635

Hosea 2 1 Twist met uw moeder, worstelt met haar, want zij is mijn vrouw niet, en Ik ben haar man niet. Laat zij haar ontucht van haar gelaat verwijderen en haar overspel van haar boezem. Hosea is in een gat gevallen. Hij is in een hemelse school gekomen, en hij moet testen. Hij worstelt met Gomer op Pniël, ook omdat er zoveel vleselijke Gomers zijn. Hij moet tot zijn eigen Gomer komen. Hier roept hij zijn kinderen op om tegen zijn vrouw te strijden. Van Zuylen stelt dat er teveel verharding is. Het volk luistert niet. Ze hebben brutale gezichten, stelt van Zuylen. Ze hebben geen schaamte. 14 Ik zal haar aldaar haar wijngaarden geven, en het dal Achor maken tot een deur der hoop. Dan zal zij daar zingen als in de dagen van haar jeugd, als ten dage toen zij trok uit Egypte. Van Zuylen stelt dat het dal Achor het ongeluksdal is, waar Achan werd gestenigd. In de Talmoed werden commentaren gegeven op commentaren, dus er werden kaders omheen gebouwd met kanttekeningen, en zo zal dat ook in de regressie moeten gebeuren, dat er regressieve commentaren worden gegeven op de gereformeerde commentaren. We kunnen stellen dat het dal Achor een beeld is van de eeuwige verdoemenis, die overigens nooit letterlijk door de Israelieten werd gepredikt, en ook niet door de Egyptenaren. In Germaanse context, en de context van de grondteksten, is de eeuwige verdoemenis de baarmoeder of vagina, zij die bedekt, zij die verbergt, zij die verdiept, waarin het menselijk vlees verstrikt raakt. Zij heeft haar valstrik gezet, en die is eeuwig, opdat het vlees niet meer zal opstaan. De mens wordt verbroken, zoals Jakob voor eeuwig op Pniël werd verbroken. De steniging van Achan is een beeld van het hard worden van de fallus, opdat de fallus zijn zaad geeft voor nageslacht, opdat de boodschap dus verder gaat. Het is een beeld van voortgaande openbaring. Gepensioneerden kunnen dit niet, dus zullen ook altijd aan de bijbel vasthouden als afgesloten geheel. Hosea bracht kinderen voort en zij stonden voor de metaforische eeuwige verdoemenis, de eeuwige verbrokenheid van het vlees. Hij was in het dal van Achor geweest en het werd tot een deur der hoop, en er zal gezang zijn. Niet voor eeuwig toornt de Heere, stelt het OT. De reformatie heeft alles dodelijk verletterlijkt. Vandaar dat er de regressie is. Overledenen van de gereformeerde gemeente en andere gereformeerde kerken bezoeken mij vaak in shamanistische dromen, en ik bezoek hen en help hen, om hen in te wijden in de regressie die na de reformatie komt. Ik weet dus dat ik niet zomaar boekjes schrijf. Zij zijn deel van de wolken der getuigen die aan onze zijde strijden. Enkelen van hen heb ik tijdens hun leven gekend. De eeuwige verdoemenis leidt tot hemelse ballingschap, wat een goede ballingschap is, die van studie. Er moet een zekere verdunde gehechtheid zijn, als vrucht, anders kun je niet leven. Wat gebeurt er als een fallus opzwelt ? In het Aramees is de fallus het vlees of de man. Het is een soort arrestatie. De eeuwige verdoemenis komt zo over de mens en wordt zo tot hemelse ballingschap geleid. Alleen door die paradijselijke verlamming, de paradijselijke verbrokenheid, kan de mens zijn zaad geven. Dit is een hemels spasme. Het vlees is ontmaskert in de demonologie, en moet sterven in het dal van Achor. Het vlees wordt daar gestenigd. Het vlees verstijfd zo, raakt geisoleerd en onthecht, en geeft zo zijn zaad. Wat is deze sexualiteit ? Angst. Het is een kehatitisch verschijnsel. De heilige vreze is het begin van de kennis. 15 En het zal te dien dage geschieden, luidt het woord des Heren, dat gij Mij noemen zult: mijn man, en niet meer: mijn Baäl. De eeuwige verdoemenis is dus uiteindelijk een huwelijkscontract tussen God en mens. Het is in sommige gevallen een navelstreng, en in andere gevallen een huwelijksstreng. De mens komt er nooit doorheen. Zoals Calvijn stelt : Er is geen ontsnapping mogelijk van hemelse realiteiten. Hij heeft het dan over kennis, principes. De mens kan er niet van vluchten. De volharding van de

636 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication