in de jaren 1700-1800 werd de mens bedolven onder de grenzeloze terreur van het orthodoxe christendom. In de jaren 1600 stelde Spinoza al dat God alleen filosofisch bestaat, als de Rede. Dit werd ook al gesteld in de oorspronkelijke Aramese bijbel, wat later door het Westen werd verdraaid en verletterlijkt, en dat ging allemaal door selectieve vertaling waarin de context werd weggekapt. Het werd een aandeelhouders-club van een bedrijf, niet van de waarheid. Daarom is de definitie van kwaad voor de Duitse idealist 'onlogica', maar wat logica dan is kan alleen door de hogere filosofie beschreven worden. Daar waar dingen oppervlakkig, materialistisch, letterlijk en eenzijdig worden verliest de mens. Er mag dus niet zomaar exclusief 'moreel' naar dingen gekeken worden, maar filosofisch, en omdat je met filosofie al snel de mist in kan gaan door het te simpel te maken is nihilisme een belangrijk fundament, maar dan als tussenstaat. Nihilistische filosofie is dus totaal niet nihilistisch, maar ironisch, verdiepend, om tot hogere waarheden te komen. Het is een vorm van alertheid. Het nihilisme is het schild en pantser van de filosofie. De mens moet afrekenen met al het valse, overmoedige zelfvertrouwen en vertrouwen in de dingen om hem heen. Het leidt tot de dood. De mens moet de diepte van de filosofie in, de Heilige Rede, om zo de ware 'God' te ontmoeten. God is niet gebonden aan de bekrompen, geërfde verstandsnormen van de mens. De mens denkt niet op het niveau van God, en kan het daar ook niet mee vergelijken. Het verstand van de mens is nog steeds in evolutie. Zij die in de heilige gebondenheid leven leven niet meer door het verstand van de mens, en vertrouwen er ook niet meer in. Nietzsche maakte onderscheid tussen het actieve nihilisme wat het nuanceren en kanaliseren is van geestelijke kracht door kennis, en het passieve nihilisme wat niet meer aanvalt, niet meer strijdt, zoals bepaalde vastgegroeide stromingen binnen het boeddhisme. Nietzsche streed in die zin met het boeddhisme. Geestelijke waarden en doelen vervlakken wanneer het passieve nihilisme zijn intrede doet, en dit komt ook veel voor in het christendom, en gaat zichzelf dan vervolgens maskeren in allerlei vertakkingen van het front. Nietzsche stelt dat 2000 jaar christendom daarvoor de prijs nog zal betalen, vanwege de overwaardering van de mens zelf in dit systeem. Hij stelt dat alles nu vals is tot in de wortels : alles is slechts woorden, woorden en woorden, pure verwarring en overgeforceerd. Hij noemt het Engelse, westerse christendom de lichamelijke gymnastiek van absolute horror. Hij noemt het de materialisatie van kleinering en haast, wat de 'beschaving' wordt genoemd. Zijn pessimisme is gericht als een uiting van de nutteloosheid van de moderne wereld, en niet het bestaan en de wereld op zich. Zijn nihilisme is dus actief en selectief, als een oorlogsstrategie. Het is een levend nihilisme, een eeuwig nihilisme, als een tussenlaag van bescherming, als de filter van de hemel. Dit is dus een heel groot verschil. Nietzsche stelt dat er extreem en onfilosofisch nihilisme is wat zo ver gaat door te stellen dat alles nutteloos is, en dan wegzinkt in totale verwoesting en wanhoop, geheel gekeerd tegen de subtiele gevoeligheden en nuances van de filosoof, en is volgens Nietzsche een doodlopende weg. Nietzsche is een creatieve nihilist, geen doodlopende. In de middeleeuwen ontstond de scholastiek, de filosofische theologie van de logica, die dialectisch was : stelling, anti-stelling, samenstelling, oftewel door dualisme en perspectivisme komen tot de hogere waarheid. Waarden moesten volgens Nietzsche eerst geisoleerd worden en niet zomaar op hoge paarden gezet worden om te regeren. In hun isolatie, in hun lage profiel, moesten zij idealistisch gemaakt worden. Ze moesten beschermd worden, en niet zomaar aangevallen. De waarden kunnen zo hun richting vinden en zich vereeuwigen. Dat is de scholastiek van de waarden. Nietzsche stelt dat als er geen laag profiel wordt gehouden en men stelt haastig allerlei instituties op, dan is dat de weg tot veel mislukkingen en misvormingen, want het instituut remt de leeftijd, de ziekte en de criminaliteit niet. Hij stelde dat de huidige beschaving met al zijn overmoedige instituties het probleem is en een natuurlijke vijand. Daarom was hij nihilist, gericht tegen het instituut. Naar het potentieel van de filosofie was hij niet nihilistisch, maar progressief en
730 Online Touch Home