REGIONALE AGENDA 2025-2028 & BEGROTING 2025-2028 11-09-2024
WAT DOET DE GMR WAT KENMERKT ONZE REGIO Tot de GMR behoren de gemeenten Arnhem, Berg en Dal, Beuningen, Doesburg, Druten, Duiven, Heumen, Lingewaard, Mook en Middelaar, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Westervoort, Wijchen en Zevenaar. De regio grenst aan Duitsland en ligt grotendeels in de provincie Gelderland. De gemeente Mook en Middelaar ligt in het uiterste noorden van de provincie Limburg. De opgaven van de GMR zijn: • Groene groeiregio (verbinden van ruimtelijke opgaven en woningbouw) • Productieve regio (economie en arbeidsmarkt) • Ontspannen regio (leefbaarheid, natuur en landschap, cultuur en erfgoed) • Verbonden regio (mobiliteit en bereikbaarheid) • Circulaire regio (circulariteit, duurzaamheid, klimaat en energie) Diversiteit De diversiteit van het stadse, het dorpse en het groen. Wil je de drukte in, dan ga je zo de stad in. Wil je de rust in, dan kan dat ook: binnen vijf minuten ben je in een bos en kun je heerlijk wandelen. Ons groene profiel komt door zowel het groen in de steden als de omgeving daarbuiten en onze prachtige natuur met rivieren, bossen en komgebieden. Rivierengebied en stuwwallen Ons rivierengebied zorgt voor een spectaculaire natuur van rivieren. De grote dynamische rivieren van ons land, de Waal, IJssel, Rijn en Maas stromen allemaal door onze regio. Deze rivieren zijn krachtige ecosystemen omdat ze altijd te maken hebben met verschillende waterstanden en sterk veranderende seizoensinvloeden. Langs deze rivieren liggen stuwwallen uit de ijstijd, op de Veluwezoom en in het Rijk van Nijmegen. Deze stuwwallen kennen een bijzondere natuur met heuvels, bossen, beken, heide en belangrijke drinkwatervoorraden. Ligging Onze ligging in Europa is bijzonder gunstig en we zijn een grensregio. We zijn een belangrijk knooppunt op het Europese vervoersnetwerk, dat Nederland en de Randstad verbindt met o.a. Duitsland. • als organisatie Wij zijn een samenwerkingsverband van zeventien gemeenten op basis van een gemeenschappelijke regeling. De organisatie houdt zich hoofdzakelijk bezig met uitdagingen in het ruimtelijke domein. • als gebied Het gebied kent meerdere aanduidingen als het gaat om de naam. De afbakening is, dat wij hieronder de Groene Metropoolregio en het geografisch gebied regio Arnhem-Nijmegen verstaan en gebruiken. We voegen altijd ‘regio’ toe. We benadrukken daarmee dat het een groter geografisch gebied is, een regio, en niet alleen een stedelijk gebied. Innovatieve organisaties De regio blinkt vooral uit in innovatieve organisaties op het gebied van energie, hoogwaardige techniek en gezondheid. De kracht van deze organisaties, in combinatie met campus, universiteit, hogeschool en diverse ROC’s, maakt deze regio interessant. Denk aan ConnectR, Noviotech Campus, Radboudumc, Radboud universiteit, HAN University of Applied Sciences en Hogeschool Van Hall Larenstein. Onze uitdagingen Er is een enorme druk op de regio om te wonen, te werken, te bezoeken, te studeren en te ontspannen. En tegelijkertijd is er de zorg voor onze natuurlijke omgeving, die daarbij voor eco-systeemdiensten als drinkwater zorgt. Daarom moeten we investeren in woningbouw, bereikbaarheid, economie, duurzaamheid, natuur, landschap, recreatie en toerisme. 2
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 1. INLEIDING 2 GROENE GROEIREGIO Speerpunt verbinden van de ruimtelijke opgaven Speerpunt wonen in balans: versnellen van de woningbouw 3. PRODUCTIEVE REGIO 5 6 9. PARAGRAFEN 13 14 16 23 Speerpunt toekomstbestendige werklocaties 25 Speerpunt verbeteren van de dienstverlening aan het mkb Speerpunt slimmere en schonere logistiek 4. ONTSPANNEN REGIO Speerpunt groen-blauw raamwerk en landelijk gebied Speerpunt recreatie en toerisme Speerpunt cultuur 5. VERBONDEN REGIO Speerpunt duurzame mobiliteit en gedrag Speerpunt voorzieningen en infrastructuur 6. CIRCULAIRE REGIO Speerpunt grondstoffen en ketens Speerpunt circulaire bouw en infra Speerpunt water en klimaatadaptatie Speerpunt energietransitie 7. BEGROTING 2025-2028 7.1 Het regiobureau (programma) 7.2 De vijf opgaven (programma) 7.3 Geprognosticeerde balans 26 27 29 32 33 35 37 40 42 45 47 48 49 50 53 54 56 58 60 9.1 Paragraaf 1: Risico’s en weerstandsvermogen 60 9.2 Paragraaf 2: Financiering 9.3 Paragraaf 3: Bedrijfsvoering 9.4 Paragraaf 4: Verbonden partijen 61 61 62 9.5 Paragraaf 5: Ontwikkeling van het EMU saldo Bijlage 1: Kerngegevens Bijlage 2: Deelnemende gemeenten Bijlage 3: Inwoneraantallen per gemeente Bijlage 4: Bijdrage per gemeente Bijlage 5: Lasten en baten per opgave 62 65 66 67 68 69 8. BEDRAG HEFFING VENNOOTSCHAPSBELASTING 59 3
4
VOORWOORD Voor u ligt de regionale agenda 2025-2028 en bijbehorende begroting. De afgelopen jaren hebben we nagedacht over hoe we ons moeten gaan voorbereiden op de nabije toekomst. We hebben in diverse plannen, zoals het regioarrangement en NOVEX ontwikkelperspectief, samen met andere overheden, uitgebreid bepaald wat nodig is om op de toekomst voorbereid te zijn. Heel kort samengevat gaat het over maatregelen om bijvoorbeeld drinkwatervoorraden veilig te stellen, onze rivieren in toom te houden en eveneens verdroging aan te pakken. Zowel in het rivierengebied als op de stuwwallen. Het zuiniger en slimmer omgaan met energie, grondstoffen en producten. Circulaire economie is een transitievraagstuk waar de hele samenleving mee te maken heeft. We willen verspilling voorkomen, anders ontwerpen en de levensduur van producten verlengen om grondstoffen te sparen. En het huidige energienetwerk stelt ons voor grote uitdagingen die om slimme keuzes vragen. Er is ruimte nodig voor bedrijven, het bouwen van 60.000 woningen en ruimte om de bereikbaarheid te garanderen. Er zijn gebieden in de regio waar nog niet duidelijk is hoe concurrerende ambities op elkaar kunnen worden afgestemd. Maar er zijn ook gebieden waar we gewoon aan de slag kunnen. Daar is de opgave helder en is het een kwestie van uitwerken en budget organiseren. Met alle plannen die we hebben gemaakt en de Regio Deal die is gesloten met het Rijk, de provincie Gelderland en The Economic Board kunnen we verder. Alle ontwikkelingen die nodig zijn, hebben ruimte nodig. Keuzes maken is onvermijdelijk om tot uitvoering te komen. Dit vraagt om een manier van werken die we niet gewend zijn; het verdelen van schaarste, van ruimte en van financiële middelen. De samenwerking zal behoorlijk op de proef worden gesteld. Tegelijkertijd is samenwerken de enige weg om hieruit te komen. De komende jaren zal blijken hoe succesvol wij deze problemen kunnen oplossen. Ik heb er alle vertrouwen in, maar het zal zeker niet makkelijk zijn. We kijken verwachtingsvol naar de toekomst. We gaan ervan uit dat wat de afgelopen jaren in gang is gezet, doorgezet kan worden. Dat we aan het werk kunnen met alle plannen die zijn gemaakt. Dit vergt veel van de samenwerking, maar ik geloof daarin! Namens het algemeen bestuur van de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen, Hubert Bruls Voorzitter 5
1. INLEIDING De Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen (GMR) is, als opvolger van het gemeenschappelijk orgaan Regio Arnhem-Nijmegen, op 1 januari 2021 van start gegaan. De GMR is een samenwerkingsverband van zeventien gemeenten. De regio is een van de vijf metropoolregio’s van het land. Dit is de derde regionale agenda van de GMR. De eerste agenda ging over 2022, de tweede over 2023-2024. Deze derde agenda gaat over vier jaar: 2025-2028. OPGAVEN 2025-2028 De GMR krijgt de komende jaren te maken met een enorme groei van het aantal inwoners. Tussen 2020 en 2040 zijn er naar verwachting 60.000 extra woningen nodig. Deze woningen moeten betaalbaar en duurzaam zijn en aansluiten bij de woonwensen van verschillende doelgroepen. Om dit voor elkaar te krijgen is regionale samenwerking belangrijk. Mede door de verwachte groei van het aantal inwoners neemt de druk op bereikbaarheid van werk en voorzieningen nog verder toe. Ook hiervoor zijn forse investeringen nodig die om een gezamenlijke aanpak vragen. Meer inwoners leidt tot een grotere behoefte aan banen. We werken regionaal samen aan een stabiele economische infrastructuur waarbij er in de toekomst voldoende geschikte banen zijn. Naast werk, zijn voor onze inwoners recreatieve en culturele voorzieningen en natuur rondom de steden en dorpskernen belangrijk. De druk op het landschap en de voorzieningen neemt toe en ook hier is een regionale aanpak vereist om slim en efficiënt in deze behoefte te voorzien. We moeten hierbij scherpe keuzes maken; niet alle ambities passen in de ruimte die in onze regio beschikbaar is. Daarnaast moeten we onze CO2 -footprint fors verkleinen, hebben we steeds vaker te maken met tekorten aan grondstoffen en materialen en kan ons energiesysteem de toenemende vraag naar elektriciteit niet aan. Deze thema’s vragen om een regionale aanpak, aanvullend op die van gemeenten, provincie en Rijk. We staan voor de uitdaging om de groei van wonen, werken en mobiliteit zo te realiseren dat we een balans vinden tussen levendige stedelijkheid en ontspannen leefkwaliteit, we noemen dat groene groei. Om dit te bereiken, werken we met de gemeenten aan vijf opgaven: • Groene groeiregio (verbinden van ruimtelijke opgaven en woningbouw) • Productieve regio (economie en arbeidsmarkt) • Ontspannen regio (leefbaarheid, natuur en landschap, cultuur en erfgoed) • Verbonden regio (mobiliteit en bereikbaarheid) • Circulaire regio (circulariteit, duurzaamheid, klimaat en energie) Op deze opgaven is regionale samenwerking om verschillende redenen van belang, te weten: Slim omgaan met de ruimte Er is sprake van schaarse ruimte en veel opgaven. We kijken samen waar we welke functies willen en kunnen realiseren en hoe functies slim gecombineerd kunnen worden. We hebben hiervoor een goede regionale visie op de ruimtelijke inrichting nodig, die doorwerkt in lokaal omgevingsbeleid. Opgaven overstijgen de gemeentegrenzen De opgaven zijn te veel omvattend om op gemeentelijk niveau aan te pakken. Veel maatregelen die in de ene gemeente genomen worden, zijn direct van invloed op opgaven in andere gemeenten. Voor de meest optimale oplossingen is samenwerking nodig. Financiering van bovenlokale maatregelen We hebben te maken met bovenlokale opgaven met hoge kosten. Denk aan bovenlokale mobiliteitsopgaven, natuurherstel, een robuust watersysteem en de energietransitie. Een regionale aanpak geeft ons meer slagkracht richting diverse ministeries, de provincie en Europa. 6
Verplichting provincie en Rijk om opgaven regionaal op te pakken Provincie en Rijk verplichten gemeenten om opgaven in regionaal verband op te pakken. Voorbeelden van verplichte programma’s zijn de Woondeal, de Regionale woonzorgvisie, het regioarrangement, het NOVEX ontwikkelperspectief, de aanpak voor het landelijk gebied, het Regionaal Programma Werklocaties (RPW) en de Regionale Energie Strategie (RES). De GMR vervult bij deze programma’s een verbindende en coördinerende rol. Efficiency en kostenvoordelen Door samen op te trekken kan met dezelfde mensen en middelen meer bereikt worden. Bijvoorbeeld door kostenvoordelen bij gezamenlijke inkoop, het delen van kennis en het samen uitvoeren van projecten, waardoor minder menskracht nodig is. FOCUS OP UITVOERING In deze regionale agenda staan dezelfde vijf opgaven centraal als in de voorgaande agenda’s. Onze opgaven zijn niet veranderd. Dit betekent niet dat we hetzelfde blijven doen. We komen in een nieuwe fase. In de eerste jaren van het bestaan van de GMR is gebouwd aan een gezamenlijk beeld van de toekomst van de regio. Daarom lag in de regionale agenda’s voorheen de focus op beleidsontwikkeling, onderzoek en planvorming. Dit is vastgelegd in o.a. het regioarrangement. Voor de periode 2025-2028 ligt onze focus op uitvoering. Dat doen we als regio niet zelf, de uitvoering gebeurt door gemeenten en andere partners. Wij ondersteunen die uitvoering wel. Door betrokkenen bij elkaar te brengen, samenwerking te organiseren, gebiedsprocessen te helpen organiseren, financieringsstrategieën te ontwikkelen en middelen te helpen organiseren, te lobbyen, ons verhaal in te brengen in het programma NOVEX en andere samenwerkingen. Bovendien zorgen we dat we onze aanpak, samen met alle betrokkenen, aanpassen op nieuwe kansen en ontwikkelingen. 7
INTEGRATIETAFEL VOOR SAMENHANG TUSSEN OPGAVEN Afgelopen jaren bleek er steeds vaker de behoefte te zijn om (ruimtelijke) vraagstukken integraal aan te vliegen, denk aan het groen-blauw raamwerk, maar ook bijvoorbeeld onderwerpen als logistiek en circulair bouwen. In aanloop naar deze agenda wordt geoefend met een werkwijze hiervoor. Een zogenaamde integratietafel om zo de transparantie van processen en besluitvorming te vergroten en faciliterend te zijn aan de verschillende opgaven. De werkwijze is bedoeld om bij de start op de integratietafel een onderwerp van alle kanten te belichten. Op deze manier kunnen we de opgaventeams gericht opdrachten meegeven en het te doorlopen proces op voorhand goed uitlijnen. Deze werkwijze moet ertoe leiden, dat in een aantal stappen een integraal advies wordt gegeven richting de verschillende opgaven en uiteindelijk het algemeen bestuur. De integratietafel kan zich ontwikkelen tot een logische plek voor de inbreng van externe partners. Voor de integratietafel maken de bestuurlijke opdrachtgevers samen met het dagelijks bestuur een jaarkalender, wat meer structuur geeft. Het algemeen bestuur bespreekt deze kalender. UITVOERINGSKRACHT GEMEENTEN Veel uitvoering ligt op het bordje van de deelnemende gemeenten. In heel Nederland en eveneens in onze regio kampen gemeenten met personele krapte. Door meerdere oorzaken, waaronder personele capaciteit, netcongestie en stikstof, komt de uitvoering van plannen in het gedrang. Daarnaast zien we dat de complexiteit van de leefomgeving toeneemt. Er is een toenemende inhoudelijke en ruimtelijke afhankelijkheid tussen de opgaven. Binnen de GMR adviseren de gemeentesecretarissen, verenigd in de netwerkdirectie, over de haalbaarheid van de plannen, op basis van o.a. de beschikbare capaciteit. Voor de uitvoering van de 8 regionale agenda is, voor zover mogelijk, geïnventariseerd welke personele capaciteit gemeenten nodig hebben om de agenda uit te voeren. Een tekort aan personele capaciteit is geconstateerd voor met name: • de uitvoering van de Woondeal, met name projectleiders, plantoetsers en verkeersdeskundigen • de energietransitie, de hiervoor vereiste capaciteit is vaak alleen extern verkrijgbaar • projectleiders en verkeersdeskundigen voor de planvoorbereiding van mobiliteitsmaatregelen • begeleiders van ruimtelijke gebiedsprocessen en de uitwerking daarvan in uitvoeringsplannen Geen enkele gemeente in onze regio is in staat om, in de huidige arbeidsmarkt, de geschetste personele knelpunten zelfstandig op te lossen. Juist samenwerking op de schaal van de GMR maakt het mogelijk om met elkaar oplossingen te genereren. Naar aanleiding van de inventarisatie zijn de volgende maatregelen genomen of in voorbereiding om dit capaciteitsvraagstuk aan te pakken: 1. Startersprogramma Werken in Gelderland Met een provinciale bijdrage draait het startersprogramma Werken in Gelderland, dat is toegespitst op woningbouw. Hier maken meerdere gemeenten in de regio gebruik van. 2. Flexpool met specialisten Met provinciale bijdrage draait een Flexpool van specialisten in de GMR, die specifiek voor de versnelling van de woningbouwopgave wordt ingezet. Het regiobureau coördineert dit. Er wordt door meerdere gemeenten in onze regio gebruik gemaakt van deze specialisten. De Flexpool bestaat uit ingehuurde adviseurs die tijdelijk worden ondergebracht bij de gemeenten voor afgebakende klussen en opdrachten. De Flexpool werkt goed, maar is duur en er is onvoldoende borging van kennis in de regio.
3. Inrichten projectleiderspool Samen met het P&O-Netwerk Arnhem-Nijmegen is inmiddels een opzet gemaakt, met gebruik van de expertise van de Regio West-Brabant. Het is de bedoeling om te starten met het in dienst nemen van vijftien projectleiders, die door gemeenten kunnen worden ingehuurd voor specifieke werkzaamheden of als aanvulling op de Flexpool. Het profiel van de projectleiders wordt gerelateerd aan de opgaven van de GMR. Op deze manier verwachten we goedkoper te kunnen werken en blijft de kennis in de regio. Het projectvoorstel is nagenoeg afgerond. We verwachten dat de projectleiderspool in 2025 operationeel is. De financiële dekking voor het aanstellen van bijvoorbeeld de vijftien projectleiders, zit niet in de regionale begroting. Dit kan gefinancierd worden uit de huidige vacatureruimte bij de deelnemende gemeenten. 4. Verder uitbouwen gezamenlijke inkoop Gezamenlijke inkoop van goederen en diensten, zoals nu al gebeurt voor de inkoop van elektriciteit en gas kan worden uitgebreid. Dit kan voor de inkoop van bijvoorbeeld bepaalde specialistische adviezen, zoals voor de uitvoering van het Nationaal Isolatieprogramma. De netwerkdirectie gaat, in samenwerking met de opgavemanagers, periodiek monitoren en rapporteren hoe de realisatie van de uitvoering loopt, met name vanuit het oogpunt van beschikbare personele capaciteit en financiële ruimte. Deze inzichten worden in de bestuurlijke opgaveteams (BOT’s) gedeeld. Op basis van deze inzichten (vooruitkijkend, forecasting) draagt de netwerkdirectie oplossingsrichtingen aan om de uitvoering te bevorderen. MONITOREN REGIONALE OPGAVEN Afgelopen jaren zijn diverse monitoringsinstrumenten ingezet, zoals de monitor verbonden aan de Woondeal, de Economische Monitor en een monitor over CO2 -reductie. Uit de evaluatie van 9 de GMR kwam de vraag om de uitvoering van de regionale agenda te monitoren. Komende jaren gaan we aan de slag om verschillende meetmethoden op een praktische wijze te bundelen tot een overzichtelijk instrument. SAMENWERKINGSVERBANDEN De GMR werkt met veel partijen samen. Voor de GMR zijn de belangrijkste samenwerkingen die met Regio Foodvalley via het gezamenlijke NOVEX gebied, provincie Gelderland en The Economic Board. Daarnaast zijn er tal van andere partners waarmee vanuit de opgaven wordt samengewerkt. Zo werken we samen met partners in Europa, het bedrijfsleven, onderwijs- en onderzoeksinstellingen. NOVEX gebied Arnhem-Nijmegen-Foodvalley In het gebied Arnhem-Nijmegen-Foodvalley komt een aantal grote nationale opgaven samen: • het realiseren van een schaalsprong in verstedelijking (wonen, economie, mobiliteit, leefomgeving en energietransitie) • een forse herstelopgave van natuur- en watersystemen • de landbouwtransitie Om deze opgaven integraal te bekijken en aan te pakken, is het gebied door het Rijk aangemerkt als een van de NOVEX gebieden in Nederland. In de NOVEX gebieden werken Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten als partners nauw samen: gebieds- en opgavegericht. In het NOVEX ontwikkelperspectief Arnhem-Nijmegen-Foodvalley 2023 zijn de ambities en keuzes geformuleerd. Dit ontwikkelperspectief is een uitbreiding van en verdieping op de Verstedelijkingsstrategie “Meer landschap, meer stad”. Een samenwerking met zoveel partijen is een ingewikkeld proces. Afgelopen jaren is hiervoor een structuur ontwikkeld, waarbinnen we de gezamenlijke afspraken voorbereiden. Via deze structuur werken de overheden aan de programmering (wanneer voeren we wat uit) en uitvoering (o.a. invulling van randvoorwaarden en financiering) van de afspraken.
Op gebiedsniveau worden de afspraken verder uitgewerkt in gebiedsprogramma’s. De GMR is opgedeeld in vier gebieden: Veluwezoom, Middengebied, Liemers en Rijk van Nijmegen. De door het Rijk aangewezen grootschalige NOVEX woningbouwlocaties in Arnhem en Nijmegen hebben daarbij een aparte relatie met het Rijk. Naast de landelijk gemaakte afspraken levert het regioarrangement van de GMR input voor de gebiedsprogramma’s. De uitvoering van de gebiedsprogramma’s vraagt vaak bijdragen van andere overheden. De ‘NOVEX structuur’ wordt gebruikt om hierover afspraken te maken met Rijk, provincie en waterschappen. met een grote en ingewikkelde ruimtelijke opgave. Het is belangrijk dat de (ruimtelijke) ambities van onze regio een goede plek krijgen in de provinciale agenda’s. Bijvoorbeeld in de provinciale Omgevingsvisie, de bijbehorende verordening en andere meer sectorale programma’s, zoals voor het landelijk gebied, mobiliteit, economie en wonen. Ons regioarrangement, dat is vastgesteld door de gemeenteraden van de GMR en opgesteld in opdracht van en in samenwerking met de provincie, is de basis waarop wordt samengewerkt. Provincie Gelderland Beleidsontwikkeling en belangenbehartiging gebeurt deels op provinciaal niveau. We werken daarom nauw samen met de provincie Gelderland. De GMR is binnen Gelderland een stedelijke regio 10 The Economic Board (TEB) TEB is een netwerk van ondernemers, kennis- en onderwijsinstellingen, overheden en maatschappelijke organisaties. Zij stimuleert samenwerking voor een gezond en duurzaam leven onder de merknaam Lifeport. Voor meer informatie: www.lifeport.nl.
Samen met hun partners en uitvoeringsorganisaties werken zij aan de innovaties in de topsectoren van onze regio: energy, health en hightech. Voorbeelden waar TEB aan werkt, zijn het vinden van oplossingen voor aansluiting op het energienetwerk (smart energy hubs), innovatie in de gezondheidszorg, AI (kunstmatige intelligentie), ontwikkeling van onze arbeidsmarkt en CO2 - reductie. TEB en de GMR werken veel samen. We hebben bijvoorbeeld met de provincie het initiatief genomen voor de Regio Deal en voeren deze samen uit. Onze opgaven raken elkaar op meerdere terreinen en hierover maken we werkafspraken. De taakverdeling is grofweg dat TEB oppakt wat triple helix (overheid, ondernemers en onderwijs) moet worden georganiseerd, zoals de arbeidsmarkt bij het Human Capital Akkoord, campusontwikkeling (Noviotech campus en Arnhems Buiten) of innovaties voor gezondheid of schaarse grondstoffen. De GMR pakt zaken op die vooral betrekking hebben op de samenwerking met andere overheden zoals wetgeving, financiering en de ruimtelijke vraagstukken. De twee organisaties zijn bestuurlijk aan elkaar gekoppeld. Vanuit de GMR zit een vertegenwoordiger in de Board en vanuit TEB sluit de directeur aan bij het bestuurlijk overleg van de Productieve regio. REGIO DEAL ARNHEM-NIJMEGEN De Regio Deal Arnhem-Nijmegen, Gezonde groene groei, is op 1 november 2023 gesloten tussen het Rijk, de provincie Gelderland, TEB en de GMR. De Regio Deal geldt voor de periode 20242027. Meer dan honderd private en publieke partijen werken samen aan zes programmalijnen: • gezond leven • toekomstbestendig wonen • sterke bedrijvigheid • werkende arbeidsmarkt • grenzeloos samenwerken • wijk- en dorpsgericht werken 11 Door het Rijk is vijftien miljoen euro beschikbaar gesteld voor deze Regio Deal en daar staat minstens zoveel cofinanciering van de deelnemende partijen tegenover. Dit betekent dat met de uitvoering van deze Regio Deal minstens dertig miljoen euro in de regio wordt geïnvesteerd. Bij een aantal projecten binnen de Regio Deal is de GMR inhoudelijk betrokken. Dit is opgenomen bij de uitwerking van de vijf opgaven in hoofdstuk 2 tot en met 6. We zijn bijvoorbeeld betrokken bij meerdere projecten in de programmalijn “toekomstbestendig wonen”. Deze projecten vallen onder de Circulaire regio. De financiële bijdrage aan de Regio Deal-projecten is verwerkt in de betreffende opgave. De GMR is de coördinator van de hele Regio Deal. In de begroting van het regiobureau zijn deze kosten verwerkt. Een deel is voor eigen rekening en een deel wordt bekostigd uit de toegekende rijksbijdrage. De provincie Gelderland is kassier voor de Regio Deal. Per 1 augustus 2024 staat de 6e tranche voor de Regio Deal open en kan er ingetekend worden. De GMR verkent de mogelijkheden om in te tekenen op deze Regio Deal die loopt van 2025-2029.
12
2. GROENE GROEIREGIO Toelichting op de opgave In de GMR hebben we te maken met veel ruimtelijke opgaven. In deze regionale agenda zijn de verschillende opgaven uitgewerkt. De verschillende opgaven kunnen niet los van elkaar gezien worden. De ruimte in onze regio is schaars, onze middelen zijn beperkt en de verschillende opgaven hebben effect op elkaar. Het integraal bekijken en waar mogelijk verbinden van de verschillende opgaven is nodig om tot goede keuzes en maximale resultaten te komen. Daarover gaat deze opgave. Als basis hiervoor hebben de gemeenten in de GMR in de vastgestelde Verstedelijkingstrategie (2022) een ambitie uitgesproken voor “Meer landschap, meer stad”. Een gebalanceerde groei waarbij stedelijke ontwikkeling wordt gecombineerd met natuur, landschap en klimaat, economie en bereikbaarheid. In daaropvolgende documenten, zoals het regioarrangement (2023) en het NOVEX ontwikkelperspectief (2023), is deze lijn doorgezet en verder uitgewerkt. Deze documenten helpen gemeenten bij het maken van hun lokale omgevingsbeleid. Voor het realiseren van de regie op de ruimtelijke opgaven is een aanpak uitgewerkt die uit vier onderdelen bestaat: 1. Afstemming tussen de vijf opgaven en de daaruit voortkomende ruimtelijke doelstellingen 2. Nadenken over de toekomst om nu de juiste keuze te maken 3. Ondersteuning bij de uitvoering van gebiedsprogramma’s 4. Kansen en knelpunten programmeren en agenderen bij provincie, Rijk en andere partners 13
SPEERPUNT VERBINDEN VAN RUIMTELIJKE OPGAVEN We zorgen voor regie en verbinding op inhoud, proces en uitvoering voor de ruimtelijke doelstellingen uit de verschillende opgaven. We faciliteren het inhoudelijke gesprek over de ruimtelijke thema’s door middel van eerdergenoemde integratietafel. Hieraan bespreken we met bestuurders en stakeholders onderwerpen die meerdere opgaven van de GMR raken en die afstemming en eventuele keuzes vergen. Vraagstukken die op de agenda staan zijn onder meer: netcongestie, inpassingen duurzame energieopwekking, bereikbaarheid, robuust watersysteem en natuur versterken, stikstofreductie, ruimte voor bedrijven, GMR 2120 (water en bodem sturend) en de verduurzaming van onze woningbouw. We gebruiken 2024 om te oefenen met deze integratietafel. Als hulpmiddel voor deze gesprekken brengen we de ruimtelijke consequenties van onze opgaven in kaart en bouwen dit uit tot een ruimtelijke monitor. Hiermee bieden we overzicht aan gemeenten en andere partijen over de stand van de ruimtelijke ontwikkeling in de regio. Dit helpt om de (integrale) ruimtelijke vraagstukken te verbeelden, te bespreken en te programmeren. Nadenken over de toekomst om nu de juiste keuze te maken In 2023 heeft de GMR samen met de Wageningen University & Research een toekomstbeeld van de regio voor 2120 opgesteld. Deze toekomstvisie laat zien hoe wij over honderd jaar zouden kunnen leven in deze regio. In de toekomstvisie worden de belangrijkste thema’s die spelen aangestipt; nu én in het jaar 2120. Het natuurlijke systeem (rivier, natuur en landbouw) is als basis genomen. Dit toekomstbeeld is geen blauwdruk. Het is bedoeld om ons gezamenlijke gesprek over de toekomst te voeden, zodat we nu de juiste keuzes maken. In Nederland en in onze regio spelen grote maat14
schappelijke en ecologische uitdagingen die ons allemaal raken, zoals huisvesting, (drink)water en verdrogingsproblemen, energietransitie en sociale rechtvaardigheid. De oplossingen voor deze uitdagingen zijn niet eenvoudig en vragen langetermijndenken. Om tot oplossingen te komen, helpt het om eerst te kijken naar het langetermijnperspectief voor de regio en vandaaruit terug te redeneren naar wat we nu moeten doen. De toekomstvisie van de GMR 2120 wordt als achtergronddocument gebruikt om de nu te maken ruimtelijke keuzes tegen het licht te houden. Ondersteunen uitvoering gebiedsprogramma’s De afgelopen jaren is gewerkt aan de ambitie, ontwerpprincipes en agenda’s voor onze regionale ruimtelijke ontwikkeling: Verstedelijkingsstrategie, regioarrangement, NOVEX ontwikkelperspectief. In 2024 is de stap richting programmeren en uitvoering gemaakt. Gemeenten, provincie, regio, waterschappen en andere partners in het gebied hebben samen ruimtelijke gebiedsprogramma’s opgesteld voor vier gebieden: Liemers, Middengebied, Veluwezoom (incl. Arnhem) en Rijk van Nijmegen (incl. Nijmegen). Deze gebiedsprogramma’s vormen een kapstok voor lokaal en provinciaal omgevingsbeleid en geven zicht op de randvoorwaarden die nodig zijn voor gebalanceerde groei van het gebied. In de periode 2025-2028 is het gebiedsprogramma het ‘spoorboekje’ voor de bovenlokale ruimtelijke ontwikkeling en maatregelen in deze gebieden. Het doel hiervan is om samenhang, fasering en prioriteiten aan te brengen in de maatregelen die worden uitgevoerd of nog nodig zijn, voor de groei per deelgebied en ze brengen de voortgang ervan in beeld. De gebiedsprogramma’s zijn adaptief en stellen we regelmatig bij. Gemeenten zijn primair verantwoordelijk voor de uitvoering van de maatregelen die daarin benoemd zijn en kunnen voor ondersteuning terecht bij de GMR. Deze ondersteuning kan bestaan uit coördinatie tussen de gebieden, kennis en het leveren van aanvullende capaciteit. Om daadwerkelijk uitvoering te geven aan de ruimtelijke opgaven, is het nodig dat 15 randvoorwaarden op orde zijn. Aandachtspunten zijn onder meer netcongestie, natuurherstel (stikstof) en mobiliteit. Via de vijf opgaven wordt hier invulling en uitvoering aan gegeven. Vanaf 2025 scherpen we de gebiedsprogramma’s, samen met de gemeenten, verder aan en kijken we welke actualisatie(s) nodig zijn in aanverwante ruimtelijke trajecten. We agenderen benodigde financiële bijdragen voor bovenlokale maatregelen bij onze partners in NOVEX verband en bij de bestuurlijke overleggen zoals het BO MIRT en BO Leefomgeving, maar we delen waar mogelijk ook capaciteit en kennis. Kansen en knelpunten programmeren en agenderen bij provincie, Rijk en andere partners De uitvoering van de ambities van de GMR is mede afhankelijk van beleid en middelen van Rijk en provincie. We faciliteren de samenwerking en agenderen de ambities van de GRM. • NOVEX uitvoeringsagenda Met het NOVEX ontwikkelperspectief hebben we voor de periode tot 2040 richting gegeven aan de ruimtelijke keuzes die nodig zijn. Dit vormt de basis voor de strategische besluiten en uitvoeringsafspraken tussen alle overheidspartijen. De uitvoering van maatregelen wordt geprogrammeerd en gemonitord via de gezamenlijke NOVEX uitvoeringsagenda. De gebiedsprogramma’s van de GMR en de ervaringen met de uitvoering daarvan, vormen een belangrijke grondslag voor het adaptief bijstellen van deze uitvoeringsagenda. • ambities GMR verbinden aan provinciale plannen Het is belangrijk dat de ambities van de GMR een goede plek krijgen in de provinciale agenda’s, bijvoorbeeld in de provinciale Omgevingsvisie, de bijbehorende verordening en andere meer sectorale programma’s, zoals voor het landelijke gebied, mobiliteit, economie en wonen. In 2025 actualiseren wij samen met de provincie het regioarrangement. Enerzijds aan de hand van de nieuwste inzichten vanuit het Rijk (Nota Ruimte Rijk, landelijk coalitieakkoord
2024-2027) en provincie en anderzijds gevoed door de gebiedsprocessen in de regio. Wij agenderen onze groen-blauwe maatregelen via het provinciale programma Vitaal Landelijk Gebied Gelderland (VLGG). SPEERPUNT WONEN IN BALANS: VERSNELLEN VAN DE WONINGBOUW Toelichting op de opgave Sinds 2020 werken de gemeenten in de GMR samen met het Rijk en de provincie aan de woningbouwopgave. Dit is vastgelegd in de Woondeal 2.0. In de regio is het tekort aan betaalbare woningen onverminderd hoog. Samenwerking op woonbeleid is nodig om de snelheid van realisatie te vergroten, betaalbare woningen te bouwen en de huisvesting voor specifieke doelgroepen te realiseren. Een regionale aanpak helpt in het slim toevoegen van woonruimte in de bestaande voorraad. Begin 2025 is een actualisatie van de tweede Woondeal afgerond: de Woondeal 2.1. De belangrijkste aanpassingen in deze tweede Woondeal zijn: • aanscherping van de woningbouwopgave rond wonen en zorg • actualisatie van de woningbouwambitie De GMR heeft de ambitie om te wonen in balans. In de woningbouwopgave spelen verschillende vraagstukken tegelijkertijd, die in samenhang aangepakt moeten worden. Continuïteit en versnelling van de bouwproductie heeft prioriteit. Waarbij voldoende betaalbare woningen voor lage en middeninkomens gerealiseerd moeten worden. Daarbij komt de opdracht om te voorzien in voldoende huisvesting voor ouderen en andere aandachtsgroepen. Maar deze vragen over beschikbaarheid van woningen, is slechts een deel van wonen in balans. Even belangrijk zijn vraagstukken over klimaatadaptie en circulariteit in de woningbouw, het realiseren van leefbare wijken met voldoende mogelijkheden voor recreatie en werkgelegenheid en samenhang tussen verstedelijking en gebiedsontwikkeling. Onze doelen De doelen voor de opgave wonen in balans zijn: • continuïteit en versnelling in de bouwproductie: - realiseren van minimaal 21.300 woningen van 2025 tot en met 2030, waarvan minimaal 27.500 tot 33.500 woningen zijn opgenomen in plannen - beter benutten van bestaande voorraad • betaalbare woningen voor lage en middeninkomens; nieuwbouw in de regio bestaat vanaf 2025 in alle gemeenten uit minimaal 30% sociale huur en twee derde deel betaalbare woningen • voldoende huisvesting voor aandachtsgroepen: - ouderen en aandachtsgroepen die afhankelijk zijn van specifiek passende woningen kunnen in alle gemeenten van de GMR een woning vinden - in antwoord op de groeiende behoefte aan gezonde en veilige woonplekken voor arbeidsmigranten realiseren van meer aanbod 16
• klimaatadaptieve, conceptuele en circulaire woningbouw • leefbare wijken Onze activiteiten Voor het realiseren van onze doelen werken we aan de volgende programma’s: • continuïteit en versnelling van de bouwproductie De ambitie in de Woondeal is de realisatie van minimaal 33.000 woningen van 2022 tot en met 2030, en waar mogelijk meer. Richting 2040 gaat het om zo’n 55.000 woningen. Ons doel is een gezonde woningmarkt met een woningtekort van 2%. Circa 20.000 van deze woningen worden gerealiseerd in drie grootschalige NOVEX woningbouwlocaties: Nijmegen Stationsgebied, Nijmegen Kanaalzone en de Spoorzone Arnhem-Oost. Op 22 andere versnellingslocaties worden 17.000 woningen gebouwd. In de periode van deze regionale agenda gaat het om gemiddeld 4.300 woningen per jaar. De GMR stimuleert de woningbouw op verschillende manieren: - woningmarktmonitor Jaarlijks actualiseren we de woningmarktmonitor, zodat we een scherp beeld van realisatie en plancapaciteit hebben. En we voeren periodiek een woningbehoefteonderzoek uit. - hulp bij generieke vraagstukken Via tempotafels organiseren we gesprekken met marktpartijen en woningcorporaties over randvoorwaarden voor realisatie. We identificeren samen generieke kansen en knelpunten. We bieden hulp om generieke vraagstukken bij verschillende gemeenten te helpen oplossen, door voorbeeldaanpakken voor alle gemeenten te ontwikkelen. Vanuit de regio is menskracht beschikbaar om deze aanpakken te implementeren. Daarnaast is er vanuit de Flexpool een hulpbrigade om specifieke vraagstukken vanuit projecten te helpen oplossen: zowel inhoudelijke expertise, projectleiders als mediators. - lobby voor adequate financiële ondersteuning Deze ondersteuning is nodig voor (ruimtelijke inpassing van) betaalbare woningen. De afgelopen periode is de GMR samen met gemeenten succesvol geweest in het naar de regio 17
halen van schaarse rijksmiddelen vanuit de Woningbouwimpuls, de regeling huisvesting aandachtsgroepen, de stimuleringsregeling ontmoetingsruimten in ouderenhuisvesting, het Mobiliteitsfonds (versnellingsafspraken en mobiliteitspakketten), het gebiedsbudget voor de grootschalige woningbouwlocaties en de Start Bouw Impuls. De komende periode zet de regio zich blijvend in voor het benutten van landelijke en provinciale middelen. bijdragen aan een solide basis voor alle gemeenten in een steeds moeilijkere arbeidsmarkt. - onderzoek planlocaties We doen samen met de gemeenten een onderzoek naar de planlocaties voor periode 20302035. - personele capaciteit gemeenten Een belangrijke randvoorwaarde voor meer woningbouw is beschikbaarheid van voldoende personeel bij gemeenten. Dit staat bij gemeenten onder druk. Vanuit de regio bieden we menskracht via een Flexpool. Vanaf 2025 ontvangen wij hiervoor structurele financiering van de provincie en werken we aan een meer structurele inbedding van de Flexpool in de regio-organisatie. Tegelijkertijd neemt de netwerkdirectie het initiatief om met oplossingen te komen, zoals de gezamenlijke projectleiderspool. Dit moet - organiseren van randvoorwaarden Voor voldoende woningbouw zijn de aanpak van stikstof en ruimte voor aansluitingen op het elektriciteitsnet belangrijke randvoorwaarden. Samenwerking vanuit de Woondeal met de regionale aanpak voor netcongestie is cruciaal en hier zetten we op in, samen met de Productie, Circulaire en Ontspannen regio. - beter benutten bestaande voorraad Meer woonruimte creëren kan door de bestaande voorraad beter te benutten, bijvoorbeeld door optoppen en splitsen. Nu al vindt een substantieel deel (ca. 20%) van de toevoegingen plaats in de bestaande voorraad. De GMR heeft in 2023-2024 een aanpak voor het beter benutten van de bestaande voorraad ontwikkeld. We bouwen deze aanpak verder uit. Daarnaast 18
werken we met woningcorporaties en marktpartijen werkwijzen uit voor betere benutting van de bestaande voorraad, zodat procedures op lokaal niveau verkort kunnen worden. Daarin betrekken we de (eventuele) mogelijkheden die instrumenten, zoals een leegstandverordening en de Wet goed verhuurderschap bieden, om binnen de bestaande voorraad meer woonruimte te realiseren. - voorbeeld aanpakken ontwikkelen GMR, Woonkr8 (samenwerkende woningcorporaties) en Aedes werken met gemeenten en corporaties een aantal pilotaanpakken uit voor de realisatie van sociale huur binnen de woningbouwprogramma’s. Deze pilotaanpakken rollen we in 2025 uit over de regio. • betaalbare woningen voor lage en middeninkomens In de Woondeal is afgesproken dat gemeenten bij nieuwbouw twee derde betaalbare en minimaal 30% sociale huur realiseren. Deze doelstelling vraagt, dat gemeenten de woningcorporaties maximaal in positie brengen om hun aandeel in de woningbouwopgave te kunnen realiseren. De GMR ondersteunt gemeenten hierbij. 19 - monitoring realisatie De regio maakt inzichtelijk of er voldoende plannen voor sociale huur zijn. Via jaarlijkse monitoring houden we vinger aan de pols op de realisatie van de doelen. Via de Woondeal zorgen we voor uniforme definities. - gemeentelijk grondbeleid We onderzoeken gemeentelijk grondbeleid en de waardering van grond. We bieden gemeenten instrumentarium met voorbeeldaanpakken om grondbeleid te voeren en on
rende welzijns- en zorgvoorzieningen nodig. In 2024 zijn deze afspraken uitgewerkt in de regionale woonzorgvisie. Deze wordt uitgewerkt in lokale woonzorgvisies of, als er sprake is van al bestaande lokale woonzorgvisies, waar nodig in lijn gebracht met deze regionale visie. Vanaf 2025 wordt de woonzorgvisie geïmplementeerd. Deze implementatie bestaat uit nadere afspraken tussen de regio, gemeenten, corporaties en zorginstellingen over investeringen in de woonzorginfrastructuur. Dit vraagt een stevige verbinding met het gemeentelijk sociaal domein. dersteunen vanuit de Flexpool met de implementatie hiervan. We helpen bij het verwerven van eventuele nieuwe subsidieregelingen van Rijk en/of provincie, die gericht zijn op het verminderen van de ‘onrendabele toppen’ en het realiseren van economisch uitvoerbare plannen. We lobbyen voor voldoende financiele mogelijkheden voor (sociale) woningbouw en trekken daarin samen op met Woonkr8 en Aedes. • voldoende huisvesting voor aandachtsgroepen In het rijksprogramma Een thuis voor iedereen is de ambitie geformuleerd dat alle gemeenten hun fair-share nemen in de huisvesting van specifieke aandachtsgroepen. Specifieke aandachtsgroepen zijn bijvoorbeeld mensen die uitstromen uit instellingen, statushouders en arbeidsmigranten. - implementatie woonzorgvisie Voor een deel van deze aandachtsgroepen is een combinatie van wonen en zorg noodzakelijk. Naast afspraken over beschikbaarheid van woningen, zijn dus afspraken over de bijbeho20 - huisvesting arbeidsmigranten In alle gemeenten in de regio is een aanzienlijk deel van de arbeidsplaatsen ingevuld door arbeidsmigranten. De gemeenten in de GMR hebben uitgesproken zich gezamenlijk verantwoordelijk te voelen voor menswaardige leefomstandigheden voor arbeidsmigranten. In 2024 is een onderzoek afgerond naar de huisvestingsopgave in relatie tot de economische sectoren. Op basis hiervan wordt een regionale aanpak geformuleerd. De GMR gaat de realisatie van deze aanpak coördineren, ondersteunen en monitoren. Dit gebeurt in samenwerking met de opgave Productieve regio. • klimaatadaptieve, conceptuele en circulaire woningbouw In de Woondeal zijn doelstellingen opgenomen over de transitie naar conceptueel en circulair bouwen, met als doel in 2030 te komen tot een halvering van de uitstoot van CO2 , stikstof en gebruik van primaire grondstoffen bij het bouwproces van woningen. In 2023 is een programma Conceptueel en Circulair Bouwen (CCB) gestart. We trekken hierin samen op met de opgave Circulaire regio; meer informatie hierover is opgenomen in hoofdstuk 6. • wijk- en dorpsgericht werken (leefbare wijken) Het realiseren van woningen zorgt niet automatisch voor een regio waar wonen in balans is. In de GMR zetten we in op leefbare wijken en dor
pen. Hieraan werken we door integraal te kijken naar onze opgaven (zie paragraaf 2.1 Verbinden van ruimtelijke opgaven). Daarnaast werken we via twee programma’s aan specifieke vraagstukken. - programmalijn wijk- en dorpsgericht werken Regio Deal De energietransitie bestaande bouw, gezonder leven en verbeteren van de leefbaarheid in de wijk lukt alleen in samenspel met bewoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties en lokale overheid. In deze programmalijn van de Regio Deal leren en onderzoeken we in vijf wijken in de gemeenten Rheden, Druten, Wijchen, Berg en Dal en Doesburg, welke aanpak in welk type wijk werkt en welke werkzame elementen kunnen worden gebruikt in andere wijken. Kennis wordt gedeeld via de leerkring Wijk en dorpsgericht werken. Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) ondersteunt deze leerkring. De vijf gemeenten krijgen financiële ondersteuning, zodat daadwerkelijk resultaten geboekt kunnen worden op de inhoudelijke thema’s. - het Nationale Programma Leefbaarheid en Veiligheid Hiervan maakt Arnhem-Oost onderdeel uit. Dit programma heeft als doel om de achterstanden in onderwijs, werk, inkomen, wonen, gezondheid, leefbaarheid en veiligheid in de vijf wijken (Klarendal, Geitenkamp, Presikhaaf-West, Malburgen en het Arnhemse Broek) aan te pakken. De geleerde lessen uit dit programma worden via de leerkring Wijk- en dorpsgericht werken gedeeld met de andere gemeenten in de regio. FINANCIEEL OVERZICHT In onderstaand overzicht staat de begroting voor de Groene groeiregio voor de planperiode van deze agenda en de realisatie van de begroting van 2023. realisatie begroting 2023 2024 (bedragen x € 1.000) Groene groeiregio Lasten Baten Saldo baten en lasten Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na reserves 1.195 1.195 - - - - 882 882 - - - - 2025 1.568 1.568 - - - - 2026 1.606 1.606 - - - - meerjarenraming 2027 1.606 1.606 - - - - 2028 1.606 1.606 - - - - 21
22
3. PRODUCTIEVE REGIO Toelichting op de opgave Een gezonde economie draagt bij aan de gezondheid, leefkwaliteit, het milieu, onderwijs, de sociale cohesie en opgaven die we hebben op het gebied van energietransitie, circulariteit en klimaatadaptatie. Economie gaat over werk, aantallen bedrijven en banen. Maar dat niet alleen, het gaat ook over onderwerpen als innoveren en verduurzamen, banen voor iedereen in een nieuwe steeds meer digitale omgeving. Dit is het werkveld van de opgave Productieve regio. Met de enorme woningbouwopgave in onze regio is er behoefte aan nieuwe werkplekken, zodat mensen in hun directe omgeving kunnen werken en talent voor de regio wordt behouden. We zetten in op het meer in balans brengen van wonen en werken. Dit vraagt om meer ruimte voor economische activiteiten en arbeidsplaatsen. Onze ambitie is een toekomstbestendige economie in 2040. In onze visie Economie van de Toekomst haken we aan bij actuele ontwikkelingen als de energietransitie, de circulaire transitie en de grote woningbouwopgave. Dit document vormt samen met de afspraken in het Verstedelijkingsakkoord de basis voor onze koers op economie. We willen de kwaliteiten van onze regio steviger profileren en economische potenties beter benutten. De regio blinkt vooral uit in de innovatieve topsectoren energy, health en hightech. De topsectoren zijn momenteel samen met logistiek goed voor ongeveer 30% van de bedrijven en 50% van de banen. De kracht van deze bedrijven, geflankeerd door een campus, universiteit, hogeschool en diverse ROC’s maakt deze regio uitermate interessant. De topsectoren zijn belangrijk voor het innovatieve vermogen in de regio. Voor deze sectoren moet voldoende ruimte voor doorontwikkeling in de regio zijn. TEB heeft hierin de lead, is aanjager en verbinder vanuit de triple helix. Samen met het bedrijfsleven, onderwijs- en kennisinstellingen en de overheden stimuleren zij innovaties in deze topsectoren. TEB werkt daarbij samen met de provincie en de GMR. De GMR 23 staat samen met TEB aan de lat voor een goed vestigingsklimaat en beschikbare ruimte voor circulaire economie, de energietransitie (onderstations, batterijopslag) en voor de topsectoren op (en rond) campussen. Naast de topsectoren zien we dat deze regio de meest bereikbare en centraal gelegen Europese regio is, waardoor ook de logistieke sector floreert. We hebben een sterk midden- en kleinbedrijf (mkb), veel innovaties komen uit dit segment. Onze kracht zit in de combinatie van de topsectoren, een sterk mkb en een logistieke sector die randvoorwaardelijk is voor ons economisch functioneren. Human Capital is een belangrijke randvoorwaarde om onze maatschappelijke doelen te kunnen bereiken. Met succes is de afgelopen periode gewerkt aan een Human Capital Agenda en een Human Capital Akkoord. Van strategie en beleid is het nu tijd voor uitvoering en projecten. Dit gebeurt in triple helix verband, waarbij TEB de regie voert. Human Capital is daarom geen speerpunt meer in deze regionale agenda. We blijven er wel bij betrokken, aangezien het Human Capital Akkoord onderdeel is van de Regio Deal en we als GMR vertegenwoordigd zijn in de board van TEB.
Onze doelen • voldoende ruimte op toekomstbestendige werklocaties om onze ambities uit het RPW 2024 voor 2025-2028 te realiseren: - herstructurering en verdichting van bestaande werklocaties - behoud van werklocatiefuncties voor het mkb - verduurzaming van werklocaties via herstructureringstrajecten: energietransitie, circulariteit en klimaatadaptie - ruimte voor circulaire economie en hoge milieucategorie bedrijven - ruimte voor de ontwikkeling van de campussen, op de campussen en in de omliggende gemeenten • het stimuleren van ondernemerschap in het mkb • het stimuleren van ontwikkeling naar een circulaire economie • een schoon en slim logistiek ecosysteem om de leefbaarheid, economie en bereikbaarheid in de regio te verbeteren Onze activiteiten We richten ons op een toekomstbestendige economie. We willen behouden wat goed is, kansen grijpen en versterken wat beter kan. We monitoren de economische ontwikkelingen jaarlijks met de Economische Monitor. De basis hiervoor is gelegd in 2023. We bouwen dit uit tot een meer uitgebreide monitor/dashboard. De Economische Monitor helpt om te bepalen waar de focus moet liggen. Wat zijn de sterke punten in onze regio? Wat is kansrijk en wat niet? Waar schieten we tekort? Met deze monitor kunnen we sturen op kengetallen en beleid maken op basis van feiten en ontwikkelingen. De activiteiten die we ondernemen om onze doelen te realiseren, zijn ingedeeld in drie speerpunten. 24
SPEERPUNT TOEKOMSTBESTENDIGE WERKLOCATIES Goede, toekomstbestendige werklocaties zijn belangrijk voor de economie in de GMR. Deze werklocaties moeten zo zijn ingericht dat bedrijven er goed kunnen ondernemen, nu en in de toekomst. Daarnaast spelen werklocaties een belangrijke rol in het behalen van onze doelstellingen voor de energietransitie, circulariteit, klimaatadaptatie en biodiversiteit. • Regionaal Programma Werklocaties (RPW) Dit is operationeel op 1 januari 2025. Hierin maken we afspraken over hoe om te gaan met bedrijventerreinen, kantoorlocaties, perifere detailhandel en campussen. In dit RPW maken we een flinke kwalitatieve slag ten opzichte van het vorige RPW, waar het vooral ging over nieuwe ontwikkelingen op de juiste plek. Toekomstige uitbreidingen van werklocaties kunnen en willen we niet meer automatisch in uitleggebieden laten landen. Herstructurering, verdichting en verduurzaming van bestaande terreinen, door middel van sloop en nieuwbouw, is het nieuwe uitgangspunt in het RPW. Een ingewikkelde, kostbare en langjarige opgave waarvoor samenwerking tussen gemeenten, bedrijven, provincie en het Rijk nodig is. We onderzoeken de meerwaarde van de oprichting van een regionaal ontwikkelbedrijf. We stimuleren de ontwikkeling naar een circulaire economie en we nemen de ruimtevraag hiervoor mee in de regionale afspraken. Dit doen we in nauwe samenspraak met de Circulaire regio. Gedurende de uitvoeringsperiode van het RPW vindt binnen het Intergemeentelijk Overleg Werklocaties (IOW) toetsing aan het RPW van ingediende plannen plaats. Tevens worden de trajecten rondom herstructurering van werklocaties en omgaan met netcongestie verder geconcretiseerd en waar mogelijk tot uitvoering gebracht. We ondersteunen gemeenten daarbij. Om het jaar monitoren we of de gemaakte afspraken binnen het RPW overeenkomen met de feitelijke situatie op dat moment. We onderzoeken met de Verbonden regio waar, wat betreft mobiliteit, kansen en knelpunten kunnen ontstaan. 25 In 2024 is onderzoek gedaan naar de benodigde personele capaciteit bij gemeenten in relatie tot het RPW. Deze input is medebepalend voor onze ondersteuning hierop richting gemeenten. • klimaatadaptatie op werklocaties Werklocaties kunnen positief bijdragen aan onze ambitie om slimmer om te gaan met de gevolgen van klimaatverandering. De gevolgen van droogte, hitte, hevige regenbuien, hoog- en laagwater zijn namelijk ook op werklocaties merkbaar. De Ontspannen regio richt zich vooral op de ruimtelijke aspecten van klimaatadaptatie. Binnen de Productieve regio richten we ons vooral op kennisdeling, het organiseren van themabijeenkomsten en het delen van best practices voor meer klimaatadaptieve werklocaties. • Regio Deal programmalijn sterke bedrijvigheid In de Regio Deal is een van de benoemde urgente opgaven: het tegengaan van de achterblijvende economische groei. Onder de programmalijn “sterke bedrijvigheid” werken we een project uit dat is gericht op toekomstbestendigheid van werklocaties. Op zeven bedrijventerreinen in de regio, wordt gewerkt aan toekomstbestendigheid en daarmee aantrekkelijkheid. Dat gebeurt door een hogere organisatiegraad, grotere en duurzame beschikbaarheid van duurzame energie, betere leveringszekerheid van grondstoffen door hergebruik, recycling en kortere ketens, betere (digitale) bereikbaarheid en een goede balans tussen leefomgeving en industrie. Wij ondersteunen hierbij.
SPEERPUNT VERBETEREN VAN DE DIENSTVERLENING AAN HET MKB Mkb’ers in de regio gaven aan dat de dienstverlening voor het mkb vaak niet naar wens verloopt. Hierdoor worden kansen gemist en problemen niet opgelost. Dit bevestigen betrokken stakeholders in de regio. De belangrijkste problemen zijn: • er is veel aanbod maar er is onvoldoende inzicht in de behoefte van de ondernemers • er is veel aanbod in ondersteuning in de regio maar dat is niet op elkaar afgestemd; de dienstverlening is daardoor minder efficiënt en doeltreffend • mkb’ers zien door de bomen het bos niet meer qua aanbod; er is behoefte aan één loket Om de dienstverlening aan het mkb te verbeteren zetten we in op de volgende vier punten: 1. We faciliteren de onderlinge samenwerking en afstemming tussen alle partijen in de regio. We brengen partijen bij elkaar, organiseren bijeenkomsten en initiëren werkgroepen. 2. We organiseren samen met de partners een “no wrong door” systeem. Dit betekent dat het niet uitmaakt waar een mkb’er aanklopt, we zorgen dat de ondernemer op de juiste plek terecht komt. 3. We hebben afgelopen periode enkele tools ontwikkeld voor het mkb, zoals inzicht in het financieringslandschap mkb tot een miljoen. Deze tools worden ondergebracht in de dienstverlening. Daarbij nemen we thema’s als digitalisering en innovatie hierin mee. 4. Het delen van kennis door het verbinden en ontsluiten van landelijke, provinciale, regionale en lokale programma’s voor mkb’ers. Onder leiding van het HAN lectoraat Kansrijk Ondernemen en de betrokken stakeholders werken we jaarlijks aan een praktijkgericht onderzoeksvoorstel en dienen we deze in bij het subsidieprogramma SIA-RAAK. Op deze manier ontwikkelen we stap voor stap passende dienstverlening voor onze ondernemers. 26
SPEERPUNT SLIMMERE EN SCHONERE LOGISTIEK Met de groei van de regio neemt het relatieve belang van logistiek in ieder geval de komende jaren toe. Vanuit een Europees perspectief is deze regio een strategisch knooppunt van transportcorridors naar elke windrichting. Dit geeft mogelijkheden en kansen, maar ook bedreigingen. We willen de negatieve impact van transport en logistiek op de leefomgeving tot een minimum beperken én onze groei in wonen en werken faciliteren. • het speerpunt slimmere en schonere logistiek kent vier onderwerpen: - verslimmen aanpak laadinfrastructuur (Circulaire opgave) - versterken en verschonen multimodaliteit (Verbonden opgave) - signaleren externe ontwikkelingen (Verbonden opgave) - ruimtelijke inpassing (Productieve opgave) Het doel is om de inzet van duurzame logistiek in de regio te maximaliseren. De coördinatie van het speerpunt krijgt hierbij vorm vanuit de Productieve opgave. Een nadere toelichting per deelonderwerp volgt in deze agenda bij de genoemde opgaven. • ruimtelijke inpassing We nemen logistiek mee in de ruimtelijke planningsvraagstukken. Dat doen we bijvoorbeeld in het RPW. Logistiek is namelijk niet alleen een verkeerskundig, maar ook een ruimtelijk vraagstuk. Het gaat daarbij om de realisatie van voorzieningen als (circulaire) bouwhubs, laadinfrastructuur, truckparkings en/of stadshubs. We ondersteunen regiogemeenten met het ontwikkelen van hubs op kansrijke locaties en er wordt gewerkt aan een gezamenlijke havenstrategie. De financiële vertaling van dit speerpunt is in de begroting opgenomen onder het kopje Algemeen. FINANCIEEL OVERZICHT In onderstaand overzicht staat de begroting voor de Productieve regio voor de planperiode van deze agenda en de realisatie van de begroting van 2023. realisatie begroting 2023 2024 (bedragen x € 1.000) Productieve regio Lasten Baten Saldo baten en lasten Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na reserves 658 658 - - - - 878 843 -35 - 35 - 2025 714 714 - - - - 2026 768 768 - - - - meerjarenraming 2027 587 587 - - - - 2028 689 689 - - - - 27
28
4. ONTSPANNEN REGIO Toelichting op de opgave We willen als regio groeien in balans. Groei in inwoners, wegen, huizen, bedrijvigheid in balans met groei van de kwaliteit van onze leefomgeving. Kwaliteit van de leefomgeving is een breed begrip. Het gaat over een groene omgeving, met ruimte voor (rivier)natuur, waardevolle landschappen, land- en tuinbouw, klimaatadaptatie, mogelijkheden om te recreëren, goede voorzieningen op het gebied van cultuur, cultuurhistorie, recreatie, wonen, zorg, winkels, scholen, sportvoorzieningen, et cetera. We heten niet voor niets de groene metropoolregio. We vinden het behouden en versterken van groen en blauw van onze regio belangrijk. Onze verstedelijking is nauw verbonden en vervlochten met het landelijk gebied en het groen en blauw in onze regio. Het landelijk gebied van de GMR heeft veel variatie in het landschap, waardevolle cultuurhistorie, natuurgebieden en grote rivieren. De hoofdopgave “natuurherstel en robuust watersysteem” uit het NOVEX ontwikkelperspectief is in onze regio dan ook van cruciaal belang. Een groot deel van het landelijk gebied van de GMR is agrarisch gebied. De land- en tuinbouw in onze regio is divers van aard: intensievere land- en tuinbouw wordt afgewisseld door meer natuurinclusieve land- en tuinbouw. Onze regio is rijk aan innovatieve initiatieven voor de transitie van de 29
land- en tuinbouw, die bijdragen aan onze doelen van natuur en het aantrekkelijker maken van het landschap, o.a. voor recreatie. De hoofdopgave “Transitie van de landbouw” uit het NOVEX ontwikkelperspectief is voor onze regio relevant. Klimaatadaptatie is een belangrijke opgave in onze regio. Steeds vaker en heftiger merken we de gevolgen van droogte, hitte, hevige regenbuien, hoog- en laagwater. Om een gezonde en leefbare regio te blijven, is het noodzakelijk dat we ons aanpassen aan die veranderingen. Belangrijke leidraad daarbij is de Kamerbrief “Water en Bodem sturend”. Daarbij moeten in 2027 alle EU-lidstaten voldoen aan doelen uit de Kaderrichtlijn Water (KRW). De GMR kent een rijke cultuurhistorie, die zich ook in het landschap laat zien. Deze waardevolle landschappen, (rivier)natuur en cultuurhistorie willen we behouden en versterken. Dat willen we vanwege de intrinsieke waarde van deze landschappen én zodat onze inwoners en bezoekers van deze landschappen kunnen genieten. De GMR wil een aantrekkelijke regio voor eigen inwoners en toeristen zijn, met toegankelijke recreatieve en toeristische voorzieningen, die passen bij de vraag. We streven naar een goede spreiding van recreanten over de regio. Dit is ten eerste belangrijk voor behoud en herstel van natuur, landschap en cultuurhistorie. In bepaalde gebieden willen we niet te veel en soms zelfs geen bezoekers, zodat natuur en landschap zich kunnen herstellen en ontwikkelen. Spreiding van recreatie is belangrijk voor een goede beleving van natuur, landschap en cultuurhistorie en voor de leefbaarheid van steden en dorpen. In de afgelopen periode hebben we drie verhaallijnen gekozen die we op regionaal niveau verder willen ontwikkelen. Deze verhaallijnen zijn: Romeins verleden, WOII en Leven met het water. Een beleefbare regio met mooie verhalen draagt bij aan de identiteit van onze regio en aan een aantrekkelijk en gezond woon- en leefklimaat. Met 30 nieuwe, slimme verbindingen en samenwerkingsverbanden verleiden we op termijn gasten om nieuwe plekken en producten te ontdekken. Zo draagt toerisme bij aan welvaart en welzijn in de regio en het versterken van het regionale verdienvermogen. Tegelijkertijd levert deze aanpak een bijdrage aan de (be)leefbaarheid van huidige hotspots. Hiervoor is een goed routenetwerk en een goede herkenbaarheid, bekendheid, vindbaarheid en bereikbaarheid van recreatieve locaties en routes voor zowel inwoners als toeristen belangrijk. We doen dit in nauwe samenwerking met Toerisme Veluwe Arnhem Nijmegen (TVAN). Daarbij is de vitaliteit van onze recreatief-toeristische sector van belang. Om te kunnen voldoen aan de groeiende vraag naar recreatief-toeristische voorzieningen is een gezonde recreatief-toeristische sector, met een gevarieerd aanbod, nodig. In de GMR hebben we een bloeiend creatief klimaat en cultureel leven en kennen we een sterke culturele infrastructuur. Kunst en cultuur dragen bij aan een aantrekkelijk woon- en werkklimaat, zijn belangrijk voor het sociale klimaat en de leefbaarheid van de regio. Cultuurregio 025 kent een eigen culturele signatuur en kracht. Bijzonder is dat nagenoeg de complete culturele keten van opleiding, productie en presentatie in 025 aanwezig is voor alle kunstvormen: toneel, muziek, dans, film, letteren, beeldende kunst, vormgeving en mode. De (inter) nationale top is hier aanwezig, evenals een innovatief middensegment met makers, gezel
schappen, kleine en middelgrote podia, (kunst en erfgoed) musea en festivals, expositieruimten, creatieve ondernemers, broedplaatsen en productiehuizen. Daarnaast kent de regio bloeiende amateurkunstgezelschappen die onze dorpskernen leefbaar en levendig houden. We vinden het belangrijk dat elk Gelders kind zich kan ontplooien en we willen cultuur, ons erfgoed en (de voorstellingen in) onze culture instellingen toegankelijk houden voor iedereen. Onze doelen • “Meer landschap, meer stad”; groen en blauw in stedelijk en landelijk gebied versterken: - behoud en herstel van natuur en biodiversiteit - een robuust water- en riviersysteem, dat past bij de veranderende klimaatomstandigheden - het creëren van drieduizend hectare extra uitloopgebied in onze regio, waarin inwoners en bezoekers kunnen recreëren • een aantrekkelijke regio zijn voor bezoekers van binnen en buiten de regio: - goede en toegankelijke toeristische-recreatieve voorzieningen - een goede spreiding van recreatief-toeristische voorzieningen over de regio, o.a. met het oog op natuurbehoud en herstel - goede culturele voorzieningen en een actief cultureel netwerk van topinstellingen, middensegment, amateurkunst, cultuureducatie en vrijwilligers Wij concentreren ons op bovenstaande thema’s. Omdat het bij ieder van deze thema’s belangrijk is om regionaal samen te werken. Dit betekent niet dat voorzieningen zoals scholen, winkels en sport niet belangrijk zijn. Integendeel: die maken eveneens een belangrijk onderdeel uit van de leefomgeving en leefkwaliteit. Maar dit zijn zaken die door gemeenten individueel of in andere, bestaande bovenlokale verbanden worden opgepakt. Het thema bruisende binnensteden, krachtige kernen komt in deze regionale agenda, in tegenstelling tot de vorige regionale agenda, dan ook niet terug: datgene wat we regionaal op willen pakken is inmiddels belegd binnen verschillende andere opgaven. 31 Onze activiteiten We werken aan de realisatie van onze doelen via drie speerpunten. In de afgelopen jaren hebben we gewerkt aan het concreet en uitvoerbaar maken van onze ambities. We zijn gestart met de uitvoering van die plannen. Voor de periode 2025-2028 ligt onze focus op de uitvoering. Dat doen we als regio niet zelf; de uitvoering gebeurt door gemeenten en andere partners. Wij ondersteunen die uitvoering wel. Door betrokkenen bij elkaar te brengen, samenwerking te organiseren, gebiedsprocessen te helpen organiseren, financieringsstrategieën te ontwikkelen en middelen te helpen organiseren, te lobbyen en ons verhaal in te brengen in NOVEX en andere samenwerkingen. Daarnaast zorgen we dat we onze aanpak, samen met alle betrokkenen, aanpassen op nieuwe kansen en ontwikkelingen.
SPEERPUNT GROEN-BLAUW RAAMWERK EN LANDELIJK GEBIED • uitvoeringsprogramma groen-blauw raamwerk en landelijk gebied Uitvoeren van dit programma in nauwe samenhang met de gebiedsprocessen, zoals beschreven bij de Groene groeiregio in paragraaf 2.1. Dit betekent verdere uitwerking en uitvoering van het groen-blauw raamwerk, waarbij we ons focussen op regio-overstijgende thema’s en gebieden. Belangrijke thema’s zijn de invulling van water en bodem sturend en de bijdragen van land- en tuinbouw en de landbouwtransitie aan onze doelen in het groen en blauw. Voor de uitvoering van het groen-blauw raamwerk is capaciteit nodig bij gemeenten. Deze brengen we in kaart en we helpen gemeenten met het organiseren hiervan en het zoeken naar financiering hiervoor. De gebieden waarop we ons richten zijn: - het Liemerse Broek en de recreatieve uitloopgebieden in de Liemers - de doorontwikkeling en realisatie van Park Lingezegen en de Ambitie voor de BovenLinge in het Middengebied - de Groene Mantel in het Rijk van Nijmegen, met daarbinnen o.a. de Blauwe motor, groen-blauwe dooradering en Kop Malden - natuur- en beekherstel in de Veluwezoom - Gelderse Poort in relatie tot de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW) en Integraal riviermanagement (IRM); binnen deze programma’s onderzoeken we of we onze doelen voor natuurherstel en een robuust watersysteem in samenhang en samenwerking kunnen realiseren - groen en blauw in de stad en daarmee een bijdrage leveren aan klimaatadaptatie; zie Circulaire regio • lobby en organiseren financiering Provincie Gelderland en het Rijk zijn al belangrijke partners in de uitvoering van onze activiteiten, we blijven actief werken aan het realiseren van samenwerking, delen van kennis en verwerven van financiering. Op Europees vlak verkennen we de mogelijkheden voor het verkrijgen van financiering voor de uitvoering en het delen van kennis. 32
SPEERPUNT RECREATIE EN TOERISME • voorbereiden ruimtelijke keuzes om recreatie en bezoekers beter te spreiden over de regio Waar we op veel onderwerpen de afgelopen jaren al een mooie basis hebben gelegd en ons nu op uitvoering kunnen richten, geldt dat niet voor de spreiding van recreatie. We moeten op basis van het groen-blauw raamwerk en het toeristisch-recreatieve aanbod nadenken over hoe spreiding van recreatie en toerisme over de regio kan worden gestimuleerd. Een belangrijk vraag hierbij is hoe recreatie en toerisme goed kan samengaan met andere functies, zoals natuur, landschap en landbouw. Samen met de Verbonden regio kijken we hoe hubs en toeristische overstappunten (TOP’s) hier een rol in kunnen spelen. In 2024 maken we hiermee een start, maar wij moeten dit verder uitwerken en verfijnen in 2025 en daarna. • uitvoeren ambitiedocument en uitvoeringsplan verhaallijnen In 2024 maken we een ambitiedocument en uitvoeringsplan voor de verhaallijnen. De uitwerking van de verhaallijnen WOII, Leven met het water en Romeinen maken hier in ieder geval onderdeel van uit. Vanaf 2025 gaan we werken aan de uitvoering van dit plan. Het (helpen) uitvoeren van het Masterplan Romeins verleden maakt hier onderdeel van uit. • fiets- en wandelroutenetwerk verder uitbreiden en beleving toevoegen In samenwerking met de Verbonden regio werken we aan de verdere uitbreiding van fiets- en wandelroutenetwerken door bijvoorbeeld TOP’s te realiseren. Het beheer en onderhoud van de routenetwerken maakt vooralsnog geen onderdeel uit van de bijdrage en rol van de GMR. We zijn wel betrokken bij het nadenken en besluiten over de manier waarop dit wordt georganiseerd. Mocht in 2024 blijken dat we een rol hebben in beheer en onderhoud, dan doen we hiervoor een voorstel aan gemeenten, inclusief de benodigde randvoorwaarden in capaciteit en geld. • profileren bezoekersmogelijkheden in de regio We zetten samen met o.a. TVAN de verschillende recreatie- en bezoekersmogelijkheden in de regio goed en in balans op de kaart. We doen dit vanuit de uitgangspunten van de samenwerkende gemeenten, waar de drie verhaallijnen onderdeel van zijn. • uitvoeren van het vitaliteitsprogramma voor de vrijetijdssector Begin 2024 stellen we een vitaliteitsprogramma op. Dit baseren we op de aanbevelingen uit ons vitaliteitsonderzoek. Het programma start in het najaar van 2024. De spil van het programma is een vitaliteitsmanager, die ondernemers in de verblijfs- en dagrecreatieve sector bezoekt en ondersteunt rondom de thema’s ondernemerschap, duurzaamheid en inclusie. Aanvullend organiseren we kennissessies en workshops voor ondernemers en gemeenten. Dit programma voeren we uit met cofinanciering van de provincie Gelderland. 33
34
SPEERPUNT CULTUUR • uitvoeringsplan transformatievoorstel cultuur We richten ons op het afronden van de uitvoering van het uitvoeringsplan om onze culturele infrastructuur te versterken. Daarnaast zorgen we dat de resultaten van dit uitvoeringsplan een plek krijgen binnen de bestaande organisaties en initiatieven. We doen dit samen met de provincie. Het gaat hier om het borgen van de resultaten van vier van de vijf hoofdlijnen van het uitvoeringsplan: innovatie in de culturele sector, cultuureducatie, opleiding van professionals in de kunst en het versterken van de ondersteuning van amateurkunst en vrijwilligers. De hoofdlijn van het versterken van de verhaallijn Romeinen, wordt geborgd in het uitwerken van de drie verhaallijnen (zie speerpunt recreatie en toerisme). • verkenning Nijmegen culturele hoofdstad Nijmegen verkent of zij een bod wil doen voor culturele hoofdstad 2033. We hebben afgesproken samen op te trekken in die verkenning en een eventueel vervolg daarop. We richten ons op het ontwikkelen van een bod dat bijdraagt aan onze regionale opgaven en vraagstukken in brede zin (dus niet alleen cultuur). • aansluiten bij landelijke en provinciale ontwikkelingen Op landelijk niveau wordt steeds meer gekeken naar de (cultuur)regio’s als het gaat om cultuur en cultuurbeleid. We volgen deze ontwikkelingen en spelen daar op in. Ditzelfde geldt voor de ontwikkelingen op provinciaal niveau. FINANCIEEL OVERZICHT In onderstaand overzicht staat de begroting voor de Ontspannen regio voor de planperiode van deze agenda en de realisatie van de begroting van 2023. Voor 2024 leggen we nog een begrotingswijziging voor, die een direct gevolg is van de begrotingswijziging die in 2023 op het speerpunt Recreatie en toerisme is geaccordeerd. Hiermee komt de totale begroting voor 2024 uit op € 770.000. realisatie begroting 2023 2024 (bedragen x € 1.000) Ontspannen regio Lasten Baten Saldo baten en lasten Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na reserves 500 500 - - - - 531 531 - - - - 2025 704 704 - - - - 2026 722 722 - - - - meerjarenraming 2027 722 722 - - - - 2028 722 722 - - - - 35
36
5. VERBONDEN REGIO Toelichting op de opgave Deze opgave gaat over veilige en duurzame bereikbaarheid van onze regio. Onze mobiliteit verbindt meer stad met meer landschap. We zetten daarom in op een mobiliteitskoers in evenwicht met de andere opgaven in de regio. We werken vanuit een integraal perspectief, zodat de toekomstige mobiliteitsmaatregelen niet alleen goed zijn voor onze bereikbaarheid, maar ook bijdragen aan een prettige leef- en woonomgeving, gezondheid en natuur en recreatie. De verstedelijkingsopgave in de regio is groot. Er zijn 60.000 extra woningen en extra werklocaties nodig tot 2040. De mobiliteitsdruk neemt toe. Uitgaande van het huidige mobiliteitsgedrag, ontstaan door 60.000 extra woningen alleen al zo’n 300.000 extra dagelijkse autoritten. Zonder extra investeringen zijn de nieuwe woningen letterlijk en figuurlijk onbereikbaar. De locatie waar we bouwen, maakt voor mobiliteit veel uit. De regio kiest bewust ervoor om de extra benodigde woningen zo veel als mogelijk te bouwen in bestaand stedelijk gebied rondom OV-knooppunten. Dit leidt niet alleen tot minder extra autoritten, maar geeft daarnaast een mobiliteitstransitie naar meer openbaar vervoer, meer fietsgebruik en meer verplaatsingen te voet. Een groot aantal mobiliteitsmaatregelen zijn essentieel voor onze woningbouwopgave. Zonder verbeterde ontsluiting en mobiliteitsmaatregelen is het onmogelijk de afgesproken aantallen woningen en bijbehorende werklocaties te realiseren. We signaleren in toenemende mate knelpunten in het mobiliteitsnetwerk, die alleen in samenhang op te lossen zijn. In het landelijk gebied stijgt het autogebruik en is alternatief vervoer te beperkt aanwezig. Alternatieven voor autovervoer zijn nodig om het landelijk gebied voor iedereen duurzaam bereikbaar te houden. Het beter op elkaar laten aansluiten van verschillende modaliteiten is noodzakelijk voor de mobiliteitstransitie en de bereikbaarheid van de regio. 37 Regionale samenwerking is hiervoor een voorwaarde. De mobiliteitstransitie geldt niet alleen voor de toekomstige inwoners. Ook de huidige inwoners in de regio krijgen hiermee te maken. De transitie vraagt investeringen in onze infrastructuur en gedragsverandering van onze bewoners. Daarvoor is het nodig dat mensen minder gaan reizen, vaker buiten de spits reizen of vaker kiezen voor een duurzaam alternatief. Dit betekent ook dat wij streven om het autobezit en autogebruik, daar waar mogelijk, te verminderen. Onze ambitie is duurzame bereikbaarheid voor inwoners en bedrijfsleven. Bereikbaarheid is voor inwoners en bedrijfsleven cruciaal om mee te doen aan de maatschappij. We zetten meer in op nabijheid en het voorkomen van bereikbaarheidsongelijkheid. Met de nieuwe OV-concessie voor de regio op komst (2026) is er een reële kans op verschraling van het OV-aanbod. We vragen met klem aandacht voor het behoud van het OV-aanbod. De in 2024 vastgestelde position paper en bijbehorende ambitienetwerkkaart is leidraad voor onze verdere aanpak. We zien steeds grotere verschillen tussen stad en ommeland. In het landelijk gebied neemt het gebruik van OV en fiets af en stijgt het autobezit en autogebruik. Terwijl in de steden het autogebruik stabiliseert, het OV-aandeel standhoudt en de
fiets enorm groeit. De toenemende autoafhankelijkheid leidt ertoe dat inwoners zonder rijbewijs of zonder auto in bepaalde kernen niet meer volwaardig mee kunnen doen in de samenleving. En het draagt niet bij aan de gewenste verduurzaming van onze mobiliteit. Vanuit het klimaatakkoord zijn tussen Rijk, provincie en regio afspraken gemaakt om integrale duurzame mobiliteitsmaatregelen uit te werken. Voor het verminderen van de CO2 -uitstoot zijn concrete doelen afgesproken: 55% CO2 -reductie in 2030 (ten opzichte van 1990) en nagenoeg geen CO2 -uitstoot meer in 2050. Deze doelen zijn breed omarmd en vragen om flinke ingrepen, niet in de laatste plaats in onze mobiliteit. Immers, ruim 25% van de CO2 mobiliteit. Om de afgesproken CO2 -uitstoot komt door onze -reductie te behalen, zijn duurzame mobiliteitsmaatregelen nodig. In 2024 zijn hiervoor de koers en ambities uitgewerkt in een Regio Mobiliteitsprogramma (RMP). In de periode 2025-2028 maken we samen met de provincie en de gemeenten afspraken over de verdere implementatie van het RMP. Wij onderzoeken of een eventueel regionaal mobiliteitsfonds van toegevoegde waarde is en wat de consequenties daarvan zijn. Vanuit Europa gezien vormt de GMR een strategisch knooppunt van transportcorridors. Den Haag ontwikkelt plannen voor oplossingen op de lange termijn, voor extra capaciteit voor goederenvervoer via weg, water en spoor in OostNederland. De GMR heeft hierin geografisch gezien een strategische schakelrol. Deze goederencorridors concurreren in ruimte met andere opgaven in onze regio, zoals de woningbouwopgave. Een verwachte toename in goederenvervoer heeft impact op de bereikbaarheid en leefbaarheid in de regio zelf. En kan een toenemend gevoel van onveiligheid, overlast en/of gezondheidsproblemen voor onze inwoners betekenen. Het wordt steeds drukker op onze wegen. De toenemende verkeersdrukte vergroot de kans op ongelukken. Naast een goede bereikbaarheid is het vooral belangrijk dat het veilig is in het verkeer. De oplossing daarvoor ligt niet alleen in een goede infrastructuur met veilige wegen en fietspaden. Het gedrag van iedereen die aan het verkeer deelneemt, speelt hierin een belangrijke rol. Om verkeersslachtoffers te voorkómen, pakken we de belangrijkste risico’s aan (risicogestuurde aanpak). 38
Onze doelen Mobiliteit en bereikbaarheid staan niet op zichzelf, maar moeten in balans zijn met de andere doelen rondom verstedelijking, klimaat, veiligheid en gezonde leefomgeving. We willen terughoudend zijn met het uitbreiden van de ruimte die voor mobiliteit nodig is, omdat de schaarse ruimte ook nodig is voor andere functies. We streven daarom niet naar maximalisatie van de bereikbaarheid, maar naar een optimale bereikbaarheid in relatie tot de andere doelstellingen. Mobiliteit en bereikbaarheid zijn integrale vraagstukken geworden. We willen bijdragen aan de doelen van brede welvaart en een bijdrage leveren aan de afgesproken CO2 -reductie. • toekomstbestendig mobiliteitsnetwerk Een toekomstbestendig mobiliteitsnetwerk is een randvoorwaarde om de ambities van onze verstedelijkingsopgave tot 2040 uit te voeren. We willen de bereikbaarheid verbeteren en ons mobiliteitssysteem toekomstbestendig maken door: - het beter benutten van de beschikbare capaciteit van onze infrastructuur, door te stimuleren om minder, buiten de spits of op minder drukke dagen te gaan reizen - daar waar knelpunten blijven bestaan, streven we naar een vergroting van de capaciteit en doorstroming van het mobiliteitsnetwerk; dat geldt zowel voor fiets, bus, trein als auto • toegang voor iedereen Iedereen heeft recht op bereikbaarheid, zodat iedereen kan meedoen in onze samenleving. Iedere inwoner in de GMR heeft in 2028 alternatieven voor de (eigen) auto beschikbaar binnen loopafstand (deelmobiliteit, (flexibel) OV) of korte fietsafstand (HOV). Bereikbaarheid wordt niet alleen bepaald door de afstand (nabijheid) en snelheid (reistijd), maar ook door de toegankelijkheid en betaalbaarheid van vervoermiddelen en het voorhanden zijn van alternatieven. We willen dat onze inwoners in 2028 meer ontplooiingsmogelijkheden hebben dan nu. Concreet willen we dat onze inwoners meer arbeids39 plaatsen/voorzieningen binnen een acceptabele reistijd binnen bereik hebben. • duurzame manier van reizen We streven naar een mobiliteitssysteem waarin het logischer en aantrekkelijker is om een bewuste keuze te maken voor een duurzame manier van reizen. Dat wil zeggen: niet of op een ander tijdstip reizen, of met een duurzaam vervoermiddel of een ketenreis met een combinatie daarvan. Onze meetbare doelstelling is dat er eind 2026 zo’n 20.000 nieuwe ‘Slimme & Schone reizigers’ zijn ten opzichte van 2022. • veiligheid Onze ambitie is nul verkeersslachtoffers via een risico-gestuurde aanpak. Eind 2028 is het aantal verkeersdoden en -gewonden in elke gemeente ten opzichte van 2021 gedaald. • gezondheid en aantrekkelijke leefomgeving We willen meer korte ritten met de fiets. In 2028 is de fiets en de e-bike het meest gekozen vervoermiddel in onze regio voor korte ritten. Daarmee verbeteren we enerzijds de vitaliteit van onze inwoners en zorgen anderzijds voor een gezondere luchtkwaliteit. Onze activiteiten Voor het realiseren van onze doelen werken we met twee speerpunten.
SPEERPUNT DUURZAME MOBILITEIT EN GEDRAG • programma Slim & Schoon Onderweg Dit programma gaat om het stimuleren van duurzaam en slim reisgedrag. De maatregelen uit het programma helpen inwoners, forensen, bezoekers en (logistieke) ondernemers bewust te kiezen. Een gedragsaanpak op mobiliteit vergt een lange adem. We willen daarom in de periode 2025-2028 vasthouden aan de focus van de aanpak. De scherpere CO2 -regels maakt onze gedragsaanpak voor mobiliteit steeds minder vrijblijvend. Landelijk worden werkgevers verplicht onderzoek te doen naar de eigen CO2 prestaties en de CO2 - -uitstoot te verminderen. De werkgeversaanpak in het programma speelt hierop in. • efficiënt gebruik beschikbare infrastructuur We ontwikkelen maatregelen die een efficiënt gebruik van de beschikbare infrastructuur stimuleren. We gebruiken hierbij technologie en werken datagedreven. De regio heeft een coördinerende rol. Vanwege beperkte capaciteit bij gemeenten, kan de regio de gemeenten helpen met capaciteit of met praktische hulp, bijvoorbeeld via een toolbox. De regio deelt kennis over succesvolle aanpakken en kansen voor opschalen met partners. Bij efficiënt gebruik van infrastructuur hoort ook veilig gebruik. We stimuleren verkeersveiligheid door gerichte verkeerseducatie en gedragscampagnes. • duurzame logistiek Logistiek is een belangrijk onderdeel om CO2 in mobiliteit te verminderen. Samen met de Productieve en Circulaire regio zetten we in op: het versnellen van de realisatie van de laadinfrastructuur, het versterken van multimodaliteit, het signaleren van externe ontwikkelingen en ruimtelijke inpassing van logistieke hubs en bouwlogistiek. We werken gericht aan drie opdrachten: - versnelde uitrol laadinfrastructuur Wij willen een brug slaan tussen de centrale aanpak vanuit het landsdeel Oost (Nationale Agenda Laadinfrastructuur-Oost) en de regiogemeenten. Via kennisdeling en pilotprojecten stimuleren we een tijdige realisatie van voldoende laadinfrastructuur voor personenvervoer, logistiek en OV, waarbij we oog hebben voor de problemen rondom netcongestie. 40
- versterken en verschonen multimodaliteit We werken als ‘bovengemiddeld knooppunt’ samen met het ministerie van IenW via het MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) Programma Topcorridors, waarbij slim en schoon voor ons als regio centraal staat. De projecten met het Rijk zorgen ervoor dat we de meest duurzame schakel in het Europese TEN-T corridor-netwerk worden. En dat de bereikbaarheid in de regio niet verder onder druk komt te staan als gevolg van toenemend internationaal goederenvervoer. We willen meer duurzame logistiek met een groter aandeel binnenvaart en spoor. Hierdoor realiseren we een lagere CO2 -uitstoot, verbeterde luchtkwaliteit en minder congestie op de weg. Het verknopen van de verschillende modaliteiten is hiervoor noodzakelijk. De aanpak vanuit de GMR focust op het versterken van de samenwerking tussen binnenhavens, het stimuleren van een ‘modal shift’ bij het bedrijfsleven naar water en spoor en het verduurzamen van de binnenvaart. 41 - signaleren externe ontwikkelingen We zijn de vertolker van het regionale belang bij landelijke goederenvervoer-vraagstukken, zoals Goederen corridor Noordoost Europa (GNOE). We streven daarbij naar betrouwbare, robuuste, duurzame en veilige goederenvervoercorridors en het voorkomen van conflicten met onze woningbouwlocaties en andere regionale afspraken. Daarnaast willen we zorgen dat externe veiligheid op de bestaande routes niet toeneemt en dat de normen voor geluidsgrenswaardes en trillinghinder worden gerespecteerd.
SPEERPUNT VOORZIENINGEN EN INFRASTRUCTUUR • uitwerken mobiliteitsafspraken met Rijk Investeringen in ons mobiliteitsnetwerk zijn noodzakelijk om de regio bereikbaar te houden. Hiervoor hebben we afspraken gemaakt met het Rijk en de provincie. We zetten in op het uitwerken hiervan. De afspraken hebben betrekking op: - verbreding A50 - realisatie doortrekking A15/verbreding A12 - spoor Utrecht-Arnhem-Duitse grens - vrije spoorkruising Arnhem-Oost - netwerkanalyse 2030-2040 Regio Foodvalley/GMR - RegioExpres: sneltrein op spoor ArnhemDoetinchem-Winterswijk • investeringen in spoor Op het spoor is en wordt fors geïnvesteerd. Door realisatie van het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS), de aanpak van Station Nijmegen en elektrificatie van de Maaslijn. Belangrijke wensen voor ons zijn frequentieverhoging van de sprinter tussen NijmegenWijchen-Oss-Den Bosch en de Maaslijn, het verbeteren van de spoorlijn Tiel-Arnhem, het versterken van de ICE-verbinding tussen Arnhem en Frankfurt/Berlijn en het versnellen van de IJssellijn. Het knelpunt brug Ravenstein en de overwegveiligheid zijn hierbij aandachtspunten. Daarnaast speelt de discussie over de noordtak van de Betuweroute. Door deel te nemen aan alle (ambtelijke en bestuurlijke) relevante overleggen over goederenvervoer zorgen we ervoor dat we de belangen van de regio bewaken. • gebiedsaanpakken In 2024 is toegewerkt naar een gericht maatregelenpakket voor drie gebiedsaanpakken: A325 corridor, Zuid- en Westflank Nijmegen en Oostflank Arnhem. In de gebiedsaanpakken komen onze integrale mobiliteitsopgaven samen. Hierbij is een directe koppeling gelegd met de NOVEX uitvoeringsagenda. Dit concretiseren we in 2025 en verder. • agenderen mobiliteitsprojecten op en rondom rijkswegen Naast de projecten waarover afspraken zijn ge42 maakt, zijn drie projecten gedefinieerd die we op de agenda willen zetten. Te weten: - rondom de A50 aandacht voor het onderliggend wegennet en de bijbehorende mobiliteitstransitie - mobiliteitspluspakket boven op de bestaande plannen van de A15/A12; een eerste aanzet is in 2024 voorbereid - pré-verkenning naar de knelpunten rondom de A73 • actieve mobiliteit als speerpunt in transitie naar meer duurzame mobiliteit In de GMR is actieve mobiliteit (lopen en fiets) speerpunt in de transitie naar meer duurzame mobiliteit. In de regio zijn veel autoritten korter dan 7,5 kilometer. Een afstand die op de fiets en zeker op de e-bike voor veel inwoners, werknemers en bezoekers goed te doen is. Het stimuleren van de overstap van auto naar fiets op deze ritten, vraagt om een breed pakket aan maatregelen. De GMR is hier aanjager van en richt zich met name op projecten die gemeentegrenzen overschrijden. We blijven inzetten op het verder ontwikkelen en verbeteren van ons doorfietsroutenetwerk. Actiepunten hierbij zijn: uitbouwen van het netwerk, beter voeden van de woongebieden en naar OV-knooppunten met goede fietsparkeermogelijkheden, integreren van recreatieve fietsroutes in het doorfietsnetwerk en gerichte ingrepen om de verkeersveiligheid te waarborgen. • regionaal mobiliteitsnetwerk Goede bereikbaarheid vraagt om het optimaal benutten van verschillende modaliteiten. Technologische ontwikkelingen maken het reizigers steeds makkelijker om goed geïnformeerd voor de meest handige vervoerwijze te kiezen. Dit betekent dat de verknoping van de mobiliteitsnetwerken aandacht behoeft. Hubs en deelmobiliteit zijn hier onderdeel van, bijvoorbeeld via buurt- en stadrandhubs met overstapmogelijkheden op deelmobiliteit (deelfiets, deelscooter en deelauto). Onze rol is om zowel te inspireren als af te stemmen. Het gaat daarbij niet alleen om fysieke investeringen in bijvoorbeeld fiets
paden, OV en hubs. Het gaat om aanvullende (flankerende) mobiliteitsmaatregelen zoals parkeernormen en deelmobiliteit, verlagen van snelheid, stringenter parkeerbeleid, verminderen van rijstroken en zero-emissiezones. Daar waar mogelijk willen we gebruik maken van financiële mogelijkheden bij het Rijk en de provincie. van het doelgroepenvervoer of de opstart van deelmobiliteit. • belangenbehartiging openbaar vervoer De GMR is niet zelf de opdrachtgever voor het openbaar vervoer. We zijn de vertolker van het regionale belang voor het openbaar vervoer namens de samenwerkende gemeenten. Of het nu gaat om versterking van het HOV-netwerk, de realisatie van stadsrandhubs, de lobby voor behoud van OV-aanbod, de wens tot integratie • verkeersveiligheidsbeleid De daling van het aantal verkeersdoden stagneert, terwijl het aantal verkeersgewonden toeneemt. De gemeenten in de regio hebben ieder hun eigen verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van verkeersveiligheidsbeleid. Wij spelen een stimulerende en ondersteunende rol, door samen met de gemeenten toe te werken naar een integraal en uniform verkeersveiligheidsbeleid. De risico-gestuurde aanpak vormt de kern van onze aanpak. FINANCIEEL OVERZICHT In onderstaand overzicht staat de begroting voor de Verbonden regio voor de planperiode van deze agenda en de realisatie van de begroting van 2023. realisatie begroting 2023 2024 (bedragen x € 1.000) Verbonden regio Lasten Baten Saldo baten en lasten Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na reserves 1.945 1.945 - - - - 1.268 1.268 - - - - 2025 1.224 1.224 - - - - 2026 1.255 1.255 - - - - meerjarenraming 2027 1.255 1.255 - - - - 2028 1.255 1.255 - - - - 43
44
6. CIRCULAIRE REGIO Toelichting op de opgave Deze opgave gaat over het zuiniger en slimmer omgaan met energie, grondstoffen en producten. Hoe kunnen we onze ecologische voetafdruk zo klein mogelijk maken en in balans houden met de andere opgaven die we als regio nastreven, zoals het creëren van voldoende woonruimte, werkgelegenheid en recreatievoorzieningen? Circulaire economie is een transitievraagstuk waar de hele samenleving mee te maken heeft. We willen verspilling voorkomen, anders ontwerpen, de levensduur van producten verlengen en producten leasen, hergebruiken en recyclen. Dit is hard nodig, want er raken nog veel grondstoffen verloren, omdat we ze bijvoorbeeld verbranden. In Nederland vond in 2023 al op 12 april de zogenaamde Earth Overshoot Day plaats, de dag waarop Nederland de biocapaciteit heeft gebruikt die voor een jaar beschikbaar is. De GMR wil voorsorteren op een toekomst, waarin materialen en grondstoffen steeds schaarser worden en wil anticiperen op Rijks- en overheidsbeleid zoals het Nationaal Programma Circulaire Economie. Circulariteit, klimaat en energie worden in landelijk en Europees beleid steeds meer geïntegreerd benaderd. Onder meer omdat circulariteit nodig is om klimaatdoelen te halen. Maar ook omdat het verstandig is om de energietransitie zo circulair mogelijk te laten verlopen, aangezien materialen en grondstoffen schaarser worden. We hebben de ambitie om uit te groeien tot circulaire topregio, nationaal en internationaal bekend om inspirerende circulaire initiatieven en projecten. We willen dat gemeenten, bedrijven en inwoners weten dat de GMR een circulaire topregio is en dat zij hier trots op zijn. En dat onze regio bezoekers vanuit andere landen en regio’s inspireert. Onze focus ligt bij het circulair ontwikkelen van de bouwketen, de grond-, weg- en waterbouwsector (GWW) en een aantal productie-/reststoffenketens waar we als gezamenlijke overheden verschil kunnen maken. Onze gezamenlijke inkoopkracht weten we goed te benutten om de circulaire transitie in onze regio te versnellen. De Circulaire opgave draagt bij aan het slimmer omgaan met de gevolgen van klimaatverandering 45
door klimaatadaptatie. Onderwijsinstellingen en bedrijven in onze regio en daarbuiten bouwen veel kennis op over thema’s als hitte, droogte en extreme regenval. Die kennis kunnen we breed toepassen bij projecten in onze gemeenten. Zo leren we om klimaatbestendig te bouwen, vergroenen we stad en dorp, weten we beter om te gaan met wateroverlast, hitte en droogte en gaan we steeds slimmer om met het opvangen, vasthouden en hergebruiken van water. Het realiseren van de klimaatdoelen van Parijs (2015) is nodig om verdere opwarming van de aarde en de gevolgen daarvan te voorkomen. Het Rijk heeft als doel vastgelegd om de uitstoot van broeikasgassen met tenminste 55% te verminderen in 2030 en met 95-100% in 2050. We stappen daarom over van fossiele op duurzame energiebronnen, zoals zon en wind. In onze Regionale Energiestrategie (RES) hebben we onze ambities en aanpak uitgewerkt. Tegelijkertijd staat ons energiesysteem onder grote druk door de toegenomen vraag naar elektriciteit. Nieuwe en bestaande woonwijken en bedrijven, duurzame mobiliteit en ook duurzame opwek van energie doen de behoefte aan elektriciteit enorm stijgen. Netcongestie is in kort tijdsbestek een belangrijke belemmering geworden voor het realiseren van onze opgaven. Dit vraagt om regionale afstemming en het voorbereiden van keuzes door provincie en gemeenten. Onze doelen • de GMR ontwikkelt zich tot een nationaal en internationaal bekende circulaire topregio • gemeenten kopen circulair in en gemeentelijke opdrachten worden circulair aanbesteed • in 2030 is de bouwsector in onze regio minstens 50% circulair en 100% in 2050, deze ambitie is vastgelegd in de Woondeal 2.0 • de regio is klimaatbestendig • bedrijven, inwoners en gemeenten gebruiken minder fossiele energie • in 2030 is de opwek van 1,62 Twh duurzame elektriciteit in onze regio gerealiseerd • ons energiesysteem is stabieler en er is er weer voldoende ruimte voor nieuwe aansluitingen Onze activiteiten Voor het realiseren van bovenstaande doelen, gaan we op meerdere manieren aan de slag. We hebben onze activiteiten geordend in vier speerpunten. 46
SPEERPUNT GRONDSTOFFEN EN KETENS Onder dit speerpunten vallen activiteiten die bijdragen aan het ontwikkelen tot een circulaire topregio. En natuurlijk hoort hierbij dat we als overheden dan zelf het goede voorbeeld geven en circulair inkopen. • circulaire projecten stimuleren en uitdragen We zorgen samen met onze partners voor een omgeving waarin circulaire projecten tot bloei kunnen komen. We werken hierbij samen met TEB (programma slimme duurzaamheid) en partijen als VNO-NCW, Kiemt, Lifeport@ en de regionale omgevingsdiensten. We participeren in een aantal nationale en internationale bijeenkomsten. Deze selecteren we op basis van waar we echt een meerwaarde kunnen leveren door ons verhaal te vertellen door onze (bestuurlijke) boegbeelden en/of kunnen leren van andere circulaire koplopers. We benutten de Regio Deal om de circulaire netwerken van bedrijven, kennisinstellingen en gemeenten rondom Arnhem en Nijmegen nog steviger met elkaar te verbinden. In samenwerking met de Productieve regio besteden we aandacht aan voldoende ruimte voor circulaire bedrijven. • circulair inkopen door gemeenten Als circulaire topregio willen we zoveel mogelijk circulair inkopen. Hierdoor wordt de vraag naar circulaire producten en diensten aangewakkerd en bevorderen we duurzame logistiek. We ondersteunen de regiogemeenten bij het uitwisselen van kennis en ervaring. We brengen de voltooide circulaire inkoopprojecten in beeld om andere gemeenten te inspireren. We stimuleren en faciliteren dat gemeenten de circulaire economie en circulaire inkopen in het beleid verankeren. Indien gemeenten hiervoor het Manifest MVOI als middel willen gebruiken, ondersteunen we hen daarbij. • grondstoffen- productieketens sluiten We dragen bij aan het circulair en/of biobased maken van een of twee regionale grondstoffenketens per jaar. Daarnaast streven we naar een regionaal ecosysteem waarin hergebruik van grondstoffen en materialen steeds verder toeneemt. Grondstoffen- en materialenhubs kunnen hieraan bijdragen. We houden hierbij de focus op grondstoffen en ketens waar we vanuit onze regio een verschil mee kunnen maken, zoals luiers, incontinentiemateriaal, zorgafval, zonnepanelen, voedsel en textiel. We proberen hierin verbindingen te leggen om innovaties en samenwerking binnen ketens te versnellen. We werken intensief samen met de Productieve regio om bedrijven en bedrijventerreinen te helpen om zich circulair door te ontwikkelen. 47
SPEERPUNT CIRCULAIRE BOUW EN INFRA Eind 2023 bedraagt het aandeel circulair bouwen 10%. We weten echter dat bij projecten waarvan nu de voorbereiding start, 50% technisch goed mogelijk is. Ondanks het huidige lage percentage, is 50% in 2030 dus realistisch haalbaar. Ons eerder gehanteerde regionale doel van 25% circulair in 2025 lijkt niet meer haalbaar, aangezien deze projecten al in voorbereiding zijn. Het is belangrijk dat direct bij de start van de voorbereiding van een project circulariteit op de agenda staat. Om dit te stimuleren, blijven we het gebruik van de impactladder voor conceptuele (industriële) en circulaire bouw stimuleren. • programma Conceptueel en Circulair Bouwen 2023-2030 (CCB) Dit programma is onderdeel is van de Regio Deal. Het programma CCB loopt tot 2030. Financiering via de Regio Deal is tot en met 2026. Voor de jaren daarna is andere financiering nodig. • project Circulair opdrachtgeverschap grond-, weg- en waterbouw (GWW) We werken aan circulair opdrachtgeverschap voor de GWW. Dit project loopt tot en met 2025, met financiering via de Regio Deal. We geven dit project na 2025 een passend vervolg met mogelijk cofinanciering vanuit de Regio Deal. Via het programma en project richten we ons op de zaken die gemeenten moeilijk alleen kunnen en zaken die gemeenten direct werk uit handen nemen. • terugdringen materiaalgebruik We focussen op het terugdringen van het gebruik van bouwmaterialen van primaire abiotische grondstoffen. We stimuleren daarom het produceren, verwerken en toepassen van biobased bouwmaterialen. Voor het stimuleren van meer hergebruik van bouwmaterialen, faciliteren we eenvoudige en effectieve methoden en systemen voor het matchen van vraag en aanbod voor alle spelers in de bouwketen. • regiobreed instrumentarium voor circulair bouwen We richten ons op eenduidige en consistente regiobrede instrumenten voor circulair bouwen en een circulaire bouweconomie. Dat betekent dat ambities en werkwijzen van opdrachtgevende partijen duidelijk en voorspelbaar worden gemaakt. We verwachten dat het initiatief Via-T van VO-campus bijdraagt aan de scholing en ontwikkeling van expertise voor bouwende partijen. • aanbestedingstandaarden Wat betreft aanbesteding ontwikkelen we consequente minimale standaarden die voorspelbaar stapsgewijs omhooggaan. Samen en goed afgestemd met andere duurzaamheidsambities zoals energieneutraal bouwen, klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen. • kennisdelen Om meer en sneller circulair te kunnen bouwen, moet kennis over circulariteit breed aanwezig zijn bij alle gemeenten en andere stakeholders. We organiseren en faciliteren dat bij alle stakeholders door kennis te verspreiden, te zorgen voor normering en de ambtelijke organisatie te ondersteunen. We werken hierbij doelgericht samen met bedrijven en andere stakeholders. 48
SPEERPUNT WATER EN KLIMAATADAPTATIE Als regio streven we ernaar dat we steeds beter worden in het opvangen, vasthouden en hergebruiken van water. We willen maatregelen nemen om goed om te gaan met wateroverlast, droogte en/of hittestress. We zetten ons in om bebouwd gebied in stad en dorp verder te vergroenen. En we leren steeds beter klimaatbestendig en watervriendelijk te bouwen. Dit doen we in samenhang met de Ontspannen regio, die zich vooral richt op de ruimtelijke aspecten van klimaatadaptatie, en Productieve regio, die zicht richt op klimaatadaptieve werklocaties. Gelet op het feit dat klimaatadaptatie bij verschillende opgaven een thema is, bekijken we of de positionering van dit speerpunt aanpassing behoeft. • afstemming tussen opgaven Veel partijen, zoals provincie, waterschappen, gemeenten en de Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie-regio’s (RAS-regio’s), werken intensief aan klimaatadaptieve plannen. De GMR is actief in de afstemming met al deze partijen. • landelijke maatlat klimaatadaptief bouwen We ondersteunen het gebruik van deze maatlat. Het is de bedoeling dat alle gemeenten hiermee gaan werken. • samenwerking en kennisontwikkeling We dragen bij aan drie projecten in de Regio Deal Arnhem-Nijmegen. - Built4Heath: op testlocaties worden de gezondheidseffecten van hittestress gemeten 49 - Soil Valley: een sterk consortium - met bedrijven, mbo, hbo en wo - doet metingen op de stuwwal (Berg en Dal) en in rivierklei (Duivens Broek) - Lifeport Cool Lab: op zes testlocaties worden plannen voor vergroening uitgewerkt Hiermee ontwikkelen we en ontsluiten we de benodigde kennis. Dat doen we samen met TEB, KIEMT en Lifeport@ met leerprojecten en daarbij betrekken we regionale kennisinstituten WUR, HVHL, RU, HAN, ROC’s en Radboudumc. We delen de beschikbare kennis en kunde binnen de gehele GMR. We organiseren kennissessies en ontwikkelen een toolbox water en klimaatadaptatie. Hierbij stimuleren we gemeenten om de landelijke methodiek Menukaart Hitte in de gebouwde omgeving toe te passen, die uitgaat van gebied, gebouw en gebruiker. • klimaatadaptatie op werklocaties In samenwerking met de Productieve regio dragen we met kennis en kunde bij aan de uitdaging om werklocaties te vergroenen en daarmee meer klimaatadaptief te maken. • verwerven en benutten landelijke en Europese middelen We zijn aangesloten op provinciale, landelijke en Europese netwerken om de mogelijkheden voor (inter)nationale financiering te benutten.
SPEERPUNT ENERGIETRANSITIE • Regionale Energiestrategie (RES) De uitvoering van de RES continueren we. We ondersteunen en faciliteren gemeenten in het realiseren van de afspraken uit het bod van de RES 1.0. We richten ons op het helpen van gemeenten bij het realiseren van projecten voor duurzame opwek van elektriciteit en op energiebesparing. We bereiden ons voor op een nieuw bod voor 2030 en verder. • warmtestructuur We werken de regionale warmtestructuur met bronnenstrategie verder uit. We doen dit in samenhang met de gemeentelijke warmteprogramma’s. We versterken warmtetransitieprojecten van gemeenten. • energiesysteem We werken aan oplossingen om netcongestie te beperken door regionaal te programmeren en samen met partners als Liander en Tennet tot de juiste investeringen en oplossingen te komen. Dit doen we in samenwerking met de opgaven Groene groeiregio, Verbonden regio en Productieve regio. Gemeenten ondersteunen we in het maken van de juiste keuzes als het gaat om nieuwe aansluitingen op het energienetwerk. Innovatie blijft van belang. Wij faciliteren dit als regio. Denk aan opslagmogelijkheden van energie, zoals de toepassing van waterstof. We stimuleren de ontwikkeling van smart energy hubs en nieuwe duurzame energiedragers. Connectr speelt een belangrijke rol in dit speelveld. • verduurzaming gemeentelijk energieverbruik Het elektriciteitsverbruik van gemeenten is al volledig vergroend. We helpen gemeenten om het gebruik van fossiele brandstoffen (met name gas) voor het gemeentelijk vastgoed steeds verder uit te faseren en blijven de gezamenlijke inkoop van energie verzorgen. 50
• CO2 -beprijzing en CO2 -monitoring We werken in internationaal verband aan het verder uitwerken van CO2 -beprijzing als instrument voor gemeenten (gekoppeld aan het vierjarige Europese project Decarb-Pro). Daarnaast zorgen we voor jaarlijks inzicht in hoe onze regio ervoor staat bij het verminderen van de CO2 -uitstoot. • Nationaal Isolatieprogramma (NIP) Gemeenten voeren NIP uit. Het voldoen aan de Flora- en Faunawetgeving is hierbij erg complex en vraagt veel inzet. Gemeenten hebben de GMR gevraagd hierbij ondersteuning te bieden. In welke vorm, werken we nog verder uit. • Regionaal Expertiseteam Energie (REE) In 2023 hebben we als regio het initiatief genomen om het REE op te richten. Met steun van de provincie Gelderland richt dit onafhankelijke team zich op het ondersteunen van bedrijven om hun energievraag te verduurzamen. We blijven gemeenten uitnodigen en stimuleren om slim gebruik te maken van de diensten van het REE. • verslimmen aanpak laadinfrastructuur In samenwerking met de gemeenten en andere lokale stakeholders ondersteunen we laadmogelijkheden op kansrijke plekken in de regio. Laadinfrastructuur is noodzakelijk voor de transitie naar Zero Emissie (ZE) voertuigen. Netcongestie vertraagt deze transitie. Logistieke kavels op bedrijventerreinen zijn mogelijk kansrijk voor (tijdelijke) decentrale energiesystemen en collectieve voorzieningen. Met de regionale kennis en kunde via het REE en de logistiek makelaars uit het programma Slim & Schoon Onderweg (onderdeel van de Verbonden regio) wordt door de GMR een brug geslagen tussen een landelijke aanpak via het landsdeel Oost en onze regiogemeenten • kennisdelen We delen kennis over o.a. aardgasvrije wijken, duurzame opwek, expertisecentra en energieloketten. FINANCIEEL OVERZICHT In onderstaand overzicht staat de begroting voor de Circulaire regio voor de planperiode van deze agenda en de realisatie van de begroting van 2023. realisatie begroting 2023 2024 (bedragen x € 1.000) Circulaire regio Lasten Baten Saldo baten en lasten Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na reserves 1.652 1.652 - - - - 1.679 1.679 - - - - 2025 2.452 2.452 - - - - 2026 2.515 2.515 - - - - meerjarenraming 2027 2.515 2.515 - - - - 2028 2.515 2.515 - - - - 51
52
7. BEGROTING 2025-2028 De begroting van de GMR is opgebouwd uit twee programma’s: • Het regiobureau • De set van de opgaven. De begroting is opgesteld voor de jaren 2025-2028 en materieel sluitend. Het benodigde budget voor het regiobureau wordt gefinancierd uit een bijdrage van alle zeventien deelnemende gemeenten. Om deze bijdrage te berekenen, hanteren we het inwoneraantal per 1 januari 2024 als verdeelsleutel (bijlage 3). Naast de gemeentelijke bijdrage voor de kosten van het regiobureau, betalen de gemeenten een bijdrage voor TEB. De regio heeft op grond van de gemeenschappelijke regeling de bevoegdheid om namens de colleges TEB te subsidiëren. Voor 2025 is begroot dat veertien gemeenten TEB subsidiëren, waaronder de gemeente Montferland. Ook voor deze bijdrage hanteren wij het inwoneraantal per 1 januari 2024. De bijdrage voor TEB maakt onderdeel uit van het programma “regiobureau”. De middelen voor de vijf opgaven worden gevormd door gemeenten die intekenen op die opgave en subsidies van bijvoorbeeld provincie of Rijk en partners (zoals koepelorganisaties, onderwijs-instellingen of bedrijven). Samengevat zijn voor 2025 de bijdragen per inwoner in onderstaande tabel opgenomen. (deze tabel is gebaseerd op de primaire begroting): Bijdrage per inwoner 2024 Programma regiobureau € 2,71 Groene groeiregio € 0,99 Productieve regio € 1,05 Ontspannen regio € 0,66 Verbonden regio € 1,58 € 1,56 Circulaire regio Programma opgaven Totaal € 5,84 € 8,55 2025 € 2,77 € 1,18 € 0,92 € 0,92 € 1,59 € 1,63 € 6,24 € 9,01 De totale bijdrage neemt ten opzichte van 2024 met € 0,46 toe. Oorzaken zijn o.a. de inflatie en de stijging van de cao-lonen. De onzekerheid rondom cofinanciering beïnvloedt de hoogte van de inwonerbijdrage. Door het veranderende politieke landschap zijn wij voorzichtig met het opnemen van gelden van derden, zoals Rijk en provincie. Voor RES- en Woondeal-gelden kan een uitzondering gemaakt worden op het voorzichtigheidsprincipe, omdat deze gelden meerjarig zijn toegekend. 53
7.1 HET REGIOBUREAU (PROGRAMMA) Het regiobureau heeft de volgende taken: • het inhoudelijk en financieel voorbereiden van de opgaven en het zorgen voor coördinatie en integraliteit van de opgaven • organisatie, voorbereiden en uitwerken van vergaderingen van dagelijks en algemeen bestuur • profilering, positionering en lobby van de regio (provincie, Rijk, Euregio, Europa) • informatie, communicatie en ontmoeting in/van de regio (bestuurders en raden) aanspreekpunt voor externe partners • ondersteuning en advisering van colleges en raden en de RegioAgendacommissie bij het regionale werk • tijdig zien en vertalen van nieuwe opgaven en kansen voor de regio • bedrijfsvoering (zoals financiën, archief, privacy, juridische zaken, aanbestedingsbeleid en personeelszaken) • verstrekken subsidie aan TEB De begroting van het regiobureau bouwt voort op het in 2021 geactualiseerde bedrijfsplan. In de praktijk is gebleken dat de regie op communicatie en profilering van de GMR beter vanuit het regiobureau kan worden aangestuurd. In de begroting van 2025 is de ingezette lijn van de begroting 2024 verder doorgezet. Ten opzichte van 2024 is een indexatie van 6,54%, conform de Begrotingsrichtlijnen Regio Nijmegen 2024 (BRN), toegepast. De gemeente Mook en Middelaar krijgt een korting van 50% op de inwonerbijdrage (zie voetnoot 1). 7.1.1 JAARLIJKS TERUGKERENDE ARBEIDSKOSTEN MET EEN VERGELIJKBAAR VOLUME Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat afzonderlijke aandacht moet worden besteed aan jaarlijks terugkerende arbeidskosten met een vergelijkbaar volume. Zoals uit de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling blijkt, wordt aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume geen voorziening getroffen of op een andere wijze een verplichting opgenomen. Alle aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen zijn in de exploitatiebegroting verwerkt. 7.1.2 INVESTERINGSBEGROTING De organisatie verwacht in 2025 geen investeringen te doen. Vandaar dat de investeringsbegroting en daarmee toe te kennen investeringskredieten niet zijn opgenomen. 1 Met uitzondering van de gemeente Mook en Middelaar die 50% korting krijgt op de inwonerbijdrage aan het procesgeld van het regiobureau (artikel 29, lid 3 van de gemeenschappelijke regeling). Dit vanwege de unieke situatie dat het als enige gemeente gelegen is in de provincie Limburg, waardoor het als enige niet-Gelderse gemeente o.a. niet altijd gebruik kan maken van investeringen in de regio vanuit de provincie Gelderland. 54
7.1.3 TOTAAL BATEN EN LASTEN BEGROTING PER TAAKVELD Regiobureau taakveld (bedragen x € 1.000) Lasten Personele kosten Overhead Lobby, positionering en profilering Communicatie en ontmoeting Onvoorzien Af: Bijdrage 5% subsidie aan regiobureau Totaal lasten Baten Inwonerbijdrage gemeenten Subsidie provincie inwonerbijdrage Overige bijdrage Totaal baten Saldo Dekking extern (provincie) Dekking opgavegeld (inwonerbijdrage) Aantal inwoners Bijdrage per inwoner in euro’s 0.4 0.4 2025 2026 2027 2028 0.4 0.4 0.4 0.4 1.586 1.626 1.626 459 55 185 188 -107 1.553 470 500 470 56 56 203 0.4 100 103 103 -104 -107 2.281 2.126 0 2.281 2.336 2.262 0 2.336 0 56 138 103 -107 2.381 2.213 2.307 0 0.4 155 74 74 2.381 0 2.214 0 -1 2.213 0 0 0 0 0 2.126 772.288 € 2,77 2.262 779.211 € 2,90 2.307 785.123 € 2,94 0 2.214 785.123 € 2,82 7.1.4 BIJDRAGE THE ECONOMIC BOARD Volgens artikel 6, lid 1 van de Gemeenschappelijke regeling Regio Arnhem-Nijmegen, hebben de gemeenten geen bevoegdheden overgedragen aan de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen, met uitzondering van de bevoegdheid van de colleges om een subsidie te verstrekken aan de Stichting The Economic Board. In onderstaande tabel de specificatie van de bijdragen in de periode 2025-2028 die door de GMR wordt voorgesteld. Als uitgangspunt in deze begroting is gehanteerd dat de gemeenten die in 2025 TEB subsidieren dat na 2025 continueren. In de tabel zijn onder Totale subsidie TEB de bedragen opgenomen die TEB ontvangt van de vijftien gemeenten binnen de GMR. Nu de gemeente Montferland de GMR per 1 januari 2025 verlaat, dient TEB zelf een subsidieaanvraag te doen bij de gemeente Montferland. Het bedrag aan subsidie van de veertien deelnemende gemeenten is opgenomen in de post Totale subsidie door GMR verstrekt. De besluitvorming over definitieve subsidiëring ligt bij de deelnemende gemeenten. 55
Bijdrage The Economic Board 2025 Aantal deelnemende gemeenten Aantal inwoners per t-1 Bijdrage per inwoner in euro’s Totale subsidie TEB te ontvangen (x € 1.000) Aantal gemeenten vanuit GMR Aantal inwoners binnen GMR per t-1 Totale subsidie door GMR verstrekt (x € 1.000) 15 754.437 € 1,04 785 14 717.564 746 2026* 15 762.181 € 1,04 793 14 724.248 753 2027* 15 799 14 730.010 759 2028* 15 768.340 769.862 € 1,04 € 1,04 801 14 731.532 761 *In 2026 start een volgende periode van vijf jaar bijdrage TEB. Hierover moet formele besluitvorming nog plaatsvinden; deze bedragen zijn dus onder voorbehoud. In verband met het vertrek van de gemeente Montferland is in dit overzicht een splitsing gemaakt tussen de te ontvangen subsidie door TEB en de te verstrekken subsidie door de GMR. 7.2 DE VIJF OPGAVEN (PROGRAMMA) Bij de berekening van de bijdrage per inwoner is uitgegaan van: 1. Het aantal inwoners op 1 januari 2024. 2. Het aantal gemeenten dat een overeenkomst voor de opgaven heeft gesloten voor 2023-2024. Sinds de regionale agenda 2023-2024 wordt de methodiek van indexeren conform BRN toegepast. Voor 2025 komt deze index uit op 6,54%. Dit percentage is voor alle opgaven en het regiobureau gebruikt. Afwijkingen op deze begroting die in het verloop van 2025 ontstaan, worden conform het Spoorboekje P&C-cyclus 2024-2025 in het najaar aan het algemeen bestuur voorgelegd. De financiële uitwerking van de opgaven is ook dit jaar voorbereid in het betreffende bestuurlijke opgaveteam. Uitgangspunt is dat de regionale agenda 2023-2024 tot resultaten heeft geleid, die het vertrekpunt vormen voor deze nieuwe regionale agenda. 56
7.2.1 TOTAALOVERZICHT BATEN EN LASTEN BEGROTING PER TAAKVELD taakveld 2025 (bedragen x € 1.000) Lasten Algemeen Opgaven 1. Verbonden regio 2. Productieve regio 3. Circulaire regio 4. Ontspannen regio 5. Groene groeiregio Totaal lasten Baten Algemeen Opgaven 1. Verbonden regio 2. Productieve regio 3. Circulaire regio 4. Ontspannen regio 5. Groene groeiregio Totaal baten waarvan gelden derden Saldo 0.4 2.1 3.1 3.1 5.5 3.1 8.1 8.2 1.349 735 398 2.268 559 161 1.130 277 6.877 2.080 0 1.383 754 444 2.326 573 165 1.158 283 7.086 2.134 0 1.383 1.383 754 263 2.326 573 165 1.158 283 6.905 2.134 0 754 365 2.326 573 165 1.158 283 7.007 2.134 0 0.4 2.1 3.1 3.1 5.5 3.1 8.1 8.2 1.349 735 398 2.268 559 161 1.130 277 6.877 1.384 754 443 2.326 573 165 1.158 283 7.086 1.391 1.397 754 255 2.326 573 165 1.158 283 6.905 754 351 2.326 573 165 1.158 283 7.007 2026 2027 2028 57
7.3 GEPROGNOSTICEERDE BALANS T-2 ACTIVA 2023 31-dec EUR Materiële vaste activa A127 Overig Financiële vaste activa A1332c Overige uitzettingen met een looptijd > 1 jaar Vlottende activa uitzettingen A215 Vooruitbetalingen A221 A23 Vorderingen op openbare lichamen Liquide middelen TOTAAL ACTIVA PASSIVA 44.495 44.494 4.768 4.768 37.099 T-1 T 2024 31-dec 2025 T+1 2026 31-dec 31-dec T+2 2027 1-jan T+2 2028 1-jan EUR EUR EUR EUR EUR 34.695 34.695 4.768 4.768 24.895 24.895 4.768 4.768 15.095 15.095 4.768 4.768 5.295 5.295 4.768 4.768 0 0 4.768 4.768 40.000 42.500 42.500 42.500 42.500 2.014.400 1.755.000 1.665.000 1.740.000 1.740.000 1.740.000 3.604.077 3.205.417 3.206.217 3.249.517 3.185.499 3.177.000 5.655.576 5.000.417 4.913.717 5.032.017 4.967.999 4.959.500 5.704.839 5.039.880 4.943.380 5.051.880 4.978.062 4.964.268 2023 31-dec EUR Eigen Vermogen P111 P112 P114 Algemene reserve Bestemmingsreserve Saldo van rekening Voorziening P12 Voorziening verlofuren Vlottende passiva P213 2024 31-dec 2025 2026 31-dec 31-dec 2027 1-jan 2028 1-jan EUR EUR EUR EUR EUR 100.000 100.000 100.000 100.000 100.000 100.000 0 0 0 0 0 83.255 197.682 380.937 10.000 0 10.000 0 0 100.000 100.000 100.000 100.000 100.000 10.000 10.000 10.000 10.000 Overige vlottende schulden 1.540.756 2.062.880 1.966.380 2.074.880 2.001.062 1.987.268 Overlopende passiva P29c Vooruit ontvangen bijdragen overige overheid 3.556.450 2.650.000 2.650.000 2.650.000 2.650.000 2.650.000 P29d Overlopende passiva TOTAAL PASSIVA 216.696 217.000 217.000 217.000 217.000 217.000 5.313.902 4.929.880 4.833.380 4.941.880 4.868.062 4.854.268 5.704.839 5.039.880 4.943.380 5.051.880 4.978.062 4.964.268 58
8. BEDRAG HEFFING VENNOOTSCHAPSBELASTING Samenwerkingsverbanden zijn vrijgesteld voor de vennootschapsbelasting, indien aan drie cumulatieve voorwaarden is voldaan: 1. De activiteiten van het samenwerkingsverband moeten worden verricht voor de onmiddellijke of middellijke participerende publiekrechtelijke rechtspersonen. 2. De activiteiten zouden bij de participanten in het samenwerkingsverband niet tot belastingplicht hebben geleid of zouden zijn vrijgesteld als zij de activiteiten zelf zouden hebben verricht. 3. De participanten moeten naar evenredigheid van de afname van de activiteiten van het samenwerkingsverband bijdragen in de kosten van het samenwerkingsverband. Bij een gemeenschappelijke regeling wordt geacht hieraan te zijn voldaan. Nadrukkelijk is deze vrijstelling bedoeld voor activiteiten aan of ten behoeve van de deelnemers aan een samenwerkingsverband en niet voor activiteiten ten behoeve van of aan een derde partij. De vrijstelling heeft alleen betrekking op de winst die wordt gerealiseerd door levering aan de deelnemende gemeenten. Wanneer de winst wordt gerealiseerd in verband met de levering aan derden, moet hierover in beginsel vennootschapsbelasting worden betaald. De GMR verricht voor derden vooral werk voor “activiteiten verricht in verband met de uitoefening van een overheidstaak of van een publiekrechtelijke bevoegdheid”. Daarbij worden de werkzaamheden kostendekkend uitgevoerd. De organisatie voldoet aan bovenstaande drie voorwaarden en is derhalve vrijgesteld voor de vennootschapsbelasting. 59
9. PARAGRAFEN 9.1 PARAGRAAF 1: RISICO’S EN WEERSTANDSVERMOGEN Op grond van artikel 11 BBV moet de GMR in de paragraaf weerstandsvermogen inzicht verschaffen in de robuustheid van de begroting. Het weerstandsvermogen van de GMR is het vermogen om niet-structurele financiële tegenvallers te kunnen opvangen, zodat de taken kunnen worden voortgezet. De GMR is nauwelijks ontvankelijk voor risico’s. Het risicoprofiel is heel laag. Bovendien is een algemene reserve gevormd voor het opvangen van deze risico’s. Wij onderschrijven de principes van risicomanagement en risicobeheersing in ons werk. Dit houdt in dat risico’s gekoppeld worden aan de doelstellingen en dat maatregelen worden genomen om de risico’s te beheersen. Beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen De GMR heeft een reserve voor het exploitatierisico, in dit geval de algemene reserve, gevormd. Deze reserve (€ 100.000) wordt toereikend geacht, gelet op de voorwaarden in de gemeenschappelijke regeling. Stille reserves De GMR heeft geen stille reserves. Stelposten In de begroting 2025 is een stelpost van € 100.000 opgenomen. Dit bedrag is gereserveerd voor projecten die ten tijde van het opstellen van deze begroting nog niet voorzien waren. Risico’s De risico’s kunnen worden ingedeeld in: 1. Risico’s voortvloeiend uit het eigen beleid 2. Risico’s voortvloeiend uit het beleid van hogere overheid 3. Risico’s voortvloeiend uit de samenwerking met andere gemeenten en instanties 4. Risico’s voortvloeiend uit het doen/nalaten van derden Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit (zijnde de middelen waarover de GMR beschikt/kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten. 2 60 5. Risico’s voortvloeiend uit voor de regio niet te beïnvloeden autonome ontwikkelingen ad. 1. risico’s voortvloeiend uit eigen beleid In de begroting 2025 is op basis van ervaringscijfers tot en met 2023 een bedrag van € 60.000 opgenomen. Ten aanzien van de juistheid van de inschatting bestaat enige voorzichtigheid, ten gevolge van de volatiliteit van het rentepercentage. ad. 2. risico’s voortvloeiend uit het beleid van hogere overheid In de regionale agenda 2025-2028 wordt bij de opgave Verbonden regio inhoudelijk ingegaan op het project Slim & Schoon Onderweg. In de begroting 2025 zijn op basis van onzekerheid van toekenning van financiële middelen geen uitgaven opgenomen. ad. 3. risico’s voortvloeiend uit de samenwerking met andere gemeenten en instanties In de begroting 2025 is definitief uitgegaan van de uittreding van de gemeente Montferland. In de bijdrage voor TEB is zonder uittreding van de gemeente Montferland gerekend. Als gevolg van een slechtere financiële situatie bij gemeenten bestaat de kans dat de GMR een bezuinigingstaakstelling krijgt opgelegd. Dit kan tot gevolg hebben dat doelstellingen uit de regionale agenda niet worden gehaald. De GMR is een netwerkorganisatie. Indien menskracht buiten de gemeenten om, op een krappe arbeidsmarkt aangetrokken moet worden, bestaat een risico van extra prijsstijgingen. ad. 4. risico’s voortvloeiend uit het doen/ nalaten van derden In de begroting van 2025 is rekening gehouden met langdurig ziekteverzuim van één medewerker (2e spoor, 70%). Een tegemoetkoming in de loonkosten vanuit het UWV is buiten beschouwing gelaten.
ad. 5. risico’s voortvloeiend uit voor de regio niet te beïnvloeden autonome ontwikkelingen De gevolgen van de cao-onderhandelingen en prijsstijgingen werken door in het jaarresultaat. Gezien de forse inflatie van de afgelopen jaren, is een indexering van de kosten in 2025 van 6,54% toegepast. In de meerjarenbegroting van 2026-2028 is geen rekening gehouden met het aflopen van de huurovereenkomst van de kantoorruimte aan de Nijverheidsweg 2a te Elst, per 31 augustus 2026. Secundaire arbeidsvoorwaarden Op grond van de gemeenschappelijke regeling volgt de GMR de cao SGO, waarin de secundaire arbeidsvoorwaarden zijn vastgelegd. Werkkostenregeling De huidige werkkostenregeling is ingegaan op 1 januari 2020. Per 2024 is de vrije ruimte in de WKR verruimd tot 1,92% tot een loonsom van € 400.000. Over het restant van de loonsom wordt gerekend met 1,18%. Voor de vergoedingen boven dit bedrag moet een eindheffing van 80% worden betaald. Naar verwachting komt de organisatie in 2025 niet boven de forfaitaire ruimte uit. 9.2 PARAGRAAF 2: FINANCIERING De begroting van de GMR wordt grotendeels door de deelnemende gemeenten gedragen. De in de gemeenschappelijke overeengekomen afspraak voor wat betreft de bijdragen van gemeenten (artikel 29, lid 1) waarborgt dat de inkomende en uitgaande geldstromen in evenwicht zijn. Financiering van de organisatie door het aantrekken van leningen is niet aan de orde. Rentelasten/rentebaten De regio heeft met de Rabobank een rekening-courant-overeenkomst gesloten en maakt gebruik van Schatkistbankieren bij het ministerie van Financiën. De rente wordt niet aan de taakvelden toegekend. Financieringspositie De GMR kent geen langlopende financieringsmiddelen. 61 Rente-risiconorm De GMR heeft geen vaste schuld en derhalve is de rente-risiconorm niet van toepassing. 9.3 PARAGRAAF 3: BEDRIJFSVOERING Artikel 14 van de het BBV verplicht de organisatie om de stand van zaken en de voornemens voor de bedrijfsvoering weer te geven. De gemeenten hebben gekozen voor een compacte organisatie van het regiobureau, die ten dienste staat van de opgave-gerichte samenwerking. Taken en bevoegdheden zijn geformaliseerd in de gemeenschappelijke regeling en onderliggende regelingen en mandaatbesluiten. Voor de hoge ambities in het programma ter uitvoering van regionale visie en agenda is een efficiënt en slagvaardig bureau nodig. Voor de bureau-ondersteunende taken, zoals archief en P&O, wordt gebruik gemaakt van de dienstverlening van de gemeente Nijmegen. De GMR is een netwerksamenwerking. Uitgangspunt van de regionale samenwerking is dat deze wordt ondersteund door een regiobureau, waarbij optimaal gebruik gemaakt wordt van de in de gemeenten aanwezige capaciteit en kennis. Financiën De ontwikkeling van adequate bedrijfsvoering (scheiding van functies, administratieve organisatie, bewaking, verantwoording en rechtmatigheid) is een continu proces. De regiodirecteur is tekeningsbevoegd en heeft mandaat om opdracht tot betaling te geven. De controller beheert en regisseert de financiële organisatie; ABAB verzorgt de administratie. BTW De bedragen in de begroting zijn exclusief BTW. De door de organisatie betaalde BTW wordt gecompenseerd door de regiogemeenten. Deze zogenaamde doorschuif BTW/transparantie BTW wordt verantwoord in de jaarrekening en is opgenomen in de balans.
Personeelszaken Op het personeel van de GMR is de rechtspositie van de gemeenschappelijke regeling van toepassing. Voor de inzet van de bedrijfsgezondheidsdienst wordt gebruik gemaakt van de gemeente Nijmegen. Een personeelsconsulent van deze gemeente is tevens adviseur van de GMR en aanspreekpunt voor het personeel. De salarisadministratie wordt eveneens door de gemeente Nijmegen verzorgd. Automatisering De hardware wordt door de GMR zelf aangeschaft. Verder maakt de regio gebruik van een particuliere dienstverlener, Skyliner. Skyliner adviseert bij aankoop (kwantumkorting) en ondersteunt de organisatie bij de dagelijkse werkzaamheden (helpdesk). Interne zaken De postregistratie vindt plaats op het regiobureau en van hieruit worden de verslaglegging, correspondentie en agendabeheer voor het bestuur verzorgd. Informatiemanagement, Privacy Officer en Functioneel gegevensbeheer worden ingehuurd bij de particuliere organisatie M&I partners. Huisvesting De GMR huurt een kantoorruimte in een bedrijfsverzamelgebouw in Elst (Gld). Verder huren wij voor de afdeling Public Affairs een kantoorruimte in Brussel. Overhead Volgens het wijzigingsbesluit vernieuwing BBV moeten de kosten van overhead conform de definitie in de notitie Overhead van de commissie BBV inzichtelijk worden gemaakt. In paragraaf 7.1 is de specificatie van het regiobureau opgenomen. Daarnaast is binnen elke opgave overhead opgenomen voor managementkosten. 9.5 PARAGRAAF 5: ONTWIKKELING VAN HET EMU SALDO Het EMU-saldo of vorderingensaldo is het financieringssaldo waarin het exploitatieresultaat wordt gecorrigeerd voor baten en lasten die financiële uitgaven of inkomsten zijn. Rechtmatigheid Met ingang van 2022 is de rechtmatigheidsverantwoording gewijzigd. Het algemeen bestuur dient sinds dat moment vooraf de kaders en normen te bepalen voor de rechtmatigheidsverantwoording voor het dagelijks bestuur en de getrouwheid voor de accountant. Gedurende het jaar dient het dagelijks bestuur uitvoering te geven aan de vastgestelde kaders en normen. Het dagelijks bestuur legt in de jaarstukken verantwoording af over de rechtmatigheid. Bij het schrijven van deze begroting stond deze wetswijziging nog ter discussie en was de wijziging nog niet opgenomen in de BBV en de wet Bado. 9.4 PARAGRAAF 4: VERBONDEN PARTIJEN De GMR heeft zelf geen verbonden partijen, met dien verstande dat zij voor de regiogemeenten wel een verbonden partij is. In de Gemeentewet is opgenomen dat de kosten gemeenschappelijke regelingen behoren tot de verplichte uitgaven van gemeenten. In de gemeenschappelijke regeling is opgenomen dat de verdeling tussen de regiogemeenten geschiedt op basis van inwoneraantal 1 januari van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar. 62
Berekening EMU-saldo Omschrijving Euro x 1.000 1. Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves 2. Mutatie (im)materiële vaste activa 3. Mutatie voorzieningen (dotatie - onttrekkingen) 4. Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) 5. Verwachte boekwinst/ verlies bij de verkoop van financiële vaste activa en (im)materiële vaste activa, alsmede de afwaardering van de financiële vaste activa Berekend EMU-saldo 2023 2023 2024 2025 2026 2027 2028 Begroting Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting - - -12 -10 - -10 - -10 - -10 - -5 - - - - - - - - - - - - - - -12 -10 - -10 - -10 - -10 - -5 63
64
BIJLAGE 1: KERNGEGEVENS Adresgegevens Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen Bezoekadres: Nijverheidsweg 2a 6662 NG Elst Telefoon 06 - 10 16 91 43 Website www.gmr.nl 65
BIJLAGE 2: DEELNEMENDE GEMEENTEN Deelnemers Groene groei regio Arnhem Berg en Dal Beuningen Doesburg Druten Duiven Heumen Lingewaard Montferland Mook en Middelaar Nijmegen Overbetuwe Renkum Rheden Rozendaal Westervoort Wijchen Zevenaar ja ja ja ja ja ja ja ja nee ja ja ja ja ja ja ja ja ja Productieve regio ja ja ja ja ja ja ja ja nee nee ja ja ja ja ja ja ja ja Ontspannen regio ja ja ja ja ja ja ja ja nee nee ja ja ja ja ja ja ja ja Verbonden regio ja ja ja ja ja ja ja ja nee ja ja ja ja ja ja ja ja ja Circulaire regio TEB ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja nee nee nee nee ja ja ja nee ja ja ja ja ja nee ja ja ja ja Aangezien niet alle gemeenten standaard deelnemen aan bovenstaande inzet, staat hieronder een overzicht van het aantal inwoners per opgave en TEB. Montferland zit niet meer in deze aantallen. Deelnemers Groene groeiregio Productieve regio Ontspannen regio Verbonden regio Circulaire regio The Economic Board 17 16 16 17 16 14 1-1-2020 786.570 778.723 742.714 786.570 742.714 697.356 1-1-2021 788.278 780.368 744.330 788.278 744.330 1-1-2022 793.619 785.634 749.285 793.619 749.285 698.937 704.383 1-1-2023 801.794 793.809 756.926 801.794 756.926 711.810 1-1-2024 772.288 764.135 764.135 772.288 764.135 717.564 66
BIJLAGE 3: INWONERAANTALLEN PER GEMEENTE Deelnemers GMR Per 1-1-2020 Arnhem Berg en Dal Beuningen Doesburg Druten Duiven Heumen Lingewaard Montferland Mook en Middelaar Nijmegen Overbetuwe Renkum Rheden Rozendaal Westervoort Wijchen Zevenaar Totaal 161.368 34.990 25.891 11.078 18.918 25.124 16.450 46.606 36.009 7.847 177.698 47.909 31.404 43.736 1.705 14.973 41.124 43.740 786.570 Per 1-1-2021 162.477 35.008 26.165 11.064 18.407 25.067 16.569 46.863 36.038 7.910 177.453 48.214 31.412 43.536 1.726 15.011 41.259 44.099 788.278 Per 1-1-2022 163.964 34.946 26.232 11.034 19.177 24.944 17.197 46.969 36.349 7.985 179.081 48.265 31.360 43.429 1.756 14.945 41.343 44.643 793.619 Per 1-1-2023 165.712 35.421 26.576 11.081 19.511 24.939 16.793 47.217 36.883 7.985 182.465 48.703 31.468 43.584 1.752 15.110 41.540 45.054 801.794 Per 1-1-2024 167.651 35.478 26.723 11.081 19.581 24.869 16.839 47.342 - 8.153 187.011 48.909 31.419 43.656 1.831 15.152 41.543 45.050 772.288 67
BIJLAGE 4: BIJDRAGE PER GEMEENTE Deelnemers Regio GMR Bedrag per inwoner (bedragen x € 1.000) Arnhem Berg en Dal Beuningen Doesburg Druten Duiven Heumen Lingewaard Montferland Overbetuwe Renkum Rheden Rozendaal Westervoort Wijchen Zevenaar Totaal bureau € 2,77 464 98 74 31 54 69 47 131 - Mook en Middelaar 23 Nijmegen 518 135 87 121 5 42 115 125 2.139 TEB Bijdrage Verbonden Productieve Circulaire Ontspannen Groene Totaal regio regio € 1,04 174 37 28 12 20 26 18 49 - - 194 51 - 45 2 - 43 47 746 € 1,59 267 56 42 18 31 40 27 75 - 13 297 78 50 69 3 24 66 72 1.228 € 0,92 154 33 25 10 18 23 15 44 - 8 172 45 29 40 2 14 38 41 711 regio € 1,63 273 58 44 18 32 41 27 77 - - 305 80 51 71 3 25 68 73 1.246 regio groeiregio € 0,92 154 33 25 10 18 23 15 44 - - 172 45 29 40 2 14 38 41 703 € 1,18 198 42 32 13 23 29 20 56 - 10 221 58 37 52 2 18 49 53 1.685 357 269 111 197 250 169 476 - 53 1.880 492 283 439 18 137 418 453 911 7.684 68
BIJLAGE 5: LASTEN EN BATEN PER OPGAVE Groene groeiregio taakveld (bedragen x € 1.000) Lasten Algemeen Speerpunten Versnellen woningbouw Uitwerking Verstedelijkingsstrategie Verbinden ruimtelijke opgaven Totaal lasten Baten Algemeen Speerpunten Versnellen woningbouw Uitwerking Verstedelijkingsstrategie Verbinden ruimtelijke opgaven Totaal baten Saldo Dekking extern (provincie/Woondeal) Dekking opgavegeld (inwonerbijdrage) Aantal inwoners Bijdrage per inwoner in euro’s 0.4 215 220 220 220 8.1 8.2 3.2 1.130 1.158 1.158 165 165 1.158 277 283 283 283 161 165 1.783 0 870 913 772.288 € 1,18 1.826 0 893 934 779.211 € 1,20 1.826 0 893 934 € 1,19 1.826 0 893 934 785.123 786.645 € 1,19 0.4 215 220 220 220 8.1 8.2 3.1 1.130 1.158 1.158 165 165 1.158 277 283 283 283 161 165 1.783 1.826 1.826 1.826 2025 2026 2027 2028 69
Productieve regio taakveld (bedragen x € 1.000) Lasten Algemeen Speerpunten Verbeteren dienstverlening aan het mkb Human Capital Toekomstbestendige werklocaties Totaal lasten Baten Algemeen Speerpunten Verbeteren dienstverlening aan het mkb Human Capital Toekomstbestendige werklocaties Totaal baten Saldo Dekking extern Dekking opgavegeld (inwonerbijdrage) Aantal inwoners Bijdrage per inwoner in euro’s 0.4 3.1 3.1 316 75 325 93 192 332 95 3.1 158 158 0 165 714 0 714 772.288 € 0,92 768 0 587 0 587 160 338 91 0 260 689 0 0 0 0 0 768 689 779.211 € 0,99 785.123 786.645 € 0,75 € 0,88 0.4 3.1 3.1 316 75 325 93 192 332 338 95 3.1 158 158 0 165 714 768 587 160 91 0 260 689 2025 2026 2027 2028 70
Ontspannen regio taakveld (bedragen x € 1.000) Lasten Algemeen Speerpunten Groen-blauw raamwerk en landelijk gebied Recreatie en toerisme Cultuur Totaal lasten Baten Algemeen Speerpunten Groen-blauw raamwerk en landelijk gebied Recreatie en toerisme Cultuur Totaal baten Saldo Dekking extern Dekking opgavegeld (inwonerbijdrage) Aantal inwoners Bijdrage per inwoner in euro’s 0.4 5.5 5.5 145 149 149 212 322 704 0 703 764.135 € 0,92 217 330 722 0 217 330 722 0 721 149 217 330 5.5 25 26 26 26 722 0 0 0 0 0 721 721 771.226 € 0,93 777.110 778.632 € 0,93 € 0,93 0.4 5.5 5.5 145 149 149 212 322 704 217 330 722 217 330 722 149 217 330 5.5 25 26 26 26 722 2025 2026 2027 2028 71
Verbonden regio taakveld (bedragen x € 1.000) Lasten Algemeen Speerpunten Voorzieningen en infrastructuur Duurzame mobiliteit en gedrag Totaal lasten Baten Algemeen Speerpunten Voorzieningen en infrastructuur Duurzame mobiliteit en gedrag Totaal baten Saldo Dekking extern Dekking opgavegeld (inwonerbijdrage) Aantal inwoners Bijdrage per inwoner in euro’s 0.4 2.1 2.1 489 501 501 385 350 1.224 0 1.224 395 359 1.255 0 395 359 1.255 0 1.255 501 395 359 1.255 0 0 0 0 0 1.255 1.255 772.288 € 1,59 779.211 € 1,61 785.123 786.645 € 1,60 € 1,59 0.4 2.1 2.1 489 501 501 385 350 1.224 395 359 1.255 395 359 1.255 501 395 359 1.255 2025 2026 2027 2028 72
Circulaire regio taakveld (bedragen x € 1.000) Lasten Algemeen Speerpunten Circulaire bouw en infra Grondstoffen en ketens Water en klimaatadaptatie Energietransitie Totaal lasten Baten Algemeen Speerpunten Circulaire bouw en infra Grondstoffen en ketens Water en klimaatadaptatie Energietransitie Totaal baten Saldo Dekking extern Dekking opgavegeld (inwonerbijdrage) Aantal inwoners Bijdrage per inwoner in euro’s 0.4 3.1 3.1 3.1 3.1 184 189 189 633 125 68 2.452 0 649 129 70 2.515 0 1.274 649 129 70 1.442 1.478 1.478 2.515 0 1.210 1.240 1.240 1.243 764.135 € 1,63 771.226 € 1,65 1.274 € 1,64 189 649 129 70 1.478 2.515 0 1.240 1.274 777.110 778.632 € 1,64 0.4 3.1 3.1 3.1 3.1 184 189 189 633 125 68 2.452 649 129 70 2.515 649 129 70 1.442 1.478 1.478 2.515 189 649 129 70 1.478 2.515 2025 2026 2027 2028 73
RHEDEN ROZENDAAL DOESBURG ARNHEM RENKUM WESTERVOORT DUIVEN OVERBETUWE LINGEWAARD DRUTEN BEUNINGEN ZEVENAAR NIJMEGEN WIJCHEN BERG EN DAL HEUMEN MOOK EN MIDDELAAR
Nijverheidsweg 2a 6662 NG Elst info@gmr.nl www.gmr.nl
1 Online Touch