33

De wildernis Het is onvermogen op het eerste gezicht, helse kloof van redeloze klaagzang, te wrange vruchten Spiedende argwaan bijt zich vast in eigen staart. Zo zijn ze, blijven ze onveranderde overtuiging Het vraagt een wilde moed om te breken, om over mijn schaduw te springen, de hitte te trotseren Mijn brandende gelijk wordt een warme belangstelling, werk in uitvoering, begrijpelijk zwijgen

34 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication