ARGON doet het goed met zelf opgeleide spelers Marcel Wagenhuis ren Hans Visser Selecties en partijvormen bij pupillen is afwijkend beleid “Selecties bij de pupillen worden gemaakt door middel van een interne competitie”, legt Ronald Schalkwijk uit. “Wij starten het seizoen met de F1 en F2 en halverwege (in januari) komt daar de F3 bij, dat uiteindelijk de F1 moet worden in het volgende voetbaljaar. Bij de E pupillen zijn de E3 en E4 1e jaars en E1 en E2, 2e jaars. Vanaf november wordt er bij 2e jaars E-tjes, 9 tegen 9 gespeeld op uitgezette velden van de randen van ‘t strafschopgebied tot aan strafschopgebied. En aan beide zijden van de velden, 5 meter smaller. Het “9 tegen 9 beleid van Argon” is onderscheidend en aldus belangrijk voor alle betrokkenen. Het is voor ons de ideale tussenstap van de E naar de D. Wij zijn misschien ook een beetje eigenwijs”, glimlacht hij, “Want waar de KNVB bij de E, 7 tegen 7 predikt, zijn wij daar niet echt voorstander van”. Op onze vraag waarom, antwoordt Rens: “Bij 7 tegen 7 vinden wij de afstanden op het veld te groot. Dan zijn ze meer aan het hardlopen dan aan het voetballen. Techniek bij de E is belangrijk, dus de kinderen dwingen we om in een kleinere ruimte te voetballen. Dan wordt er óók méér gevraagd van hun techniek en de daarbij behorende vaardigheden”. Ronald en Rens willen daardoor meer 1 tegen 1 situatie’s creëren. Zoals gesteld, is dit, naast de techniektrainingen, allemaal een tussenstap op de voorbereiding naar de D pupillen. Dan wordt er al op een groter veld gespeeld. De nadruk bij de training van de D’s, ligt voornamelijk in positie kiezen en taken uitvoeren. Ronald: “Wij achten in het spel taakgerichtheid belangrijk. Bij de D’s is training in combinatie met coachen, verplicht. Het coachmoment ligt al in de trainingen en oefeningen. Dan wordt dáár reeds op ingespeeld voor de komende wedstrijd”. Discipline Tot slot: discipline staat bij Argon hoog in het clubvaandel. “Kleding moet in orde zijn. Iedereen krijgt dezelfde speeltijd, behalve als er niet of minder wordt getraind. Er wordt daarover nauwelijks met de ouders gesproken. Die beslissingen liggen geheel en al bij ons. De vragen worden n.l. bij de spelers zelf neergelegd. Bijvoorbeeld, wat er moet gebeuren, als een speler te laat komt. Het moet bij het spelertje zelf gaan leven, vinden wij. Argon heeft óók een opvoedkundige taak. Ouders conformeren zich daar aan, als zij hun kroost als lid aanmelden. Binnen de E is begonnen, de trainers aan te spreken met “trainer” en niet meer bij de voornaam. Open vragen stellen aan de jongens en vooral de WAAROM-vragen. Dit is onze wijze om ze áán ons te binden, n.l. door een vertrouwensband op te bouwen. We hebben er niets aan, als spelertjes na een jaar al weer weggaan. Thuis voel je je, o.a door een warme ontvangst en in het allereerste gesprekje op het gemak stellen. En uiteraard op de training kwaliteit te laten zien. Wij spinnen hier garen bij!”, besluit Ronald Schalkwijk het interview. n Harry Dost geeft 2 nieuwe voetbalboeken uit. Sinds 1983 is hij actief voor FC.Twente. Hij geeft invulling aan de fysieke trainingen zoals fysieke testen, coördinatie, kracht en revalidatie. Hij werkte samen met de trainers Korbach, Vonk, Meyer, Rutten, van ’t Schip en Vandereijken. In 2001 was hij betrokken bij het behalen van de Amstel-Cup. Foto: Frank Hillen Nu is hij werkzaam bij de voetbalacademie van FC. Twente. Het omgaan met en het trainen van jeugd heeft zijn grote belangstelling. Zonder jeugd geen toekomst. Naast enkele boeken en vele publicaties en lezingen over trainingsbelasting en herstel, werkte hij mee aan het maken van video’s en dvd’s over loop- en coördinatietraining voor atleten, spelsporters en voetballers. Werkboek fysieke training in jeugdvoetbal, een praktische benadering. Harry Dost beschrijft in dit boek de noodzaak van een veelzijdige motorische vorming voor de (jeugdvoetballer). Speelse en gerichte oefenvormen op het gebied van lopen, springen, werpen en krachttraining worden uitgebreid behandeld. Hiernaast is veel aandacht geschonken aan een speelse core stabiliteit- en mobiliteitsoefeningen. Veel basismotorische oefeningen kunnen in de revalidatietraining gebruikt worden. Enkele voorbeelden van specifieke coördinatie en snelheidstrainingen voor jeugd worden methodisch beschreven. Een praktisch boek (242 blz.) met meer dan 600 foto’s die de tekst illustreren. n 22 VoetbalTotaal | November 2010
23 Online Touch Home