746

eeuwige leven. Is het hemelse dan een kind ? Ja, een kind leeft het dichtst bij het hemelse, en is een beeld van het hemelse. En de hemel zendt het kindervuur om het volwassene te beschamen, want het volwassene is het vleselijke. Het kind heeft dan ook maling aan de rekensommetjes die de volwassenen hebben gemaakt, al hun financiele en religieuze onzin. Het kind heeft dit allemaal niet nodig, en heeft ook niet van node dat iemand anders hem gelooft, want hij houdt alles voor zichzelf, en stoort zich niet aan hen die het niet geloven, want voor hem is het waar, en dat is alles wat telt. Voor het kind staat hijzelf centraal, als alles wat er is, en niet op een verkeerde manier, maar op een magische manier, als een hemels kindervuur van liefde en openbaring. Bewondering voor het leven, dat is alles wat telt. Het kind schreeuwt het niet van de daken, want hijzelf is alles wat er is, en alles is er al. Het kind leeft geheel in zijn eigen wereld, nog in de hemel. Alles is al goed in de belevingswereld van het kind. Het kind heeft voor alles een oplossing. Een kind hoeft zich dus ook niet boven de ander te stellen, want hij is al het centrum van alle dingen en alles wat bestaat. Alles is in het kind zelf. Het kind hoeft dus ook niet ijdel te zijn. Alles is al goed. Het kind heeft al voor alles gezorgd. In de liefde is alles gelijk. En de liefde openbaart een nieuw pad : het pad van het kind. Dit is een onafgemaakt pad. Het kind is te snel afgeleid. Het kind heeft altijd te weinig, maakt niks af, want er zijn nog zoveel andere dingen. Het kind is zorgeloos. Het kind ziet gevaren die anderen niet ziet, en pakt ze op een hele andere manier aan dan anderen zouden doen. Het kind blijft niet bij het gevaar, maar is al snel weer op pad. Het kind heeft oog voor dingen waar een ander geen oog voor heeft. Het kind vergeet niks, maar vergeet ook weer snel. Het kind heeft teveel dingen aan zijn hoofd. Daarom is er de droom ook in het kinderhoofd, de droom van het kindervuur, het brandende weinige. Bewondering voor het weinige, want voor een kind is het kleine groot, en het weinige veel. Een kind ziet iets, en ziet er iets heel anders in dan iemand anders. Een kind kijkt met ogen van de hemel. Geld, macht en eer speelt geen rol, want voor het kind draait alles om hemzelf, en hij is alles wat er is, en in zijn belevingswereld is alles goed. Het kind heeft niet veel nodig. Het kind kan leven met het weinige. Het kindervuur brandt in zijn hart om hem te beschermen tegen vraatzucht. Het kindervuur heeft nergens tijd voor, want het heeft andere dingen te doen van een andere wereld. Het kind kan geen aandacht houden, want het kind ziet andere dingen die volwassenen niet kunnen zien. Zou je niet alles loslaten om het kindervuur te ontvangen ? Zou je het geen kans willen geven ? Is het niet alles wat je wil ? Kinderen met hun kaarsen in hun hart, kunnen ook gemakkelijk anderen aansteken, hen die ervoor open staan, die hebben gezien hoe bedrieglijk het volwassen leven is. Stoor me niet met je ingewikkelde wiskunde. Ik ben een kind. Ik bekijk dingen van een hele andere kant, vanuit de hemel, met het hemelse kindervuur. Altijd weer wordt ik opgenomen om ver weg te zijn. Als een vuurstorm vanuit de hemel komt het. Het steekt al mijn uitgeblazen kaarsen aan, telkens weer. Probeer mij niet te volgen. Ik ben een kind. Ik ben uniek en onnavolgbaar. Zodra ik hetzelfde als iemand anders zou zijn, zou ik geen kind meer zijn. Het kindervuur heeft mij apart gezet. Het kindervuur bewonderd het subtiele. Dat wat niemand anders ziet, dat wat niemand anders weet. Het kindervuur draagt datgene wat anderen zijn vergeten.

747 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication