de mens van het kruis weg te nemen, en van de honger mystiek, zodat de mens het beloofde land niet in zal gaan. Er is een strijd tegen sierzucht, het overmoedig en vals sieren van de stad, wat ook in woordgebruik naar voren kan komen. Weest op uw hoede voor hen die zich zo opstellen. Zij zijn ten prooi gevallen aan de geest Elias, de duivel van Toronto. Zij zijn overmoedige grijpers waardoor zij verstenen. Dit wordt in de Amazone theologie ook 'nak' genoemd, waar het woord 'naker' vandaan komt, de 'dochters der mensen' die het nephilim geslacht grootmaakten in Genesis 6. Hier ligt dus zowel bij Paulus als Calvijn een grote waarschuwing. De ware wijsheid is oorlogs strategie die ontstaat wanneer de honger rijpt. De grafrovers willen hier niet op wachten. Zij zijn piraten. Zij gaan niet aan het kruis. Zij kruisigen alleen. Zij gaan niet diep de wildernis in. Zij gaan naar de mausoleums en kerkhoven van de stad om daar kostbaarheden en sieraden te roven. Zij willen zelf niet sterven. Het gaat er dus om om tot het onuitwisbare merkteken van het touw te komen, de heilige waanzin. De mens moet komen tot de heilige onweerstaanbaarheid, de vierde esoterische wet van Calvijn, oftewel de I-wet (irresistible). In Calvijn's letterlijke leer is dit onweerstaanbare genade, maar genade is een misvertaling van het Griekse 'charis', wat wel degelijk om loon gaat. De mens moet dus de vierde wet ontvangen. Dit is ook de vierde wet in het amazonisme. We begaan stelselmatig het esoterische pad van het calvinisme, de gereformeerde esoterie, die voortkomt vanuit de islamitische esoterie. De vierde wet van de heilige onweerstaanbaarheid, het touw waar niet tegen verzet kan worden, komt voort vanuit een grote honger, een vasten, wat in de islam de Ramadan wordt genoemd, en wat ook één van de vijf zuilen van de islam is. In het calvinisme is de honger de eerste wet, waarin de mens totaal verlaten is en hulpeloos, de T-wet. Dit is de reden waarom God in de islam geen kinderen heeft. Alles is in de honger, alles is in de verstotenheid. Alleen zo kan de heilige onweerstaanbaarheid zuiver wortel schieten. De mens kan geen vast voedsel verdragen hier, en is overgeleverd aan melk. Paulus laat zien dat er een duidelijke voedsel-restrictie is, zoals ook Jeremia dit laat zien. Wanneer we het over God hebben in de calvinistische esoterie dan hebben we het dus over de heilige onweerstaanbaarheid, de vierde wet. Zonder deze wet zou de mens nog dingen uit zichzelf doen, vanuit het vlees. Alleen in de heilige onweerstaanbaarheid kan het vlees afsterven. Het Eeuwig Evangelie spreekt in dit opzicht over nieuw vlees ontvangen. De christelijke esoterie is prachtig, en kan zo diep gaan als maar nodig is, maar de christelijke letterlijkheid is een verschrikking. Mozes liet zien dat door te offeren de mens kon afrekenen met de zonde, en dit offeren is de gehoorzaamheid. Veel Judaïsten nemen dit nog steeds symbolisch, terwijl de christenen het hebben verletterlijkt. In de Jezus Christus leer gaat het erom jezelf te offeren, maar er werd in het boek Daniël al geprofeteerd dat het dagelijkse offer gestaakt zou worden. Deze profetie is vervuld in de genade leer die kwam opzetten in het latere christendom, in het Paulinisme en het Calvinisme, die berust op een selectieve vertaling van het woordje 'charis'. De mens werd onderworpen aan de uitverkiezing, die zijn climax kreeg in het calvinisme. In die zin had het offeren geen nut, want als je niet uitverkoren zou zijn dan zou je nog verloren gaan. De mens kon dus niet meer offeren. Het werd gestaakt. Wat is de esoterische betekenis hiervan ? De mens mag niet overmoedig offeren, maar moet weer worden als een kind. De mens verloor het zo corrupt geworden priesterschap, en werd tot een hulpeloze tentslaaf. De mens moest het overmoedig strijden opgeven. Hierin kreeg Jezus Christus een hele andere betekenis. Korinthe was een stad van grote sierzucht en materialisme. Wat kunnen we esoterisch hier van leren ? De offerdieren werden versierd, zoals ook Jezus werd versierd voordat hij werd geofferd. De sieraden staan voor de restricties van de gnosis, opdat betekenissen niet oeverloos worden. Dit is alreeds een groot oordeel. De sieraden zijn tot transformatie van de vijand, tot inpassing in het esoterische systeem waarin alles bruikbaar is. De mens wordt versierd met educatie, met gnosis. Dit is ook wat de jacht in diepte betekent : het versieren met kennis, zodat alles kan veranderen, diepere betekenissen kan krijgen. Dit moet met alles gebeuren. De mens moet niet zo overwijs worden dat hij smetvrees krijgt. Mozes stelde de offerdienst in, de noodzaak tot gehoorzaamheid. Jezus was het beeld van de opoffering van het zelf, en Paulus was de diepere dimensie van de heilige onweerstaanbaarheid,
47 Online Touch Home