De westerse vertalingen hebben dit veelal neergezet als een strijd tussen wet en geloof, maar dat is hele luie en oppervlakkige vertaling. Er moet volhard worden in het toetsen en onderzoeken, dat is wat 'geloven' betekent in het Aramees. Tolli, de oer natuur vrouw van de vergetelheid, staat in de oerwouds-rivier, klaar om het groeps-ego te verbrijzelen, en zo ook het valse groeps-geheugen van het ego, en het valse groeps-bewustzijn van het ego. Maar wie durft er tot haar te gaan, tot dit principe. Velen rennen weg en verschuilen zich in hun steden, duiken onder in het materialisme wanneer zij de steden bezoekt met een oproep en het oordeel over belasting-ontduikers. Op hun hoge deuren klopt zij met haar Woord, maar wie doet er open ? Met haar hyenas zal zij door hun ruiten heengaan. Zij zal hun deuren intrappen, want de tijd van spelletjes spelen is voorbij. Nu wordt de mens voor de keuze gesteld. Het is buigen of breken. Het is beter tot haar te komen dan dat zij later tot de mens moet komen. Wie wacht er op de zogenaamde wederkomst ? Is het niet de mens zelf die moet wederkomen, moet terugkeren ? Maar als zij dat niet doen, dan zal zij, dit natuur principe, terugkomen. Wie kan haar tegenhouden ? Wie oh wie ? Wat kan een mens tegen een overstroming doen waar dijken niet tegenop kunnen ? Wat is de mens ? Ach, de mens is maar een zucht. Tolli, de oer natuur vrouw van de vergetelheid, staat in de oerwouds-rivier. Wie haar zien sterven aan het ego. Daarom willen ze haar niet zien, maar kijken ze liever in hun spiegels. Ze willen de baarmoeder niet in. Ze willen lang opblijven en feest vieren, maar wat valt er te feesten ? Het is een oorlog tegen het beest van het groeps-ego. Het is een oorlog tegen de valse drugs van de onverschilligheid en de spijbelziekte. Het geheugen van de mens is verziekt, het bewustzijn van de mens is verziekt, ja, verkankerd. De mens heeft zware hersenkanker. De mens heeft een dokter nodig. Het medicijn is de natuur, maar dat is gratis, dus de mens maakt een surrogaat in de stad. Tolli is ook een oerstam van de natuur. In Suriname, één van de laatste stukjes paradijs op aarde, wordt het mannelijk geslachtsdeel soms ook 'tolli' genoemd. Ook kan het vergeleken worden met een tol, als een beeld van het draaien wat in de diepte van de vergetelheid wordt opgewekt. Je wordt losgedraaid en dan in de diepte weer ergens in vastgedraaid. Zo ontstaat ook het natuur verschijnsel van de orkaan, wat in de Vur wordt besproken als de sleutel tot het paradijs. Wilde rozen groeien rondom het paradijs, Niemand kan binnenkomen Alleen de orkaan kan haar weg er doorheen vinden, Klaar om steden in te nemen, Zij breekt het glas, En dan is alles brandende, Zij is de slager van de herinnering (1:14-15) Al sinds kind heb ik dromen gehad over de natuur vrouwen van het oer, de godinnen, en zij riepen mij, vanuit de wildernis, soms in donder en bliksem wat door mijn hele lichaam trok. En als kind wist ik al dat het groter was dan welk natuurverschijnsel op aarde dan ook. Ze waren ook tien malen sterker dan een mens. Als je ze ziet, dan blijf je niet hetzelfde. Zij waren de brengers van het Tweede Woord, oftewel het diepere Woord wat de mens verborgen probeert te houden. Als kind wist ik al dat de mens op een bepaalde manier 'ten dode was opgeschreven'. Dat er een veel grotere en diepere realiteit staat te dringen. De mens leeft in een illusie. De baarmoeder zal terugkomen, niet als een botte sadist zoals ze telkens in het christendom beweren, maar als een diepte-studie die niets meer van het ego, het groeps-ego en het menselijke wereldbeeld overlaat. De baarmoeder is teder, maar zij moet wel tuchtigen om haar kinderen te beveiligen. De kinderen moeten het voelen als er gevaar dreigt, hun zintuigen moeten opengaan en op scherp staan, anders gaan ze eraan. Dus het is een zoet-bitter mengsel van bruutheid en zachtmoedigheid, als een alarm, als een moeder die daadwerkelijk om haar kinderen geeft, zeker geen zoete, lieve Gerritje die alles maar goedvindt en
977 Online Touch Home