1262

nauwkeurige keurigheid van schijnbare fouten. Nederland : het duivelste land, maar gelijktijdig het poortland voor de verdere Europese filosofische reformatie, want die moet er zeker komen. Dit is alleen iets voor de eenling. Het gaat dus om de filosofische ondergrond, zoals er altijd in de profetische beweging de profetische ondergrond was. De mens moet hiertoe een zekere inwijding ondergaan, geoefend worden door het Areta principe, diep in de mens zelf, wat terugleidt tot het Aretaïtische tijdperk van de natuurmens. Fichte stelde dat een eenling zich niet moest schamen voor zijn intelligentie, ook al zou hij de enige wijze zijn in een wereld van dommen. Maar hij die niet voor de waarheid kan lijden moet er ook niet aan beginnen. Natuurlijk vechten de dommen terug, en is de intelligentie van een eenling een belediging en bedreiging naar hen toe. Ze voelen zich zo in hun nakie gezet, bloot, verzwakt, onteerd, ontmaskerd. Maar de mens moet aandacht hebben voor wat er daadwerkelijk gaande is, en niet zomaar principes leren. Fichte streed tegen het zondaars-begrip dat iedereen een zondaar was en zo altijd zou blijven. Hij stelde dat een mens die dat van zichzelf zei dat ook wilde. Die mens wilde gewoon zondigen. Fichte had veel hogere idealen, maar werd daardoor arrogant genoemd. Hij raakte in grote strijd met de kerk vanwege zijn temperen van het zondaars-begrip. Fichte had veel hogere verwachtingen van het mens zijn. Natuurlijk had de mens zijn fouten, maar de mens moest zichzelf niet naar beneden gaan lopen praten de hele tijd, alsof het niet anders kon, want dat zou voor Fichte een teken zijn dat zo'n mens gewoon niet wilde veranderen. 'Denk je soms dat je beter dan ons bent ?' werd er tegen hem gezegd. Je kan het gewoon niet goed doen. Ook als je dan een beter mens wil worden wordt het gewoon niet geaccepteerd en wordt het hoogmoed genoemd. Maar zij zijn toch zondaren ? Dat geven ze dan toch toe dat ze door het vlees leven, en hoe kun je van zulke mensen dan godsspraak verwachten ? En is het dan niet hypocriet van die zelfaangestelde zondaren die van de zonde hun beroep hebben gemaakt ? De pot die de ketel verwijt ? Het is dus eigenlijk gewoon zondig in hun ogen om niet een zondaar te zijn. Je kan het nooit goeddoen zo. Eigenlijk moet je dan wel een zondaar worden om te breken met hun zondaarsbegrip. Er is dan geen andere weg. Dan ben je maar een zondaar in hun ogen, maar zij zijn dat toch ook ? Dat geven ze toch zelf toe ? Wat is het probleem dan ? De mens moest dus zondaar worden om met het bedriegelijke systeem van de beroepsmatigheid van de zonde te breken. Dat is wat de man is : een zondaar. Hij moest helemaal buigen tot de grond, en vuil worden, om zo tot de kennis te komen in plaats van tot geloof, om zo te belijden : Ja, ik ben een zondaar. Zo werd de man met schuld beladen. De man werd zondig verklaart omdat hij durfde met het systeem van de zonde te breken. Hij werd schuldig gesteld voor het aangezicht van de kennis. Was er een andere weg dan ? Ja, ik ben een zondaar, zei de man. Ik heb gerebelleerd tot het systeem van de aarde. Ik heb gebroken met de zonde, dus ben ik een zondaar. Mijn zondigheid wordt door de vruchtbaarheid van haar kennis bevrucht, zodat er iets goeds uit voort kan komen. Nu tevreden ? Dat was wat de man zei. Hij was weggelopen van het systeem, nog steeds bevuild, en kwam zo tot de kennis, die woest was. Je zit er helemaal onder, jij zondaar. Hij had zich niet tegoed gedaan aan de zondige feestjes van de stad, maar had gehongerd. In de stad of net buiten de stad kruipen de van de zonde en gulzigheid dik geworden mannen naar de zonde toe en noemen het geloof. Ze kruipen door het stof, want zij zijn immers zondaren. Dat hebben ze geoefend, allemaal uitwendig. Ze hebben lopen pompen, hijgen, zweten, om maar uitwendige tekenen te ontwikkelen, omdat ze het inwendige hebben veracht. Het uitwendige, daar gaat het hen om, hun dikheid, hun rolmopserigheid, of hun gespierdheid is hun trots, en zo kruipen ze tot de zonde, want ze hebben hard gewerkt voor de zonde, klaar om hun beloning te ontvangen, en zo worden ze bevrucht. Nog ergere zonde zal er gebaard worden. Dat is een grote tegenstelling.

1263 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication