onder bedwang houdt met zijn giftige schoonmaakproducten die in wezen gewoon tovermiddelen zijn. Door overmatig gebruik van deze middelen komt men langzaam onder de betovering ervan. De schoonmaakkabouter wil alles brandschoon houden, maar geeft niet om het milieu, de natuur en de gnosis. De schoonmaakkabouter wil niet “vies” worden, dus die keert ook niet terug naar de paradijselijke grond. In het amazone calvinisme wordt deze grip verbroken. De schoonmaakkabouter leeft in een valse schoonheid van de glitterwereld, een illusie. Hij probeert de massa's te verleiden tot vals vermaak, zodat hij even later zijn schoonmaak producten kan verkopen. Ook kan hij zo zijn gevangenen beschuldigen dat ze vies zijn en hen onder dwang schoonmaken. Ook de tandarts-industrie werkt door dit soort geesten. De schoonmaak-kabouter bespot de modder, de grond, waarmee de wilden zijn ingesmeerd voor camouflage en contact met de moeder grond, de onderwereld. Dit vind de schoonmaak-kabouter vies. De schoonmaakmiddelen van de stad vind hij mooi en nuttig, maar dit is een valse schoonheid, de illusie van de glitterwereld. Hier is hij uitermate bezadigd en verzadigd over, als een schoonmaak-orthodoxie. Hier gaat hij graag over in discussie, om zo zijn zedelijke praatjes te verspreiden, om zo zijn eitjes te leggen. Boenen en poetsen is de lust van zijn leven, om zo de diepere, wilde, vuile gnosis van de moeder grond verborgen te houden. Zowel de boeren-kabouters als de schoonmaak-kabouters hebben hun eigen dialect. De schoonmaak-kabouters praten een soort 'plat', maar dan 'precies' en 'betuttelend', het zogenaamde 'Proogs'. Heel veel mensen zijn bezeten door de schoonmaak-kabouter en leven daardoor oppervlakkig. De schoonmaak-kabouter maakt vele slaven. Spijbelaars zijn zijn prooi. Het heilige vuile van de grond van het paradijs ontmaskert de schoonmaak-kabouter, en werpt hem uit de stad, zodat de stad tot een ruine kan worden, tot een wildernis. De schoonmaak-kabouter is in dit proces onttroont. De troon is een beeld van de verborgenheid. Het vuile van het paradijs is schoner dan het schone van de stad. Het calvinisme had de discipline van de gnosis geroofd, en bracht daarom een heel verdraaide discipline tot het volk om los te komen van het katholicisme, van de ene slavernij tot de andere. Alle latere voortplantingen van het calvinisme probeerden aan die discipline te ontkomen, maar op zo'n manier dat ze vervielen tot losbandigheid, zoals de evangelische beweging, de pinkster en charismatische beweging. Er was nooit een “discipline van profetie”, er was nooit een wetboek van profetie, maar zij waren losbandige uitwassen die waren losgeslagen van de potentiële calvinistische kern. Het was de wildgroei van een kanker. De mensheid kan veel leren van de discipline van het calvinisme, en mag ontwaken tot de oorspronkelijke discipline van de gnosis. Hiertoe moet de mens dus eerst de geestelijke smetvrees verslaan. Zowel het platte calvinisme als het a-calvinisme, als volledig en bitter anti-calvinisme, zijn vijanden van de gnosis. Er is ergens een middenweg in de esoterie en cryptografie. De mens heeft door gebrek aan onderzoek ijdele bespiegelingen geschapen en daartoe is vals vertrouwen opgewekt. Zij hebben zich gesneden beelden gemaakt als karikaturen van de hogere kennis. De mens wilde de heilige strengheid niet. De schoonmaak-kabouter is de aard van Saveer, de geestelijke smetvrees. In sommige mensen zal dit een ziekte zijn, in anderen een verharding, of een mengsel ervan. Daarom mag de mens terugkeren tot de paradijselijke rivier om gewassen te worden, en zo weer terug te keren tot de paradijselijke grond. In een duister geheim schiep de schoonmaak-kabouter Jom, de Jezus-geest, als een wasprogrammaatje van smetvrees, zodat de mens stads “schoon” zou worden, en het contact met het paradijs zou verliezen. Dit zijn allemaal illusies buiten het paradijs, groot bedrog. De mens mag terugkeren tot de paradijselijke rivier. Het tegenovergestelde hiervan is de Toronto uitstorting, als de climax van de calvijnse afvalligheid, waarin het schoonmaak-middel wordt ontvangen. Dit was een grote uitstorting van Proogse geesten om het geheim van de hemelse dronkenschap te bewaken. Er is geen plaats voor losbandige dronkenschap. Alles is onderworpen aan de discipline van de hogere kennis, de metafysische wetenschap. God is geen schim of product van verbeelding die naar ieders lust kan worden veranderd. De schoonmaak-kabouters werken graag met hun spiegeltjes, zodat ze zichzelf een beeld en afspiegeling van het beest kunnen maken, om zo hun lusten te botvieren. De wereld aanbidt de Proogse kabouter van vals geluk, het goud der dwazen. Zij die valse goden maken in spijbelzucht en
14 Online Touch Home