377

breed is. 3Toen zeide hij tot mij: Dit is de vloek die uitgaat over het ganse land: volgens deze wordt ieder die steelt, van dit ogenblik af weggevaagd en volgens deze wordt ieder die vals zweert, van dit ogenblik af weggevaagd. 4Ik heb die doen uitgaan, luidt het woord des Heren der heerscharen, en hij komt tot het huis van de dief, en tot het huis van hem die bij mijn naam vals zweert, en hij overnacht in zijn huis en vernietigt het, zowel zijn houtwerk als zijn stenen. Dit is de vloek die over hen komt die geen wachter voor de mond hebben. Het staat gelijk aan diefstal, want ze stelen het Woord, verdraaiien het, en verkopen het dan door. Zij zullen wegvagen als het volk zal ontwaken. De boekrol was twintig el lang. Twintig is in de Hebreeuwse wortels dubbele, oftewel dualistische rijkdom, en lengte betekent geduld. Het gaat hier om de dualistische rijkdom van de kennis door geduld. De lengtemaat "el" is ammah in het Hebreeuws, wat komt van het woord moeder, em. De breedte staat voor de leegte, en die is tien el. Tien is het bouwen in de wortel. Het is het bouwen door de leegte, als tegenovergesteld aan het bouwen door materialisme. In het Aramees is de boekrol ook bloesem, als dat wat voortkomt vanuit een natuurproces in het juiste seizoen. 4Ik heb die doen uitgaan, luidt het woord des Heren der heerscharen, en hij komt tot het huis van de dief, en tot het huis van hem die bij mijn naam vals zweert, en hij overnacht in zijn huis en vernietigt het, zowel zijn houtwerk als zijn stenen. Het gesteente wordt hier overwonnen en vernietigt. Dit nachtvisioen hoort dus duidelijk bij het vorige nachtvisioen. We zien hier Daphne, de dualistische getuige van het zoonschap, in actie. Zij is de brenger van een groot oordeel. In het Aramees is zij ook een verbond. Daphne is het oordeel wat de huizen binnendringt en daar overnacht, als een spion, en hen dan ten val brengt. Daphne groeit subtiel door en langs alles heen. Zij breekt in het Aramees ook alle verkeerde paden af, en vernietigd de valse sieraden. Zij is uitgezonden als een gif, als Laodika. In het Aramees is dit een inwijding in geheime mysteriën. Het zevende nachtgezicht 5Hierop kwam de engel die met mij sprak, nader en zeide tot mij: Sla toch uw ogen op en zie, wat daar naar voren komt. 6Ik vroeg: Wat is dat? Hij antwoordde: Dat is een efa, die daar naar voren komt. Hij vervolgde: Zo zien zij er uit in het ganse land. 7En zie, het loden deksel werd opgelicht en daar zat een vrouw in de efa. 8En hij zeide: Dat is de goddeloosheid. Toen wierp hij haar in de efa neer en wierp het loden gewicht op de opening daarvan. 9Toen ik mijn ogen opsloeg, zag ik en zie, twee vrouwen kwamen naar voren, met de wind in haar vleugels; zij hadden namelijk vleugels als van een ooievaar. En zij droegen de efa weg tussen hemel en aarde. 10Toen vroeg ik de engel die met mij sprak: Waarheen brengen zij die efa? 11Hij antwoordde mij: Naar het land Sinear, om daar voor haar een huis te bouwen. Is dit gereed, dan zetten zij haar daar op haar plaats. Dit gaat over het herstel van de Moeder God en Haar tempel. Het Woord van de Moeder God zal komen. Sinear betekent het land van de twee rivieren, van de dubbele, of dualistische rivier. Deze rivier zal door het Woord stromen, opdat er nooit meer een eenzijdige interpretatie zal zijn, want dat is een vorm van materialisme. Het laat ook de verschillende lagen zien waarop de tempel is gebouwd. Er liggen meerdere talen en grondteksten ten gronde aan de tempel. In het Hebreeuws is ook de gevangenis verbonden aan de tempel, en dit gebeurt in de onderwereld, de erets. In het Aramees is het bouwen het gestalte geven van een logisch argument. Geen vage geloofsspelletjes meer vanuit een misvertaald boekje, maar contact hebben met de oneindig diepe natuurlogica, die al abstract genoeg is, maar dan onderhevig aan de hemelse kern-technologie.

378 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication