wandelende voorbehoedsmiddelen. Nee, van vreemdelingen zijn ze vies. Voor de vreemdelingen is er geen plaats in de herberg, en daarom zal de dief in de nacht komen. Hoor wie klopt daar, kinderen ? Hoor wie klopt daar kind'ren. Hoor wie klopt daar zachtjes tegen 't raam. 't Is een vreemd'ling zeker, die verdwaalt is zeker. 'k Zal eens even vragen naar zijn naam. Nee, het is niet sinterklaas, en ook niet Jezus dit keer. Het is de onbekende vreemdeling, de vergetene, de weggedrukte. Niemand kent deze vreemdeling. Niemand heeft deze vreemdeling willen kennen. Het is de ongeborene, weggedrukt door het voorbehoedsmiddel van de maatschappij. Hoor wie klopt daar ? Of hoort niemand het kloppen ? Nee hoor, niemand hoort het kloppen. Daar hebben ze geen tijd voor. Ze luisteren wel naar wat anders. Wat de boer niet kent dat vreet hij niet. Wil hij niks van weten. En daarom zal het komen als een dief in de nacht, omdat er geen plaats was in de herberg. Het is als een droom : Oh, neem mij mee naar die andere wereld. Want zulke mensen zijn er ook nog : zij die dromen. Het is voor de dromers. Zij die nog durven dromen en dagdromen. Het is voor de kunstenaren : zij die dwars door alles heen een andere wereld zien. Hoor je het getrommel ? Soms hoor ik het, en dan vaagt het weer weg. Het gaat in en uit. Ik ben geen voorbehoedsmiddel zoals vele mensen om mij heen. Ik wacht op het ongeboren kind. Ik verwelkom het, de vreemdeling, de droom. Samen op weg, maar waar naartoe ? Ben je al op het schip gehesen of ben je de beste stuurlui die aan wal staat ? Ben je al vast aan het elastiek, of loop je zonder touwtjes ? Maar toch op batterijen ? Wie ben je en waar ga je naartoe, en met wie ben je ? Samen op weg, maar met wie, en waar naartoe ? Val niet voor de bedriegelijke reclame's van de samenleving en de families om je heen. Ze zijn hier neergezet om je vast te houden in deze realiteit, om je het product te laten kopen, het voorbehoedsmiddel, opdat de vreemdeling niet zal komen. Nee, ze willen niet dat je wegdroomt. Je bent van hen. Je bent slechts een ding in hun ogen. Ze voeren je het vlees van kind en dier, en zeggen : 'Het is goed, toe maar, eet maar.' Het schip wacht, maar wie zal aan boord gaan ? Als anderen van boord afspringen, doe jij het ook ? De ander is nooit een solide, goed excuus wanneer er een tornado recht op je af komt. Alleen de dromers zullen ontkomen. Zij die niet dromen zijn slechts de reclames voor een product wat allang achterhaald is. Ja, soms steken ze het in een nieuw jasje, alsof ze met de tijd meegaan, maar het is nog steeds hetzelfde oude product, dezelfde misselijkmakende truuk. Hoofdstuk 32. de Nameïtische theologie Name is de oervrouw van de mens, de hogere rede, die de lagere rede van de mens wil moest strikken, oftewel moest overtuigen. Soms wordt de mens daarom overweldigd door Name. REDE Grieks : logos Aramees : mlh
1290 Online Touch Home