596

Ja, maar kun je dan misschien ophouden met het opnoemen van God en Calvijn ? – Nee, dat kan ik niet. Want ik heb als predikant de taak om een andere betekenis aan deze algemeen ingeburgerde woorden te geven. Er gaat een nieuw idioom komen, namelijk dat van de regressie. Alles gaat herzien worden. Zoals Kimhi sprak : 'Alles herhaalt zich, maar dan met verandering van de voorwaarden en begrippen.' De Heer is mijn Herder – En zo zijn wij ook als herders aangesteld, om de kudde te beschermen, en als we zomaar God en Calvijn overboord zouden werpen zonder het te verdiepen en te nuanceren, dan zouden de roofdieren komen. Israel en Duitsland, oftewel exodus en reformatie, zijn belangrijke onderdelen van het shamanistische indianen medicijn. Jim had tijdens zijn verblijf bij de indianen de grote medicijndromen van de indianen gehoord die ze vertelden. Jim was door hen geadopteerd en werd door hen opgevoed. Elke indianenjongen moest een indianendroom krijgen. Die krijgt hij pas als hij dagen achtereen alleen is geweest, heeft gevast en zichzelf heeft getuchtigd. In Jim's medicijndroom kwam de beer hem telkens aanvallen en telkens weer moest Jim hem bezweren met de woorden van de Heer is mijn herder. Uiteindelijk verdween de beer en viel Jim in een diepe droomloze slaap. Ik kan mij heel erg vereenzelvigen met Jim, want ik groeide op met natuur Surinamers die mij ook deze dingen leerden, en ging naar een charismatische kerk later en naar een charismatische school, waar ik ook mijn Surinaamse levenspartner van die tijd leerde kennen. Maar dat mocht allemaal niet van mijn familie. Het werd totaal belachelijk gemaakt omdat het niet van hun kerk was. Dat zou je dan kunnen vergelijken met de aanvallen van de beer. De stamleider van de indianenstam waar Jim was geadopteerd was genaamd Scalpenketting, en de scalpen die daar hingen leken erg op het haar van familie leden. Jim voelde zich verscheurd tussen twee werelden. Hij werd gewaarschuwd niet met een indiaanse te trouwen, want die hadden zoveel familie. Ik heb ook de extremen en excessen van de charismatische beweging gezien, en hoe ze daar ook veelal van alles een markt maken, dus ik trok door, en ook ik ben weer deels teruggekeerd tot de reformatie, maar dit keer tot de bron, dus dieper dan waar mijn familie terecht was gekomen, en ik zag hoeveel alles ontspoort was van de reformatie. Daarom kreeg ik dromen over de regressie, dat er daadwerkelijk een terugkeer zou moeten komen, voor degene die zou durven, net zoals Jim terugkeerde maar altijd indiaan bleef in zijn hart, maar dit juist verdiepte door zijn terugkeer, want beide kanten begonnen nu elkaar uit te leggen en te laten zien dat het bij elkaar hoorde als je maar diep genoeg zou gaan. Dus reformatie en regressie gaan hand in hand. Het gevaar ligt dus in smetvrees ergens te blijven steken. Het gevaar ligt er in je hoogmoed en betweterigheid voor het eenzijdige, racistische vlees te kiezen, wat de ander geen ruimte meer biedt. Vandaar dat we psalm 23, het indianen medicijn, meer dan ooit nodig hebben. David ging tekeer tegen de leeuwen en wolven die de kudde probeerden te verslinden. Ook aan het einde van het boek 'door indianen opgevoed' gaat Jim op geestelijke wolvenjacht. Hoe kunnen wij tot de herder komen als wij geen herder willen zijn over anderen ? Ieder stamlid heeft een bepaalde bewaak en bewaar taak, wanneer het aankomt op de bescherming van de ander : een stuk ehbo, en een stuk empathie, ook met een stuk onderwijs. Het gaat dus niet om de herders afgod, maar om het werkwoord : herderen, en dat betekent geherderd worden om te herderen. Vergeven betekent doorgeven namelijk, zoals de ger. gem. predikant J.M. Kleppe (1930) stelde in zijn boekje 'op saffieren gegrondvest' (1977). Calvijn stelt bij ps. 23:5 'gij zult de tafel aanrichten' dat dit ook weer werkwoorden zijn, die ook op het persoonlijke betrokken moeten zijn : iemand voedsel geven, zoals een vader aan zijn zoon. Hij geeft hiermee een vertaling wat het herderen betekent, namelijk ook vanuit mildheid, zonder te klagen, de ander voedsel toe te dienen, vanuit een vrijgevig hart, ook al wordt de gever door vele kwaadwilligen benijd en wensen ze zijn ondergang, en ook al trachten ze deze weldaad van god bedrieglijk voor te stellen. God houdt hierdoor niet op met geven, en zo

597 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication