348

en diens leer overpeinst bij dag en bij nacht. 3 aan waterstromen, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, welks loof niet verwelkt; – al wat hij onderneemt, gelukt. 5 in de vergadering der rechtvaardigen Deze leer wordt gewoonlijks tot de mens genomen in de natuur en in de tenten, om de mens op te roepen tot tentendienst, tot huishoudelijk werk. Vandaar dat ook het ritme van Tristubh genoemd wordt, als het ritme van het paard die tot de oorsprong, bron (surya) leidt. Dit is weer een verbinding tussen studie en werk. Dit is om ongenuanceerdheid, onnauwkeurigheid, te overwinnen. Ook de Anustubh meter is zo'n paard. Het zijn de vedische studies. Anustubh betekent het prijzen en het woord, als een beeld van toewijding en volharding, als een beeld van doelgerichtheid in studie en werk, opdat men het doel niet verliest. Zo wordt de zonde, dat wat we haten, uitgesloten, zoals in de israelitische psalm 1. Zo kan het ware offeren terugkeren stelt de indische psalm, en wordt het vee gemest, als beeld van rijkdom. De ware rijkdom is dus de weelderigheid van het kruis, die de diepte van de gnosis in zich draagt. Zo worden de knopen losgemaakt, de lage, middelste en hoge knopen, stelt deze indische psalm. Het trekt de mens naar binnen, waar de mens bewegingsloos is, oftewel minimalistisch, hongerend, in stilte, als een hagedis. De mens wordt zo aan het kruis gelijkvormig, als een boom aan waterstromen, als de hagedis. Dat is waar de indo-israelitische eerste psalm voor staat. Zo komt de mens tot de moederschoot, wordt de mens geboren uit het water, en uit de berg. Door het leren 'geplant aan waterstromen' zegt de israelitische psalm 1. De indische oorsprong hiervan is in de eerste psalm van les 3 van de vierde kanda : 'Ik plaats u in de stromende wateren; Ik plaats u in de opkomst van de wateren; Ik plaats u in de as van de wateren; Ik plaats u in het licht van de wateren; Ik plaats je in de beweging van de wateren. Ga op de golven zitten als uw rustplaats; zit op de oceaan als uw rustplaats; zit op de stroom als uw rustplaats; zit in de verblijfplaats van de wateren; zit op de schoot van de wateren. Ik plaats u in de schoot van de wateren; Ik plaats u in de woning van de wateren; Ik plaats u in het stof van de wateren; Ik plaats u in de baarmoeder van de wateren; Ik plaats u in het bolwerk van de wateren.' Hierin heeft zowel de indische als de israelitische psalmist een mozaïsche taak, zoals Mozes ook 'de uit het water getrokkene' of 'uit het water geborene' is. De israelitische psalmist van psalm 1 was zichzelf aan het uithongeren om bij dag en nacht te leren, te verdiepen, om zo in deze exegese te worden tot een boom aan waterstromen, tot steen. In de eerste psalm van les 6 van de vierde kanda wordt gesteld : 'in de steen is de honger.' En dan komen de kikkers, die een beeld zijn van het leven door het bruine gas, wat afkomt van de huid van de natuurvrouwen. We hebben al uitgelegd waarom deze huid donker is, namelijk om het kind te verbergen. Hierom wordt de vrouwelijke kikker genoemd als abstract beeld, want zij ademen veelal door hun huid. Dit wordt in verbinding gebracht in deze indische psalm met de oorlog. De donkere huid van de vrouw om het kind te beschermen is een oorlogs strategie. Dit laat de wateren kruizen, stelt de psalm, als het huis van de oceaan. Zij die in het water zijn worden geroepen. Er wordt dan gesproken over het uitstijgen boven de goden, tot het hemelse, wat ook de functie is van de boom aan waterstromen, om zo af te rekenen met alle valse goden. Door het offeren wordt dan met elke vijand afgerekend. Dit is een dieper offeren. In de vijfde kanda, in de eerste psalm van de eerste les is de schop om mee te graven met twee punten, ook als een wapen, want het gaat om studie, werk en oorlog. De schop heeft een gat, opdat

349 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication