882

Die stadse kennis is niet voor haar (41:11-13) Dit mysterie wordt verder besproken in Boek 113. Het begint met de woorden : 'Ik schiep u in een paradijselijk mysterie' De nachtplanten hebben het nooit verstaan, En het zeewier heeft het nooit geweten, Zij gaan alleen in cirkels, Maar zij komen nooit aan Oh nachtplant, wonder van het bestaan, Het zeewier zal altijd ontkennen, Oh nachtplant, het ijzer van het hart komt u altijd binnen, Maar u raakt nooit aan, Nog steeds bent u het wonder van het bestaan Oh nachtplant, zee van de eenzamen, Groeiende zo diep, Nooit zult u het geheim aanraken, Maar voor altijd dichterbij komen, Het omcirkelen van het wonder, Wat u zelf bent Nee, de schepping kennen zij niet, Zij leven alleen in hun eigen verhalen (De Vur 113 in het kort) Want als er niet naar je geluisterd wordt, en je wordt niet serieus genomen, en alles wat je hebt meegemaakt wordt ontkend en gebagatelliseerd, dan word je eenzaam. Dan voel je je alleen op de wereld, en veel mensen voelen zich zo, voelen zich onbegrepen en verkeerd begrepen, verkeerd uitgelegd, en ze zijn moe geworden van alle leugens en verdraaiingen en daardoor stil geworden. De mensen om hen heen hebben geen zintuigen, leven langs elkaar heen, hebben hun eigen codes en taal, leven in hun eigen verhalen, en zijn zo xenofobisch. Ze communiceren op een hele andere manier, door raadselen, cryptisch. Ze kunnen geen direct contact maken. Dat is te moeilijk voor hen. Ze kunnen niet rechttoe rechtaan spreken. Dan komt het te dichtbij en wordt het te persoonlijk. Ze willen zichzelf niet kwetsbaar opstellen. Ze zijn paranoïde. Het zijn planten, nachtplanten. Het is zeewier. Ze zijn de verdronkenen. Ze konden het leven niet aan. Ze hebben geen draagvermogen, en daarom bagatelliseren ze alles. Ze kunnen de harde waarheid niet aan. Het is een grote tragedie. Vers 4 zegt : Zij trokken u tot de dieptes van de rivier, En op uw vragen was geen antwoord, Zij vertelden u verhalen om u af te leiden van het geheim, Zij cirkelden om uw hart als bijen die de honing bewaakten Ze kunnen het geheim niet dragen, ze kunnen de kennis niet aan, en daarom zoeken ze de nacht op en het water. Het is heel tragisch en ieder mens draagt deze realiteiten in zich of bij zich, want er zijn altijd meerdere entiteiten in en rondom de mens, en de mens is altijd weer onderhevig aan parallelle realiteiten, waardoor dit soort onverklaarbare dingen gebeuren. Maar de Vur stelt dat met dit verschijnsel er spelenderwijs mee omgegaan moet worden, in de vorm van de vrouw met de witte laarzen. De Vur stelt in vers 9 dat het witte voorkomt uit het zwarte, uit de nacht, met het nachtzicht in haar manden. De bloemen cirkelen alles in dit spel, opdat het nachtzicht voortkomt. Het geheim wat bewaakt moet worden staat in vers 14 en is ook de reden dat de nachtplanten en met name het zeewier zo zijn zoals ze zijn.

883 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication