447

We zien hier heel duidelijk het spel van de helften. Dag en nacht weten maar heel weinig van elkaar. Ze leiden totaal verschillende levens, maar er zijn kruispunten. We kunnen vaak onze dromen niet herinneren. Ze zijn zo vaag, zo ver weg. Er is zo'n grote kloof tussen. De helften mogen maar weinig contact. Eigenlijk is er maar een hele dunne draad tussen hen, want anders zouden ze elkaar vernietigen. Het zijn als twee roofdieren, als twee levensgevaarlijke kern energieën van de natuur, die grote werelden in het verderf zouden kunnen sleuren. De vur zegt hierover in boek 66, het roofdier : De nieuwe golf van subtiele energie, Zij overspoelen de tuinen, Zij brengen het rode zicht, Het bloed in de nacht Zij komt vanuit de diepte, Zij spreekt het helende woord, Van de honing komt Zij Wij hebben het morgenrood bereikt, Het spreekt nu tot ons, Als het rode zicht Zij kijkt niet om, Zij draagt geen schuld, Maar zij die Haar niet volgen komen om door Haar gebrul Wanneer zij brult knappen hun oren, Dan breken de ramen, Een grote uittocht uit de stad Zij leidt hem tot het rode zicht, Het rode pad uit de stad, Tot bossen zal zij hem trekken, Tot de wildernis zal zijn eer uitstrekken En kroont zijn hoofd met kennis, Vurig zal zij hem aansporen tot goede werken Deze stoffen zijn te intens om zomaar door elkaar heen te klutsen. Dat kan scheikundig gezien helemaal niet. Daarom is er de subtiele energie, de dunne draad over het ravijn. Wat weet de mens van electrische wetten van de hemel ? De mens moet weer een ontmoeting hebben met de hemelse electricien, en weer een hemelse electricien worden. Boek 3 van de drager van de vur zegt : De struiken omsingelen de stad en vallen het binnen, Zij doorsteken de ramen, en doorsteken dan de poppen, Zij zijn allen planten Kennelijk kennen de planten de energie wetten beter dan de mens. Zij gaan veel voorzichtiger en zorgvuldiger met het leven om dan de mens. Hun communicatie systemen zijn ingewikkeld, subtiel, verborgen. Zij doen alles met omwegen, omdat zo de natuurlijke trajecten tot hun recht komen. Zij kennen deze processen. De stad is overmoed, tegennatuurlijk. Boek 3 : Door de ondergrondse tunnels van de stad kon hij uiteindelijk uit de stad ontsnappen. Hij rende de rode hei op. Dit betekent dat er alleen een weg uit de stad is tot de wildernis, als we de stad verdiepen. De vur noemt de wereld onder de stad 'het mijnwoud'. 'En zij leven in de bossen van het mijnwoud, de

448 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication