zijn vader, is genaamd Pegun. Omdat zijn moeder was vergiftigd door het beest wordt zij meer en meer tot een monster, en zo moet Hamaz uiteindelijk vluchten. Pegun nam wraak door de Niceaanse cultus van de Jezus-godheid op te richten, om zo het overwinnende werk van Hamaz verborgen te houden. Pegun is dus al overwonnen door Hamaz, maar probeert dit zoveel mogelijk schuil te houden. Allegorisch gezien heeft Jezus gelijkenissen met Hamaz in de zin dat Jezus afrekende met zijn vader's religie door er een nieuwe overheen te bouwen, en door de maagdelijke geboorte. Hamaz had zijn vader gedood, en was gevlucht van zijn moeder. Door Pegun werd hij sinds kind zijn afgezonderd gehouden van zijn moeder, als een beeld van het protestantisme. Toen hij na de dood van zijn vader tot zijn moeder kwam, als een beeld van het katholicisme, vond hij al snel uit dat zij tot een monster was geworden. Hij ontdekt dat ook zijn moeder een demoon is, en vlucht van haar weg. Zo heeft hij dus zijn beide ouders verloren, wat een zwaar lijden is. Hamaz had het beest wat hem verwekt had onthoofd. Dit komt ook terug in de Griekse mythologie waarin Perseus het monster Medusa onthoofde. Zodra iemand een blik wierp op het monster versteende die persoon, zodat Perseus het monster moest benaderen zonder rechtsstreeks naar het monster te kijken. Perseus keek alleen indirect naar het monster door de weerspiegeling in het schild. Dit is een parallel van hoe de mens met het Jezus monster, de heks Jom, moet omgaan. De mens mag het niet rechtstreeks benaderen, niet letterlijk, maar alleen esoterisch, als door een gebroken spiegel. Perseus nam het hoofd van Medusa en gebruikte het sindsdien als een wapen, maar gaf het later aan de godin Athena die het op haar schild vastmaakte. Nu, wat heeft dit met Jezus te maken ? Een mens die op Jezus keek versteende. Ook het verstand versteende en werd verletterlijkt. De afgevallen zonen van God, de nefilims, waren mens geworden, en werden in de mens Jezus tot God gemaakt. Zij hadden de 'Jezus is God' belijdenis nodig, maar er is iets veel diepers gaande. De God is het hoofd, zoals Christus het hoofd van de kerk werd, het hoofd van het lichaam. Jezus is God, het hoofd, betekent alreeds dat het monster onthoofd is. Perseus gebruikte het als een wapen om zijn vijanden te verstenen. Hij kon zichzelf en anderen hiermee beschermen, en kon anderen ook redden van andere monsters. Hij gebruikte het hoofd van Medusa om hen te verstenen. Zij die 'Jezus is God' letterlijk nemen worden erdoor versteent, en zij die het esoterisch zien als het onthoofde monster zijn als Perseus die terugwijst op Hamaz. De mens moet leren het in zijn herinnering als een medicijn en een wapen te gebruiken. Het zal van belang zijn in de strijd om af te rekenen met de vijanden van zijn psyche. Hij komt er niet zomaar van los, omdat het een medicijn-wiel is wat hij nog niet heeft ontdekt. De Griekse godin Athena droeg het Medusa-hoofd op haar schild. Op het schild was het hoofd in een doodslaap. Medusa was een zeemonster van een drie-eenheid genaamd de Gorgonen. Het bloed van een Gorgon was aan de linkerhelft dodend en van de rechterkant is het genezend en dodenopwekkend, wat ook eigenschappen van Jezus zijn. Gorgonenkoppen werden gedragen als ornamenten op Romeinse wapenrustingen. Ook de gehoornde vikinghelm heeft een soortgelijke uitleg en de bizonkoppen die indianen dragen om een succesvolle bizonjacht te vieren in de bizondans, wat ook een ritueel voor de vruchtbaarheid was. Het hoofd van Medusa, de godheid van Jezus, is een verschrikkelijk monster op zichzelf. De mens moet leren dit hoofd op zijn schild te krijgen en het te gebruiken in de strijd. De mens mag er alleen mee omgaan in de esoterische, weerspiegelende zin, en niet rechtstreeks, want dan zou het hem daadwerkelijk ten val brengen. Alle herinneringen van de mens zijn aan de afgehakte Medusa-kop verbonden, als een heilsfeit wat de mens moet leren begrijpen. Het brengt de vijand ten val. De diepte is belangrijk, omdat er daar nog iets verborgen ligt wat van belang is. In de Amazone mythologie wijst dit alles terug op het hoofd van Ursus. Ursus was een zwijnenmonster die mensen wegsmolt als ze te dichtbij kwamen. Ursus kon alleen benaderd worden met rode veren die genomen waren van de kippen van Ert. De Amazones tooiden zich op met deze veren en vingen toen het zwijnmonster, en onthoofden hem. Zijn hoofd begon toen gif te druipen, wat zij gebruikten sindsdien voor de oorlog en de jacht. In de Medusa mythe was Medusa een kind van het zeemonster Ceto, of Cetus. Toen een koningin genaamd Cassiopeia opschepte over haar schoonheid en ging rondbazuinen dat ze mooier was dan
38 Online Touch Home