881

Het verhaal sterft in de nacht, en dan is men weer in het spel. Het is geen tijd om met pensioen te gaan, maar ons is wel een eeuwige sabbath beloofd wanneer de natuur mysterieën zich zullen openbaren. Deze mysterieën liggen diep gecodeerd in de Vur en de Bilha, in de tweede bijbel, en ook in de bijbel en de Egyptologie. Er moet een commentaar komen op de natuur, op wat om ons heen gebeurd. Het verhaal sterft in de nacht. Er worden boeken dichtgeslagen en personages weggekapt, en dan gaat het verhaal verder in een ander boek. Het is altijd mijn vraag : Welk boek moet ik nu lezen ? Waar gaat het verhaal nu verder ? Want ik wil niet bij de drama blijven hangen, zoals de Vur ook zegt : Deze zeeen zijn te groot, Deze zeeen zijn onoverbruggelijk, Deze zeeen zijn eindeloos, Er is geen doorkomen aan, Tot de baarmoeder zullen zij gaan, Van herinneringen geen sprake Zij vertelt een verhaal, Zij blijft niet bij de drama hangen, Het gaat altijd weer dieper (De Vur 126 in het kort) Alles is waardevol. De Vur noemt 'de kaarten van het trauma'. Dezen zijn belangrijke sleutels in het spel. De Vur geeft aan dat zij boeken openen en deuren van de hel sluiten (41:5). Alles zal dus duidelijk worden, en je zal de noodzaak van de moeilijke dingen en herinneringen van je leven inzien, omdat het sleutels zijn tot verdere doorgang. Als we iets hemels hebben ontvangen, een bepaalde gave of de heilige gebondenheid, dan wil dat niet zeggen dat we dan ineens in fluweel worden gewikkeld en onaantastbaar zijn geworden. Neen. Dan begint het pas. Dan worden we de wildernis ingezonden. We worden dan uit de comfort zone getrokken waar we waren ingedut. Dan begint het spel. Hoe groter de opdracht, hoe groter het plan, des te groter de voorbereiding, des te groter het lijden, het offer. Er is in de Vur het mysterie van de ontkenners, zij die je niet serieus nemen, zij die zich niet in je kunnen verplaatsen, en misschien niet eens naar je luisteren. Zij spreken een andere taal. Ze ontkennen zelfs als er harde bewijzen op tafel worden gelegd. Veel mensen zitten zo in elkaar. Het is een bepaald geloof. Zij hebben hun eigen taal, hun nachttaal zoals de Vur het zegt. Zij slapen en zijn in hun eigen droomwereldje. Wanneer het sap de takken raakt zal de morgen niet komen, Alleen de nacht is daar Zij kan de nacht niet verstaan, Zij maakt haar eigen nachttaal, tegemoetkomende tot het verhaal Haar nachttaal kent niet, en zal nooit kennen, Zij schiep dit mysterie eens in een wonder, De nacht dompelt altijd onder, Voelen kan het niet, maar het heeft haar eigen zintuigen,

882 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication