13

KienhuisHoving informeert Detailhandelsbedrijfsruimte In het begin van de Coronacrisis wisten wij juristen nog niet zo goed voor wiens risico (huurder of verhuurder van detailhandelsbedrijfsruimte) de gevolgen van de overheidsmaatregelen waren. Immers als gevolg van de van overheidswege gedwongen sluiting van horecabedrijven vielen hun inkomsten in één klap weg. Daarnaast ontvingen winkels nauwelijks nog klanten als gevolg van de intelligente lockdown. Hoewel de omzet wegviel, liepen de vaste lasten, zoals de huur, gewoon door. Is het de huurder toegestaan om geen of minder huur te betalen? Ten tijde van het schrijven van deze column zijn 3 uitspraken gepubliceerd die betrekking hebben op de coronacisis en de verhuur van (detailhandels)bedrijfsruimte. Rechtbank Noord-Nederland, 27-05-2020 1 Een horecapand dat Inbev huurt van een vastgoedbelegger en onderverhuurt aan een horecaexploitant is vanwege de coronamaatregelen gedwongen gesloten. Inbev heeft zelfstandig de huurprijs met een derde opgeschort en beroept zich vervolgens op huurprijsvermindering. Het niet kunnen gebruiken van het gehuurde vanwege een gedwongen overheidsmaatregel kwalificeert volgens Inbev als gebrek in de zin van artikel 7:204 lid 2 BW. De kantonrechter overweegt dat hij het voorstel van Inbev om twee derde van de huurprijs te betalen redelijk acht en wijst de vordering van verhuurder af.2 Rechtbank Gelderland, 29-05-2020 3 Voetbalclub Vitesse wil tot 1 september 2020 geen/minder huur betalen voor stadion Gelredome, omdat zij vanwege de beperkingen i.v.m. de coronacrisis geen betaald voetbalwedstrijden mag het stadion. De kantonrechter wijst de vordering van Vitesse af. De rechter is het weliswaar met Vitesse eens dat de beperkingen door de coronacrisis een onvoorziene omstandigheid vormen, maar heeft Vitesse haar vordering niet genoeg onderbouwd om recht op huurkorting te krijgen.4 Vitesse wordt in het ongelijk gesteld. Rechtbank Overijssel, 3-5-2020 5 De horecaondernemer heeft per 1 maart 2020 haar huurbetalingen opgeschort, aangezien er geen inkomsten meer binnenkomen. De kortgedingrechter is van oordeel dat de overheidsmaatregelen voor risico van de huurder komen nu in de ROZ Algemene Bepalingen is opgenomen dat de huurder verantwoordelijk is voor het verkrijgen en behouden van de vereiste vergunningen/ ontheffingen. De kantonrechter stelt dit -m.i. ten onrechte- gelijk aan coronamaatregelen. Daarnaast zijn er volgens de rechter vele situaties denkbaar waarbij de huurder een terugval in inkomsten heeft en deze Deze column is geschreven door: Marlies Knook, advocaat Bouwrecht, Huurrecht, Landgoederen, Vastgoed- en Gebiedsontwikkeling. e-mailadres: marlies.knook@kienhuishoving.nl I Telefoonnummer: 053 - 480 42 66 voor rekening van de huurder komen. De coronacrisis maakt dit niet anders, aldus de kantonrechter. Mijn conclusie De uitspraken variëren nu de onderliggende feiten van de gevallen niet gelijk zijn. Daarnaast zijn in de procedures niet dezelfde juridische standpunten naar voren gebracht. Er is nog geen vaste lijn te ontwaren behalve wellicht dat een gedwongen sluiting vanwege een overheidsmaatregel is aan te merken als gebrek in de zin van artikel 7:204 lid 2 BW. Er zullen ongetwijfeld nog meer uitspraken volgen, voordat we over deze kwestie meer zekerheid zullen hebben. 1 ECLI:NL:RBNNE:2020:1979. 2 In onderhavige zaak was een beroep op huurprijswijziging niet uitgesloten, waardoor de vordering van Inbev kon worden toegewezen. 3 ECLI:NL:RBGEL:2020:2768. 4 In de huurovereenkomst is, zoals gebruikelijk, elk recht van Vitesse op huurkorting uitgesloten. Die regel kan echter worden doorbroken als er onvoorziene omstandigheden zijn, waardoor het op grond van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Vitesse aan de huurovereenkomst wordt gehouden. 5 ECLI:NL:RBOVE:2020:1906. 21

14 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication