tent van God. Als wij dan in gezonde vrees tot deze tent zijn gekomen, dan mogen wij in die tent ook rusten. Calvijn stelt dat we God's hulp niet met mensenmaat mogen afmeten, want al wat de mensen met veel moeite tegen God doen is zonder enige betekenis. Hoofdstuk 24. bespreking van calvijn's commentaar op psalm 4 Bij de bespreking van psalm 4 vraagt Calvijn zich af hoe mensen met hun eigengerechtigheid voor God durven te verschijnen, sinds alle reinheid van de mensen slechts vuil is voor God. Het laat volgens Calvijn de onmetelijke bluf zien van de ijdele eigenwaan van de mens die zich zelfs op het religieuze terrein waagt. David was een vluchteling in de wildernis, in bergen en dalen en vreemde landen, terwijl de vijand zo zijn relikwieën stal, stelt Calvijn, en zo misbruikten zij het geestelijke, want zij kenden het geestelijke niet, en konden er alleen op een uiterlijke manier mee omgaan, met huichelachtige plechtigheden, allemaal hooghartig bedrog. Zo dachten ze, dom als ze waren, dat God ook nog aan hun zijde zou staan. Zij hadden immers God gestolen. Zij zagen God slechts als een gebruiksvoorwerp. Veel mensen zien God ook als een woord, iets wat ze kunnen bezitten en veel gebruiken door er maar gewoon in te geloven en het uit te spreken, liefst op een traditioneel kerkelijke manier, maar God is de Rede. God is de hogere natuur-filosofie, die niet buiten de noodzaak van de studie omwerkt. Calvijn waarschuwt tegen ijdele en nagebootste plechtigheden waarin onoprechte vereerders van God slechts zichzelf behagen. Het is een droom, en de mens gaat ontwaken. Calvijn stelt dat de mens denkt dat God aan zijn zijde staat omdat hij iets in de hand heeft, maar het zijn slechts bedriegelijke uiterlijkheden, en ieder mens moet hiervoor op zijn hoede zijn, voor ijdel vertoon. De mens moet strijden en leren. Het komt de mens niet zomaar aanvliegen. Calvijn stelt vervolgens dat de mens als vreemdeling moet leven in deze wereld die door velerlei begeerten wordt gedreven, opdat de mens met volharding naar een beter leven streeft. De mens die niet zich zou afzonderen als een vreemdeling zou geheel wegzinken in de rust, de gemakken en het genot van het vleselijke, ontbloot van de wijsheid. De vreemdelingen echter leven in geduld, en dat is een betere bewaking dan de menselijke bewaking of bewaking van vrienden. Dat is een korte samenvatting van Calvijn's commentaar op psalm 4.
1281 Online Touch Home