In de Geneva bijbel, in Colossi, wordt het kruis beschreven als een triomferende strijdwagen. Het is een nomadische dynamiek, zoals de vrouw op het beest. Soms is het beest een beeld van de baarmoeder. Al deze dingen horen bij elkaar. Ook Colossenzen is een gevangenis-brief van Saul. Aan het einde ervan draagt hij de Colossenzen op zijn gevangenschap, zijn banden, te herdenken. Saul is in het beest om tot wedergeboorte te komen, tot de bevrijdende werking van het tot inzicht komen. Het is heel dualistisch, net zoals het boek Openbaring heel dualistisch is als het over de wilde beesten gaat. Het is een paradox van kunst. Het is om los te komen van de lagere aardse gewesten. Colossi neemt hem mee naar boven. Colossi gaat over de heilige spiegel, het spiegelbeeld van het onzichtbare goddelijke, waardoor de mens heen kan gaan om zo telkens tot een ander inzicht te komen. Colossi is daarom ook de vrouw met de spiegel. In de Vur wordt gesproken dat juist de spiegel de droom in stand houdt. Deze twee hebben elkaar nodig. Dit is een mooie demonologische dualiteit. De valse spiegel moet natuurlijk ingeslagen worden, zodat de valse droom wegvaagt, opgelost wordt. Saul spoort de Colossenzen aan om de dingen te zoeken die boven zijn, en laat zo ook de heilige spiegel daartoe zien. De Geneva bijbel stelt dat de redenen en de wil van de mens corrupt zijn (3:5). Saul stelt dat de mens zelf de heilige spiegel moet worden (3:10). De nieuwe (diepe) mens is die spiegel. Dit transformatie-proces geschiedt door de vernieuwing van kennis. Hierin vallen ook alle valse onderscheidingen weg. In de heilige spiegel zien we onze verloren aspecten en onze parallelle zelven. Ook het beest heeft een spiegel in het boek Openbaring. In de diepte is dat een altaar, wat ook het geheim is van onze meervoudige identiteit. In de latere vertalingen van de bijbel werd dit steeds eenzijdiger neergezet. Oorspronkelijk kwam het uit de Egyptische onderwereld boeken waarin de spiegel van Nun, de zee, de onderwereld opende naar de hemel, opdat Ra op kon staan, als de hemelvaart. In Openbaring maakte de spiegel dat het beest weer kon spreken. In het twaalfde nachtuur van het Egyptische Boek der Poorten dragen vier goden de spiegel waarmee ze de poorten van de onderwereld bewaken, en waarmee ze Ra tot rust laten komen in de baarmoeder van Nod. In het Amduat boek is het loongevend aan hen die deze mysterieuze spiegel kennen, en zij ontvangen hun akh, hun dubbel (metaforisch : broer), hun schaduw die hen bijstaat, hun parallelle zelf. De Amduat beschrijft deze spiegel als transcendent, iets van de wereld beyond, als een interdimensionale poort. Deze spiegel geeft doorgang aan Ra in de onderwereld, zorgt ervoor dat Ra nergens blijft steken. Deze spiegel is in de diepte van de woestijn, in het diepste van de nacht, waar alle realiteiten ombuigen en in elkaar overvloeien. Het is als de nachtelijke woestijnzee. Ra moet zelf tot deze spiegel worden. Hij moet tot zijn spiegelbeelden komen, zijn parallellen, zijn verborgen identiteiten. Dit zijn zijn sleutels in de onderwereld. De bovennatuurlijke spiegel is zijn gids. Het is het geheimschrift van de onderwereld. Het Amduat boek zegt dat alleen maar een paar dit kennen. Verder kent niemand het. Hoofdstuk 3. Ragnarok en het Walkurische Geheim In een droom ontmoette ik Ragnarok, de Noord-Germaanse Eindstrijd in de Apocalypse, te vergelijken met het Armageddon. In het Zuid-Germaanse gebied werd dit ook wel de Gotterdammerung genoemd, de godenverduistering. Ik ontmoette Ragnarok in West-Orion in een gebouw. Hij kwam als een jongen die net volwassen was geworden. Hij smeerde een lijm op zijn onderlip en zijn gezicht raakte bevroren en kwam zo onder een zware hemelse magie terecht.
303 Online Touch Home