1268

Toen Mozes ergens in de woestijn stopte om daar zijn eredienst te houden en tabernakel op te zetten in overmoed was het dus eigenlijk Immanuel Kant die hem stopte en zei dat het volk verder moest gaan tot het beloofde land, niet op te geven in het hongeren, want in Jesaja werd de komst van Immanuel letterlijk geprofeteerd als degene die boter (melk) en honing zou eten, als een beeld van het beloofde land. Immanuel zou het volk leiden tot het beloofde land : Jesaja 7 13 Toen zeide hij: Hoort toch, gij huis van David. Is het u niet genoeg mensen te vermoeien, dat gij ook mijn God vermoeit? 14 Daarom zal de Here zelf u een teken geven: Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuël geven. 15 Boter en honig zal hij eten, zodra hij het kwade weet te verwerpen en het goede te verkiezen. 16 Maar voordat de jongen weet het kwade te verwerpen en het goede te verkiezen, zal het land ontvolkt zijn. Mozes mocht namelijk vanwege zijn overmoed niet tot het beloofde land gaan. Immanuel zou de mens verder leiden, wat door de christenen werd gezien als de komst van Jezus, maar de Israelieten zagen Jezus als een afgod en valse profeet, dus voor hen was dat niet de vervulling van hun profetie. Het land zal ontvolkt zijn wil zeggen dat het alleen voor de eenling is. De Rede kan namelijk alleen ontvangen worden door de eenling die zelf-verantwoordelijk is geworden, alhoewel dit een bewustzijns-begrip is en niet een daadwerkelijke ik is. Het gaat hier dus om een principe als onderdeel van de Rede. Immanuël betekent 'God met ons', maar God, el, betekent in de wortel de omdraaiier. Het is dus inderdaad de Kantiaanse God die de pseudo-werkelijkheid door de filosofische lens terugdraaide tot de oorsprong. Mozes zei dus tot het volk : Laten we hier stoppen om ons een stad te bouwen en een naam, maar Immanuel Kant zei : Laten we verder gaan en blijven hongeren in de wildernis, opdat we uiteindelijk tot het beloofde land van melk en honing zullen komen. Treffender kan deze profetie niet zijn. De mens moest nog meer minderen en nog meer loskomen van het materialisme, want het was het pseudo-terrein buiten het paradijs. Je kon hier niets vertrouwen. Daarom moest Immanuel Kant de mens tot een groter niets leiden. De mens moest loskomen van het overbodige, het pretentieuze. Hoofdstuk 18. newton's wereld In Mattheus 1 in het NT is Immanuel verbonden aan de komende redding van het volk. Ik had een droom waarin ik in een Kantiaanse wereld was, een parallel wereld, waar ik vroeger ook veel over gedroomd heb. Er waren allerlei betrokken hulp organisaties die de mensen opzochten en de mens van hun verslavingen afhielpen, zoals ook sex verslaving en verslaving aan verkeerde boeken enzovoorts. Ze zochten mensen aan huis op. Het waren Kantiaanse hulp organisaties die niet star en dogmatisch waren, maar juist fantasie rijk, want ze deelden ook bijvoorbeeld posters uit. Ik kon me herinneren dat ik ooit een grote poster kreeg wat een beetje leek op de wereld van Winnie de Poeh voor dertig procent, en misschien voor 40% op de wereld van Rayman. Het hing aan de linkermuur

1269 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication