“ De cafetaria van de toekomst heeft in ieder geval bestaansrecht!” HOE GAAT DE CAFETARIA ER IN DE TOEKOMST UITZIEN? HET IS EEN VRAAG DIE VEEL ONDERNEMERS BEZIG HOUDT. IN SAMENWERKING MET REMIA NODIGDEN WE EEN AANTAL CAFETARIA ONDERNEMERS UIT OM ROND DE TAFEL TE GAAN ZITTEN EN TE SPARREN OVER ONDERWERPEN DIE SPELEN IN DE CAFETARIA. Ivo van Harmelen, Geor Schuurman en Roy den Hartog van Remia en Ralph Markwat, FHC Formulebeheer, dienden als discussieleiders en stelden zes stellingen aan de kaak. Aanwezig zijn: Patrick Nieuwveld (Kwalitaria Hoogvliet), Yunce Yang (Family Beverwijk), Bianca van Dop (Foodmaster de Parel), Eddy Couwenberg (Kwalitaria de Bisschopshoeve in Breda), Edwin van Es (cafetaria Bon Appetit), Corjan Treffers (Family Honselersdijk). BEZORGEN: GEEN MUST WEL EEN GOEDE AANVULLING Het gesprek wordt geopend met het thema bezorgen. Moet je bezorgen om je staande te houden als cafetaria? Patrick, die zelf bezorgt, ziet het vooral als een mooie aanvulling. “Wij hebben bewust gekozen om het wel te gaan doen. Alleen met bezorgen hebben we al 20% extra omzet gecreëerd. We hebben er vooral nieuwe klanten mee aangetrokken.” Bianca reageert hierop “Je hebt wel meer om over na te denken.” Patrick: “Zeker het is een bedrijf in een bedrijf.” Edwin vindt dat het erg locatiegebonden is: “Ik heb een dorp van 5.500 inwoners en er zijn twee cafetaria’s. Wanneer ik ga bezorgen zal ik er iets van meepikken maar moet je de hele wereld hebben?” Corjan ziet dat veel bedrijven gaan bezorgen uit angst. “Ze zien hun omzet dalen. Ik denk dat je dan beter de vraag kunt stellen waarom dat gebeurt en of je dat niet kan terugdraaien. Pas als de basis goed is, kun je gaan bezorgen.” Yunce is het daarmee eens. “Bezorgen is heel erg arbeidsintensief en de opbrengst is minimaal.” Toch vindt Yunce wel dat er aan de klant gedacht moet worden. “Wat verlangt de consument straks van ons?” Ralph beaamt dat “gaat de klant straks nog wel in de rij staan?” Over het antwoord zijn de meningen verdeeld. “Jongeren komen juist bij mij eten”, aldus Bianca. Maar daartegenover zien de ondernemers ook dat jongeren bijna alles met hun telefoon doen. EEN VITRINE NIET MEER VAN DEZE TIJD? Het is een typisch herkenningspunt van de cafetaria: de vitrine. Dat was ook de reden waarom Corjan hem hield bij het openen van zijn nieuwe cafetaria in november 2016. “Ik nam een cafetaria over met een hoge afhaalomzet, dit wilde ik niet om zeep helpen. Achteraf had het niet gehoeven. "Ik vind de vitrine afdoen aan mijn zaak, het is een voorraadbak." Ik heb vorige week besloten dat ik hem dicht ga timmeren.” Yunce vindt dat het toch echt een communicatiemiddel is. “Het is lastig om hem netjes te houden in de spits dus daarom ben ik eigenlijk voor een opdeling. De ene helft kun je voor je voorraad gebruiken en de andere helft om producten te presenteren.” Bianca heeft al 30 jaar geen vitrine. “Wij hebben lades. Het is snel en opgeruimd.” Corjan: “Wij zitten redelijk dichtbij Bianca en ik heb wel eens aan klanten gevraagd of ze een vitrine miste. Niemand besefte het eigenlijk.” Patrick is juist voor een vitrine. In de spits komen er toch heel wat mensen die niet op de borden maar in de vitrine kijken wat ze willen eten. Het geeft ons extra omzet.” Ook Eddy is het daarmee eens. “Ik heb de vitrine ook nodig om te laten zien dat ik een cafetaria ben.” ALS CAFETARIA MOET JE MEEGAAN MET GEZONDHEIDHYPES Edwin: “De cafetaria wordt in een hoekje gezet met de stempel ‘dat is slecht’ maar ik vind dat je gewoon af en toe van vet moet kunnen genieten.” Patrick: “Wat is er mis met de frites en de aardappel? Het is zo frustrerend dat mensen ons als slecht bestempelen. Ga je uit eten en zit je lekker patat bij het gerecht te snaaien, dan ben je een bourgondiër. Maar ga je naar de snackbar voor een patatje dan ben je een vetzak.” De andere ondernemers zijn het hier mee eens. De perceptie is verkeerd. 13
14 Online Touch Home