verdienden wij het beslist niet levend gemaakt en weggenomen te worden om de Heer in de lucht te ontmoeten! Deze constatering illustreert precies hoe in dit beheer de alles overtreffende genade in de praktijk uitwerkt. Aan het einde van deze bedeling zal dan ook niemand voor zijn verleden gestraft worden door van de opstanding uitgesloten te worden – wat overigens bij de besnijdenis wel gebeurt. Om dit te benadrukken gebruikt de Schrift tweemaal achtereen, in 1 Thessalonicenzen 4:17 en 5:1, de woorden ‘gelijktijdig’ (hama) en ‘tezamen’ (sun): allen zullen wij gelijktijdig en tezamen worden opgenomen.” … We zijn misschien in slaap gesukkeld, moe, geestelijk gezien, maar toch: als die bazuin klinkt zullen wij erbij zijn. Gelijktijdig tezamen met Hem leven! Let op dat “gelijktijdig tezamen”. Dat had Paulus ook geschreven in 1 Thessalonicenzen 4 – “gelijktijdig tezamen met Hem” – dus daar grijpt hij terug op dat moment van de bazuin. Dat houdt dat leven dus in. Hem ontmoeten daar in de lucht; gelijktijdig, gezamenlijk! Wie horen bij het lichaam van Christus? Alleen Gods Woord, Zijn belofte, zal vervuld worden en het hele lichaam van Christus – al de verzegelden – zullen erbij zijn. Daar is niemand van uitgezonderd. Hoe wonderlijk iemands verwachting ook kon zijn, als je deel uitmaakt van het lichaam van Christus, dan zul je daarbij zijn. Dat is niet afhankelijk van onze verwachting. En dat is ook wat Paulus zegt in 54

49 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication