gejaagd moet worden. Dit boek gaat over het geheim. En tussen rood en wit, tussen verhaal en spel, oftewel tussen her-innering en innering, tussen het verleden en het nu, hangt die mysterieuze brug van de bruine bloemen, van het bruine, het geheim, en dat breekt telkens weer alles open, altijd als je denkt dat je alles in kannen en kruiken hebt. Dan voel je je eindelijk veilig achter de schermen, en dan breekt er weer iets door de televisie heen. Dat is het geheim. Je word dan weer teruggesleurd tot het spel : 2. Ik kan niets bereiken, en ik denk dat dit nog maar het begin is, En dan bevind ik mijzelf in een bruin bloemenveld, Alleen in de bruine nacht, Een nacht in vele jaren, Kan ik zijn in de bruine bloemenvelden, Deze bruggen tussen jou en mij 3. De pijl raakte haar hard, Het was diep, we zagen haar vallen, De pijl bracht haar over de bruggen, Tot de donkere nacht, Tot bruine bloemenvelden 4. Paarden van vuur in de lucht, De geur van kermis overal, Zij zijn gekomen met zoveel soldaten, Rijs op in de lucht, zeg al uw moeders vaarwel 5. Ik zal het begrijpen, deze onsterfelijkheid, de lelie, drijvende op de waterstroom, drijvende op de waterdroom Het gaat als een pijl door ons veilig opgebouwde al dan niet heilige huisje. We dachten dat we stonden, dat we heel wat hadden bereikt, en staarden trots naar alles wat we hadden opgebouwd, maar door de pijl vielen we. En dan is er weer dat gokspel, dan komt de kermis van het leven weer, waarin we onze weg moeten proberen te vinden. Dan moet er weer gepuzzeld worden, mysteries moeten opgelost worden. De brug van het geheim moet juist gekend worden door dieper in het verhaal te gaan en dieper in het spel. We kunnen niet voor eeuwig voetbal-kijkers blijven met een grote mond op de tribune, maar dan worden we zelf op het veld gesleurd en moeten we strijden. De mens gaat dus voortdurend heen en weer tussen verhaal en spel, tussen rood en wit, tussen Rusland en Amerika, en dit allemaal om ingewijd te worden op de bruine brug, in het geheim. Alles gebeurt op de brug. Er is alleen maar leven mogelijk op de brug, zegt de Vur, en soms is die brug rood, en soms is die brug wit, en soms bruin. Het zijn de basis kleuren van het leven. Boek 46, rode bloemen velden, gaat ook over dit mysterie. 1. Ik liep op een pad door rode bloemen velden, Plotseling was daar donder en bliksem, Grote angst greep mij aan, Zij voerden mij weg, ik was in een leger, Op een groot schip werd ik gehesen 2. Tegen piraten werd er gestreden, Vleesetende bloemen, Het lam van grote terreur
930 Online Touch Home