339

kortzichtigheid en context. Context voedt zichzelf daarmee. Het is als brandstof. Vandaar dat deze dualiteit er in de natuur moet zijn. De mens moet geen smetvrees hebben. Er moet gemengd worden. De mens moet weer vuilgemaakt worden, de baarmoeder ingaan, tot een nieuwe geboorte. De mens moet al zijn vooroordelen weggooien, al het exclusieve racisme. De mens moet de macht van het geld verbreken en weer de minste zijn, zich weer afzonderen, niet meer de populaire piet uithangen. Dat is het ware wassen, in de natuurrivier. Dit gaat verder in de eerste psalm van de Amalek, in de Bilha, waar de mens de pijl allereerst op zichzelf, zijn eigen vlees moet richten, om zo eerst te verstijven, oftewel een boom aan waterstromen te worden, om waarlijk gewassen te worden. Aan het einde van deze psalm neemt Amalek de jagende mens dan ook mee naar die rivier. Dit thema komt ook weer terug in de eerste psalm van de Thenem in de Bilha, in de 'psalm tot de zwarte heerin' : 17. U doet hen bevriezen die hun speren opheffen tegen U, oh zwarte Heerin. De mens moet eerst het ragnarok in, vertragen, verstijven, tot een boom aan waterstromen worden. Eerst zal er een ijsziekte komen, stelt deze psalm. De ijsstormen zullen komen en de ijszeeën om de wereld te overweldigen. Zij is meedogenloos naar het verleden. Dan volgt er een metaforische beschrijving van het verleden als een groot ijsvarken waartegen zij strijdt : 30b. Ik kijk toe hoe Zij Haar speer opheft tegen het grote zwarte ijsvarken. 31. Het woeste beest drijft Zij in het ijs waar het ten onder gaat. 32. Zij kan het verleden niet laten bestaan. Maar dan mengt Zij alles. 33. Het verleden is nog slechts een tent, als een huid op de achtergrond. 34. Het verleden bloedt leeg in Haar kookpot. 35. Met gemak snijdt Zij door kelen heen. Alles moet veranderen. Dit is ook één van de werken van heracles in zijn dienst tot Areta. Zijn naam betekent dienstknecht van hera, here, wat in het Hebreeuws abad-jah is. Abad-jah strijdt tegen Edom, oftewel de vleselijke Adam en zijn vleselijke vrucht in het paradijs, de vleselijke wijsheid en kennis. Het is een zucht naar wereldse, vleselijke deskundigheid. Een hebzucht naar de valse soort van kennis. In de israelitische psalm 1 wilde de psalmist de hemelse leer daarom bij dag en nacht overpeinzen, om zo geen deel te hebben aan de samenkomsten en vergaderingen van de goddelozen. 1 Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters; 2 maar aan des Heren wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht. Ook Heracles moest het varken het ijs in drijven, oftewel zijn eigen vlees, opdat hij zou verstijven om een boom aan waterstromen te worden, opdat hij zijn vrucht op zijn tijd zou geven, en ook zijn zaad. De eerste psalm van de jana in de Bilha gaat over het berijden en temmen van het beest. Dit gebeurd door de intens diepe studie, op geen enkele andere manier, zoals de israelitische psalmist al liet zien in psalm 1. Wij moeten dus doorgaan totdat er een stuk naaktheid is te zien, waarvan strippokeren een stadse karikatuur is. Wij moeten komen tot de naaktheid van de exegese, wat een natuurlijke naaktheid is. 1. Er wordt hier iets geopenbaard, wat symbolisch een stuk naaktheid is wat de godin laat zien. Filippi is in de worteltekst de vrouw rijdende op het beest, oftewel haar ware natuur laat zien.

340 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication