haar beestachtig. Vergelijk dit met het Jezus aan het kruis verhaal. Het kruis is altijd het krachtigste symbool van de christenen geweest, maar het kruis speelt gewoonlijks geen grote rol in het leven van een christen. Wij maakten altijd verschil tussen de paaschristenen en de pinksterchristenen. De pinksterchristenen hadden min of meer het kruis verworpen. Het kruis is een symbool voor de pedagogische tucht (de opvoedingsleer). Wie het kruis verwerpt komt onherroepelijk in Toronto terecht, oftewel het pinkster-hedonisme. Jèsoe werd dus weggestopt in een kooi, in de Afrikaans-Orionse mythologie, zoals Jezus aan het kruis werd genageld in de christelijke mythologie. Alle theologieën rondom Jezus aan het kruis zijn gewoonlijks waardeloos, maar de mens kan zich soms wel met de man aan het kruis vereenzelvigen. Alleen : waar is de vrouw ? Waar is de moeder ? De man werd gevormd in de moederschoot van de aarde, een ander element zwaar verworpen door het kerkelijke, westerse bijbel-aanbiddende christendom. Hiertoe moest de islam komen, maar de archetypische moeder grond droeg nog steeds een masker in eerste instantie. De kooi maakte Jèsoe, de kennis, tot een wild beest. Zo brak zij ook uiteindelijk los uit haar kooi, en dit ligt diep in het archetypische onderbewustzijn van de mens verborgen. De kooi is een sleutelmetafoor die de oerkrachten van de afgronden van de menselijke ziel oproept. De mens komt zo in contact met zijn figuurlijke beest-zelf, die de mens moet helpen. De mens is immers deels beest. Jèsoe werd voor lange tijd zo gekweld in haar kooi dat zij uiteindelijk veranderde in het zondeverslindende beest "Amoet", wat ook terugkomt in de Egyptische mythologie van het laatste oordeel. Zo brak Jèsoe uiteindelijk vrij van haar kooi, terug de wildernis in. In sommige mythes van het Orionse Afrika verslond zij eerst een groot aantal van haar onderdrukkers, en ging de steden in om enorme slachtingen aan te richten, als een beeld van de wraak en het oordeel van God over de zonde van de mensheid. De mens betaalt een hoge prijs voor het achterhouden van de kennis. De kooi is in die zin een machtig symbool voor de Orionse Afrikanen waarmee zij zich kunnen vereenzelvigen in hun lijden. Vaak wordt de godin Jèsoe afgebeeld boven de kooi, als een teken dat zij de kooi heeft overwonnen, en dat een ieder die tot Haar, de Kennis, wil komen eerst door de kooi-ervaring moet gaan. De kooi is ook een beeld van Amoet zelf, de hogere gebondenheid, als de eed tot de zalige kennis. De kooi is dus net als het kruis tweeslachtig. Het beest waarin Jèsoe in haar kooi verandert verschilt per mythe. In sommige mythes is dit een zwarte panter, in anderen een zwarte roofvogel, of een combinatie tussen een zwarte leeuw en een zwarte hyena. In de Egyptologie komt dit niet alleen terug in Amoet, maar ook in Anubis, de zwarte hondenwachter (jakhals, wolf, hyena etc.), de gids van de onderwereld. In de Germaanse mythologie komt dit krachtig naar voren in de mythe van Roodkapje en de wolf, waarin de wolf het meisje initieerd tot haar hogere zelf. Eerst wordt het meisje door de wolf opgeslokt, als de kooi, en dan wordt zij door dit proces zelf de wolf door tussenkomst van het jagers-archetype. Het verjaagde wordt zelf tot de jager. Deze natuur-verschijnselen zijn niet te stoppen vanwege de zogeheten spiegelwet dat de mens wordt tot wat hem onderdrukt. De mens moet worden tot zijn kooi in de Afrikaans-Orionse filosofie. Dat is ook het doel van de kooi-ervaring, en dit wordt dus door de Kennis gebruikt. De Kennis is hier eerst zelf doorheen gegaan, dus zij zit niet op een hoog troontje als een "regelmien" om iedereen zomaar vanuit het niets te betuttelen. Zij komt vanuit de bodem van onze put. Zij komt altijd van onderen. Dit is ook altijd een belangrijke boodschap geweest in het paaschristendom. De Kooi van Jèsoe is in die zin een machtige metafoor. De Kennis voelt met ons mee en kent het, en is onze leidraad hier doorheen, om het om te buigen tot iets goeds. 6.3 - De Kooi - De Diepte van het Kruis
163 Online Touch Home