21

21 Zijn elfstedentochtavontuur begon ’s morgens om 9.25 uur. Samen met zijn trainingsmaat Geert Kruims stormde hij na twee kilometer hardlopen het ijs op om in de recordtijd van negen uren en drie kwartier te finishen. “Wy ha hast oars net dien as tegearre groepen riders ynhelje”, vertelt hij, “Al dy geweldige minsken rôpen ús, by wize fan sprekken, nei de folgjende stêd ta. Yn Dokkum makken wy de moaiste ûntfangst mei. De grize gong my oer de grauwe doe’t wy út’e stikdonkere nacht wei op dat grutte feest tarieden. Doe kamen yndied de emoasjes los.” Voor de elf jaar oudere Pieter Boersma van it Súd was het de vierde keer dat hij mee reed. De zeer zware tocht van 1963 herinnert hij zich nog als de dag van gisteren. Maar ook deze tocht was zeker niet gemakkelijk. De harde noordoostenwind maakte normaal schaatsen vrijwel onmogelijk. De tochten van 1985 en 1986 waren echt niet met de laatste te vergelijken. Een goede voorbereiding is volgens Pieter noodzakelijk. Door de vele lange-afstands-schaatstochten vooraf, was hij dan ook goed getraind. “Sa gau as der natoeriis is, kriget de alvestêdekoarts my te pakken”, bekent hij. Hoewel hij om 9.30 uur mocht starten was hij om half zes reeds aanwezig. Zodoende was hij ook vooraan te vinden toen weer duizend man tegelijk werden losgelaten. Het eerste gedeelte legde hij, voor de wind, helemaal alleen af. Ploegmaten werden pas later belangrijk als er tegen de wind in geworsteld moest worden. Pieter heeft daar goeie herinneringen aan overgehouden, want met steeds wisselende ploegen nam iedereen op zijn beurt de kop. Ook het publiek vond hij geweldig. Door de eigen reclame op z’n schaatspak werd hij zelfs hier en daar herkend. Na Franeker, in het donker, bewees een meegebrachte lamp goede diensten, maar door de vele scheuren moest er heel geconcentreerd worden geschaatst. Om circa 22.00 uur komt Pieter nog behoorlijk fit over de eindstreep. Zijn reactie? “It wie in geweldige ûnderfining dy’t ik amper ûnder wurden bringe kin.” Voor de 45-jarige Rienk Couperus van it Noard, was het de derde keer dat hij zich aan de start meldde. Zijn vrouw Hilly had hem vooraf al een zware tocht voorspeld toen ze ’s nachts de storm op de ramen had horen beuken. “Oan myn tarieding haw ik net folle dwaan kind”, zegt Rienk, “Simmers mean ik it gers wat om’e doar en krekt hjirfoar haw ik op’e Alde Feanen in 50 km tochtsje makke.” Om dan maar niet te gaan is echt geen seconde in hem opgekomen. Vooraf was er vooral het gezellige telefonische contact met zijn zwagers, die ook mee zouden doen, om maar de best mogelijke voorbereidingen te treffen. ’s Morgens half vier stond hij op om een uur later de trein te kunnen nemen. Samen met Anne Spoelstra. Toch besloten zij om elk afzonderlijk te schaatsen. Met z’n forse postuur onder

22 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication