619

voorbij. In de nacht kan niemand werken. Werk daarom zolang het dag is. God is vol barmhartigheid voor de zondaar, wat broeder Reinders de brandende liefde van God noemt, maar de mens moet wel tot deze heilige troon komen. Broeder Reinders vraagt zich als predikant af : 'Hoe lang zal de Heere nog barmhartig zijn ? Hoe lang zal Hij nog barmhartig blijven ?' Hij noemt God een heilig, rechtvaardig, onbesmet en onberispelijk goddelijk Wezen. Kunnen wij hiermee spelletjes blijven spelen ? Met het leven zelf ? Iedere oprechte predikant en oprechte werker in het pastoraat weet dat de mens hiermee niet kan blijven spotten. Iedere oprechte predikant en iedere oprechte werker in het pastoraat VOELT de dreiging van heiligheid en rechtvaardigheid. Ja, die is barmhartig, maar niet roekeloos en oeverloos. Ja, die is geduldig, maar verhard je niet in het bedroeven van het goddelijk Wezen van hemelse kennis. Sol er niet mee. Verhard je niet. Doe het niet. Elke oprechte predikant en iedere oprechte werker in het pastoraat kent de ernst van deze dingen. Het leven is niet totaal vrijblijvend. Het moet eens een keer afgelopen zijn, de zonde, al het vleselijke, bedriegelijke gedrag van de mensheid. Daartoe zijn wij als predikanten aangesteld en als wij onze mond houden en de bazuin niet blazen, dan zal het bloed ook aan onze handen hangen. Dat is de ernst van de goddelijke roeping. Daarom is corona er ook : als een waarschuwing. De mens kan de hele dag zeggen wat hij wil, maar nu : corona. Wat gaat de mens nu doen ? Hebt gij het bloed van uw vlees al aan uw deurposten gesmeerd ? Het bloed van Jezus ZAL NIET BATEN. U moet UZELF kruisigen. In de vierde preek stelt broeder Reinders dat het Woord voortkomt uit degene die de strijd heeft gestreden en de hemelse heerlijkheid heeft willen openbaren. Het is dus degene die een hemelse onderwijsdrang heeft. Hij kondigt niet zomaar het oordeel aan, maar geeft onderwijs. Hij is gericht op het eeuwige verbond, stelt broeder Reinders, in de stilte der nooit begonnen eeuwigheid is het opgericht, en dit zal worden geopenbaard. We mogen de zonde niet goedpraten. Er moet tegen gestreden worden. Er moet kennis over komen. Mensen kunnen zo vroom praten dat het heel wat lijkt, maar de zonde moet ontmaskerd worden en aan het kruis wegsterven, anders zal de zonde alles verwoesten. De zonde is een groot vergif. Dat mogen we niet laten voortwoekeren. Dan zouden we er allemaal aangaan. Daar waar we de zonde goedpraten en zeggen dat het erbij hoort daar komt de leugen binnen. Ik heb het in mijn eigen gezin gezien, en ik heb erom gehuild, want als demonoloog zie ik de demonen binnenkomen, om hun werk van verwoesting te doen, en hen die willen zondigen en het vlees verheerlijken zien het zogenaamd niet, en denken dat omdat ze het niet zien het er daarom ook niet is, net als een klein kind wat zijn hand voor zijn ogen doet en denkt dat er daarom niks is. Mensen die het niet zo nauw nemen met de zonde. Het is een verwoestende kracht, als de pest. Daarom is corona er ook, als waarschuwing. Het is een groot alarm. Luisteren wij wel, of gaan wij door met het verzinnen van excusen ? God heeft hemelboodschappers gezonden, stelt broeder Reinders, maar wat hebben wij met ze gedaan ? Zij worden belachelijk gemaakt door de vleselijke families ! En kinderen wordt zand in de ogen gestrooid ! Kinderen worden zo geofferd aan de leugen en de zonden. Daarom is er deze grote geestelijke oorlog, en daarom is er corona, om de mind control te stoppen en de kinderen te helpen los te komen van hun mind controllers die hen ondergedompeld houden in dit bedrog en deze marteling ! Deze brandende boodschap kan niemand tegenhouden ! Het komt recht uit het hart van de hemel. Er is geen leven in de zonde, en al helemaal geen eeuwig leven. Het zal allemaal afbranden, al die zonden. Dat zal een heftig natuurverschijnsel zijn, een heftige confrontatie tussen het vleselijke en het geestelijke. Dan zal het voorhangsel scheuren. Donder en bliksem. De mens is te ver gegaan. Is er dan nog een weg terug ? Wat is er dan nog overgebleven ? Of zal er altijd die heftige reactie van de natuur zijn om zichzelf te verdedigen ? Is er nog iets van te maken ? We mogen niet afdoen aan de ernstige boodschap, maar er zal een nieuwe schepping komen. In die schepping zullen hen die van het vlees zijn niet komen. Die zouden wegbranden. Er zijn nu eenmaal natuurwetten waaraan de mens zich moet houden. Niets komt vanzelf. Er is een gebruiksaanwijzing voor het leven. HOUD JE DAARAAN. Zo niet, dan is er geen leven. Je hebt inmiddels in kunnen

620 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication