nogal typische verschijnsel 'de christen' niet verder dan z'n neus lang is. 'Oh, het staat in het boekje, wordt overal gebruikt, dus zal wel waar wezen.' Het zijn belangrijke boeken, komen telkens weer langs, maar de christen kent de diepere betekenis niet. De christen kent de voortijden niet, want de schepping is nogal jong, en werd in zes letterlijke dagen geschapen, terwijl het in het Hebreeuws ook tijdperken kunnen zijn. De christen houdt zichzelf ongeleerd, anti-areta, blijft aan de oppervlakte 'waar het niet vies wordt'. De ontzegeling van Esther : str, zaad-oru : zaad is een voortijdse naam van de godin die haar ellebogen heeft gespreid als een kruis waarin de man wedergeboren kan worden. Oru komt in de bijbel voor als de Urya, leeuwinnen in het Aramees, in het boek Job, als een beeld van de woeste natuurvrouwen, oftewel de donkere kennis van het kruis. H'man is de verdraaiing van nm, Name, en die wil dat iedereen voor hem buigt, en omdat de Joden dit niet deden moesten ze uitgeroeid worden. H'man kwam echter aan zijn eigen paal te hangen. De ontzegeling van Habakuk : H'bakuk, of H'bakkah, de oorspronkelijke naam van mekkah, wijst ook terug op Rebekkah, het Woord. Habakuk 3:3 (Septuagint) : God komt van Teman en de Heilige van het gebergte Paran. sela. Zijn Areta (geleerdheid) bedekt de hemelen, en de aarde is vol van zijn lof. Habakuk 2:14 : Want de aarde zal vol worden van de kennis van des Heren heerlijkheid, kabowd, gelijk de wateren die de bodem der zee bedekken. Habakkuk heeft de BK wortel die wijst op verschillende Afrikaanse godinnen en Bakroe (BK-R) in de amazone gnosis, Rebekkah. In de Bilha komt zij ook voor als de godin Delilah in de Simson mythe. Toen Jakob de rivier de Yabboq (YBK) was overgegaan had hij een worsteling met een engel. Yabboq betekent leeg worden. Dat is ook wat de wortel bqq betekent, geheel leeg worden, leeg maken. Dit is dus een beeld van het toetsen. Het boek Habakuk (ybk) is dus de rivier waarover Jakob moet gaan om te toetsen, om de worsteling te hebben met God. Jakob moet over die rivier gaan om tot diepere betekenissen te komen, om zo een ontmoeting te hebben met de godin. In het Hebreeuws betekent Rebekkah de verstrikster, de valstrik. Dat is ook wat er gebeurd in de hongerput van Calvijn, de eerste zuil van het calvinisme, waar de mens zijn wil verliest en tot een soort verdoemenis gaat. Ieder mens is hierin verdoemd, maar er zijn vandaaruit stappen om tot diepte te komen. Habakuk 2 1 Ik wil gaan staan op mijn wachttoren en mij stellen op de wal, ik wil uitzien naar wat de Here tot mij spreken zal, en wat ik moet antwoorden op mijn klacht. Hij is over de rivier de Jabbok gegaan, dieper de wildernis in, en hij worstelt met de Moeder God. Hij wil haar niet laten gaan. Hij is aan zichzelf afgestorven, aan zijn ego, en hij wacht op de verbinding met het Woord. Hij is waakzaam en op zijn hoede. Hij weet dat juist ook in diepe wildernis zoveel gevaren zijn die hem kunnen afleiden van het doel. In het oerwoud overleven maar enkelen. Hij worstelt niet alleen met God, maar ook met zichzelf. Jakob is tot Pniël gekomen, achter de Yabbok rivier. Het eist van hem volkomenheid, het geheel afleggen van het ego. Dit moet hij
1303 Online Touch Home