In het oude Germanië in Europa draaide alles om de Walkuren (Valkyries, Noord-Germaans), de strijdgodinnen die hen die hard aan zichzelf gestorven waren opnamen in de hemelvaart. Ragnarok was niet alleen een metaforisch tafereel van de toekomst, maar ook een persoonlijk principe wat toen al in de mensen werkte. Het is een pad door het metaforische ijs wat tot de metaforische duisternis en eeuwige nacht leidt, of de grootste nacht, een principe wat ook weer terugkomt in de islam. Het ijs staat namelijk voor de ramadan, de vastenperiode waarin je alles aflegt, jezelf vernedert, opdat je lagere, materialistische schijnwil afsterft. Het is een periode van onthechting waardoor je contact kan leggen met de andere, "verloren" wereld. De Walkuren werken dus in de Ragnarok om te zien wie tot het diepste ijs is gekomen. Zij vissen dus de bevroren zielen uit het ijs. Er is geen hemelvaart zonder aan jezelf af te sterven in het ijs. Vanwege dat het ijs leidt tot de nacht, als een natuurverschijnsel, leidt het tot het zwarte ijs. In het nachtijs sterven de lagere zintuigen af, en vandaar de term 'de zwarte moeder godin', en 'de zwarte Heerin', wat dus belangrijke metaforen hiervoor zijn. De mens moet teruggeleid worden tot het zwarte, de donkere moeder aarde. De Walkuren, de Germaanse oorlogsgodinnen, helpen en testen in deze tocht, in het Ragnarok. Zij wonen in het zwarte ijs, als ijsgodinnen. Zij zijn zelf het zwarte ijs. Wij hebben dus de ijsziekte nodig om tot de grootse nacht te komen. Deze ijsziekte brengt de hemelse hallucinaties, de nieuwe zintuigen. Zo kan ook uiteindelijk de hele wereld veranderen. De hele wereld zal in deze ijsziekte moeten gaan, in het Ragnarok, om zo af te sterven aan de lagere, materialistische hallucinaties. Zo kan er uiteindelijk een nieuwe schepping komen. Ook de Walkuren zelf zijn dus slechts een gebied waar de mens doorheen moet om zelf een Walkure te worden. Het Walkurische gebied ligt diep in de ijsnacht. Dit gebied is het hemelse robotische systeem. Ergens in de diepte van de ijsnacht is de hemelse donder en bliksem van de kennis, een nieuwe energie centrale. Er is dus geen makkelijke weg uit de stad, van de tuinen tot de wildernis. Dieper in de tuinen en de parken wordt het kouder en kouder, en velen keren op dat punt terug naar de warme stad die hun lagere, materialistische zelf in leven houdt. Zij die uit de winter tuinen komen tot de wildernis gaan zelfs dieper de kou in, want hier zijn de stadsmuren niet meer, en geen warme haarden in de buurt. Eerst komt de mens in de ijsvlaktes van Ragnarok terecht, en er zijn vele waaghalzen die eerst nog wel durfden die dan terugkeren, want dit gaat hen toch echt te ver. Snel weer terug naar de stad, waar alles veilig is en comfortabel, waar alles voorgekauwd is. Voorgekauwd ? Ja, de stad kauwt alles voor. In ieder geval in dat diepe ijs, daar ga je zeker klagen, en terug verlangen naar hoe het eens was, waar je eerst was. Al die flashbacks van goede, warme herinneringen kwellen je dan. Velen haken op dat punt af en gaan weer terug. Maar de mens moet dieper de nacht in. De mens moet door alles heenprikken, en er wacht een nieuwe natuur op de mens. De mens moet dieper de slaap in, en dat gebeurd door de ijsziekte. Het wonder van het licht in het diepste van de ijsnacht is dan niet de opkomende zon, maar iets van de natuur voortgebracht door plantjes en kruid, als lichtbolletjes, zaadjes met visioenen, en gedragen door insecten. Zij brengen een nieuwe lijm voort, die Ragnarok op zijn lip smeerde in de droom. En zo is warmte ook iets wat voortgebracht gaat worden door planten en kruid, en gedragen door insecten.
304 Online Touch Home