371

Hoe is dit gekomen dat zij zich zo rijk waande ? Laodicea lag in Frygisch gebied. In de mythologie kwamen diverse koningen daar vandaan, zoals Midas die alles in goud veranderde wat hij aanraakte. Zij zijn onder een zekere "air". Hierdoor kunnen anderen hen niet bereiken. Ook Tantalus kwam namelijk uit dit gebied. Tantalus staat bekend om zijn onbereikbaarheid. Alles wat hij wilde vastgrijpen gleed altijd van hem weg, ook als hij iets wilde eten, dan bewoog het voedsel van hem weg. Efraïm is in die zin ongrijpbaar. Toch kreeg Hosea een zekere sleutel. Efraïm betekent de dubbele, en dubbele vruchtbaarheid. En het is ook heel dualistisch : Hosea 7 8Efraïm vermengt zich met de volken. Efraïm is een koek die niet gekeerd is. Dat is dus de taak van Hosea, om de koek te keren. Als er wordt gesproken dat Efraïm tot een woestenij zal worden, tot een wildernis, dan heeft dat twee betekenissen, want in de wildernis ligt ook de diepte. Het is een gimmick, en Hosea moet dat leren ontdekken. Hij moet het zich niet persoonlijk aantrekken wat Efraïm hem heeft aangedaan, maar hij moet het zien in de grotere context van de kennis. Hosea 9 7Dwaas is de profeet, waanzinnig de man des geestes, wegens de grootte uwer ongerechtigheid en omdat er grote vijandschap is. 8De wachter over Efraïm bij mijn God, de profeet – een strik van een vogelvanger is op al zijn wegen, vijandschap in het huis van zijn God. In de letterlijke zin is het niet waar, maar in de cryptiek is er een pad. Niet open zijn voor de cryptiek van dingen is een vorm van materialisme. Eerst grijpt het letterlijke de mens en test de mens, maar daarna ziet de toetsende mens de cryptiek. In die zin zal alles wat de toetsende mens aanraakt "in goud veranderen," omdat hij de diepte kan zien. Laodice is in die zin iets van de toekomst. Zij leeft in een andere realiteit. Zij is niet rechtstreeks te bereiken, maar alleen over het natuurpad. Hosea haalt uit naar Efraïm als in een obsessie. Bijna het gehele boek gaat over Efraïm, maar Hosea moet eerst dieper aan zichzelf sterven om het raadsel te begrijpen. Hoofstuk 39. De Wijngaard van Hosea Hosea is in de Egyptische wortels een vissersgodin. Hosea is obsessief bezig met Efraïm die hem heeft verwond, en hij zit vast als een vis aan een lijn, maar zo wordt hij wel de natuurkennis ingetrokken. Efraïm die haarzelf rijk waant zonder gebreken komt terug in het NT als Laodicea, wat in het Grieks Laodika is. In de Sanskrite wortel is dit Ladika, wat dienstbaarheid betekent (slavernij,

372 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication