656

hoofdstuk 8 de duitse theologie – sleutel tot de regressie Zoals Luther stelde dat het licht werd gevormd van de duisternis, zo stelde de duitse theoloog en rabbijn Benno Jacobs (1862-1945) dat er in het begin geen strijd was tussen licht en duisternis, maar dat het licht werd gevormd vanuit het niets. De zee zal ook nooit over de grenzen van de hemel, de lucht, kunnen komen. Zowel dag als nacht zijn eeuwig. De schepping bestaat uit het zichtbaar worden van de restricties, stelt Jacobs. Jacobs noemt de vrouwen uit het tijdperk tussen de zondeval en de zondvloed uit Genesis 6 eerder sterke vrouwen dan mooie vrouwen. Zij waren de goddelijken, en de mannen die zij voortbrachten, de reuzen waanden slechts dat ze goddelijk waren. De vrouwen waren hemels, terwijl de mannen die ze voortbrachten vleselijk waren. De duitse theoloog en orientalist P. van Bohlen (1796-1840) stelde ook in zijn commentaar op Genesis dat de duisternis werd gescheiden in licht en duisternis, met de duisternis zelf dus als bron en het materiaal van licht. Hij stelt dat al het schaven, afvlakken en scheiden een beeld van voortplanting is. Dit is ook wat natuurlijke selectie is. Er is ware vruchtbaarheid als het vlees wordt afgescheiden en als men wordt besneden. Omdat hij orientalist is noemt hij e.e.a. ook in verband met de winterslaap van Brahma. Er is scheiding tussen water en water, omdat er ook in hetzelfde scheiding moet zijn, vanwege het vlees. In Leviticus staat beschreven hoe het vlees behandeld moet worden : het is voor de slacht. De duitse theoloog August Knobel (1807-1863) schreef in zijn commentaar op Leviticus dat de offeraar het vlees moest slachten, villen, snijden en wassen. Ook werd bloed gebruikt om te besprenkelen. Hij stelt dat de betekenis van het offeren het minderen is, het vasten. Het is een soort betalen van belasting, van tienden. Het gaat niet om vertrouwen, maar om testen. No trust, but test. Vertrouwen is meer de trofee die de vijand over iemand bemachtigd, en dan is de vijand daarover verheugd. Als de vijand de mens kan doen vertrouwen dan is zijn plan geslaagd. De mens heeft een stockholm syndroom en wordt onder druk gezet. De mens wordt verzorgd door de vijand tot het punt van zijn slacht. Het wordt de mens gedwongen de vijand te vertrouwen door chantage. De mens denkt dan dat dit vertrouwen echt is, maar het is slechts opgelegd. De vijand 'bondt' met zijn slachtoffer. De vijand krijgt zo een relatie met het slachtoffer, waardoor de vijand het slachtoffer beter kan manipuleren. De vijand martelt zijn slachtoffer totdat het slachtoffer de vijand vertrouwt, als overlevingsstrategie. De vijand is er altijd en zorgt voor het slachtoffer. De vijand is het enige wat het slachtoffer nog heeft. Dat is hoe het stockholm syndroom werkt. De saturnische sluiers moeten afgebroken worden, opdat de mens de indiaanse wildernissen binnen kan gaan. Deze sleutels liggen opgeborgen in de duitse theologie. Ik had een droom dat ik in een stad woonde, en ik kwam terug van boodschappen doen met een boodschappenkarretje, maar de boodschappen waren halverwege er allemaal uitgerold. Dat is een beeld van het minderen. Er waren in de stad allemaal heuvels met parken, en in die parken werden natuurspelletjes gespeeld. Het waren indianen-parken, met kampen, en die heuvels en kampen hadden omheiningen. Het is een beeld van de duitse theologie die een sleutel zal zijn tot de regressie.

657 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication