287

goed merkzaam. Als klein kind maakte mijn vader camera opnames van ons bij onze grootouders, en ik deed voortdurend alsof ik stenen uit de lucht plukte, en maakte er hele vreemde, verbaaste gezichten bij. Ik heb dit later als zodanig kunnen herkennen. Kimhi beschrijft dan de oorlogspsalm, psalm 2, in vergelijking met 2 Samuel 5:17 : 'Toen de Filistijnen hoorden, dat men David tot koning over Israël gezalfd had, trokken alle Filistijnen op om zich van David meester te maken.' God lacht hierover, zittende in de hemel. Het zitten wordt door Kimhi uitgelegd als het geduld en de volharding, als een beeld van eeuwigheid. Als Kimhi het heeft over vers 6 : 'Ik heb immers mijn koning gesteld over Sion, mijn heilige berg,' dan stelt hij dat david die berg had ingenomen en dat daarom de Filistijnen zich verzamelden om tegen hem te strijden. David werd door God uitverkoren vanwege zijn gehoorzaamheid, terwijl zijn broers te ijdel waren, te zelfingenomen. 7 Ik wil gewagen van het besluit des Heren: Hij sprak tot mij: Mijn zoon zijt gij; Ik heb u heden verwekt. 8 Vraag Mij en Ik zal volken geven tot uw erfdeel, de einden der aarde tot uw bezit. 9 Gij zult hen verpletteren met een ijzeren knots, hen stukslaan als pottenbakkerswerk. Kimhi stelt dat dit over David gaat die de uitverkorene was onder zijn broers. We kunnen stellen dat dit ook zo was bij Jozef die de uitverkorene onder zijn broers was. Beiden werden ze koning, wat een beeld is van regressie. Het is de regressie die als een ijzeren knots de modernisering en conformering zal neerslaan. Kimhi stelt dat de zoon ook Israel is : 'Israël is mijn eerstgeboren zoon.' (Ex. 4:22) Psalm 3 is volgens de rabbijnse overlevering en volgens Kimhi geschreven toen David op de olijfberg was in 2 Samule 15 : 30 David nu besteeg de helling van de Olijfberg, en weende onder het voortgaan, het hoofd omhuld en barrevoets; en allen die bij hem waren, hadden het hoofd omhuld en trokken al wenende voort. 31 Toen aan David bericht werd: Achitofel is onder hen die met Absalom samenspannen, zeide David: Verijdel toch de raad van Achitofel, o Here. De profeet Nathan had gezegd in 2 Samuel 12:11 : 'Zie, Ik zal over u een kwaad doen komen, uit uw eigen huis.' N. H. Ridderbos (1910-1981) stelde in zijn commentaar op psalm 1 dat het mogelijk werd opgezegd voor een heiligdom of cultische tent voor rechtspraak, of m.a.w. voor de demonologie. hoofdstuk 2. zefanja en de terreur van de lingiatrie Zefanja 1 2 Volkomen zal Ik alles van de aardbodem wegvagen, luidt het woord des Heren. 3 Ik zal wegvagen mens en dier, Ik zal wegvagen het gevogelte des hemels en de vissen der zee, en de ergernissen met de goddelozen; ja, Ik zal de mensen van de aardbodem uitroeien, luidt het woord des Heren. 4 Ik zal mijn hand uitstrekken tegen Juda en tegen alle inwoners van Jeruzalem, en Ik zal uit deze plaats

288 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication