690

Zacht en teder trek ik het eruit, En dan opent zij haar ogen, Alsof de bliksem inslaat, Alsof er nooit iets verkeerd was gegaan 23. Laat me de plaats zien waar je je tabernakel hebt, Ik hoor de liederen in de verte, De wind brengt me daar 24. Laat me je geheim zien, Laat me je schepen zien, Ik weet dat je hier ergens leeft, Alles zal wegvagen 25. Laat me de weg van de vis zien, Laat me zien hoe je zwemt, Laat me de pracht van de rivier zien 26. Oh, neem me weg tot het land achter de zee, Een speer door zijn hoofd, Om dieper te komen tot dit land achter de zee Boek 7 53.Witte roos, tederheid na de steek, wonden veelvoudig gestoken, nu spiegelt het dan in de wind, al die gezichten die ik was vergeten. 54.Laat dan het woord in u oprijzen. En het eerste gebod is te lijden met uw moeder. En het tweede gebod is met Haar te strijden. Het is om te leren en te onderrichten, en het is om u te heiligen en reinigen in ijs. Het is om te luisteren naar het jonge. En gij zult de wet vervullen. De ultra honger is de bron van de eeuwige jeugd. Wel is het belangrijk dat het kindervlees afsterft, want er zijn vele valse bronnen van eeuwige jeugd die gewoon gemaskerde pensioneringsfondsen zijn. Boek 41 15. Andere zintuigen zijn hier, Haar stem spreekt als een onderverdeling tussen groot en klein, Zonder geluid, maar als de wind 18. Je komt hier nooit aan, Altijd ronddraaiende, Totdat de wind je wegduwt Boek 102 56. Dieper in de grot waren meerdere jongens. Ook zij waren ijsjagers. Dagau was een jongen van mijn leeftijd, erg behendig in het jagen. Ze leerden mij de kneepjes van de jacht. Ik had mijn geheugen nog steeds niet terug. We trokken dieper onder de grond, waar het warmer was, maar we gingen nog vaak terug om op de ijsvarkens te jagen. Ook onder de grond bleek er een gierende wind te zijn, die bijna tot ons leek te spreken. Hier hadden de jongens hun tenten.

691 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication